Vergelijk Supernakeds: Showtime!
Ongegeneerd knallen
Verklaart dat onze ervaringen? Niet noodzakelijk, maar laten we voorop stellen dat de Superduke nog zoveel méér is dan alleen die dertienhonderd cc en een dikke computer. Het ding zit namelijk ook echt bijzonder lekker. Daarbij komt opnieuw de vergelijking met de Aprilia’s van weleer weer bovendrijven, die hadden namelijk dezelfde ruimtelijke zit als de KTM. Niet alleen z
Niet de allermooiste van het stel, maar gewoon to the point
Een Monster is een Monster is een Monster, al vijfentwintig jaar 'still going strong'
Zei daar nou iemand 'Predator'? Kawasaki houdt niet van doorborduren op hetzelfde idee, dus de Z is weer compleet vernieuwd
Als de Kawa van Predator is afgekeken, heeft KTM Star Wars als voorbeeld genomenit je lekker, je kunt ook nog eens verschuiven en bewegen zonder dat het raar wordt. Je hebt én krijgt gewoon veel ruimte. De zithouding is daarbij ook net iets rechterop, waardoor je er echt gewoon relaxt op zit. Het stuur is nét wat minder breed, iets hoger, iets dichterbij en dat is goed voor het comfort en je vertrouwen. Tel daarbij op dat de WP vering het makkelijk op kan tegen de hippe elektrovering van de BMW, de Showa van Kawasaki en Ducati en vederlicht instelbaar is mocht je dat nog willen. Wat nergens voor nodig is, want het staat gewoon perfect. Primeurtje op deze trip: uitgerekend de SFF-BP van de Z1000 hebben we wat moeten verstellen… omdat deze af fabriek serieus hard afgeveerd is. Dat is wel eens anders geweest. Terug naar de Superduke. Want zoals genoemd is deze ook nog uitgerust met Brembo’s allernieuwste M50 monoblocs, dezelfde als ook de Panigale op commando binnenstebuiten keren. En toch heeft KTM het voor elkaar gekregen deze ankers juist bij het eerste aangrijpen poeslief te laten werken, waardoor in de praktijk hun functionaliteit alleen maar breder wordt. Hetzelfde geldt voor de feedback. Zou je van deze vier er één moeten kiezen voor het hachelijke avontuur door de bergen zónder gebruik te mogen maken van ABS, dan zouden de meeste stemmen naar KTM gaan.
Op de voet gevolgd door… de Z1000. Hebben we tot nu toe een beetje links laten liggen en dat is natuurlijk ook niet zo moeilijk onder het geweld van de anderen. Toch jammer, want daar heeft Kawaski ‘m niet voor gemaakt. Propvol Sugomi moet dit de beste Z1000 ooit zijn en vergelijkingen met sluipende panters worden ook niet voor niets gemaakt. Tja. Dan houd je dus geen rekening met het effect dat een energiedrankje op de geest van een Europese engineer heeft… met alle bekende gevolgen van dien. Is Kawasaki niet aan te rekenen. Deze trip is de Kawa op het lijf geschreven. Wil de Z1000 zich van zijn beste kant laten zien, dan is er nu de gelegenheid toe; elke denkbare situatie onder omstandigheden die we allemaal kunnen herkennen. Of tenminste, zo maken we onszelf wijs want dan is ook het rukweer onderweg naar Nederland niet voor niets geweest. En dat is het dan ook niet, want wat is er nou meer ideaal dan de al eerder omschreven omstandigheden om kennis te maken met het beste én het slechtste van een motorfiets? Het resultaat? Nagenoeg niets. Wat je ook probeert, de Z1000 gedraagt zich om door een ringetje te halen. Z
ithouding perfect, rijwielgedeelte perfect, motorblok perfect. Van ons vieren heeft niemand ook maar een seconde meewarig vanuit het zitje van de Kawa moeten toezien hoe de rest zich er met hun tractioncontrol uit de voeten maakten, want het gebeurt gewoon niet. De reden? Niet het gebrek aan vermogen, dat heeft de Kawa zat en dat is al meermalen bewezen. Nee, niet het vermogen, maar de manier waarop dit afgegeven wordt is de sleutel tot het succes. Samen met de prima functionerende achterschokbreker is de feedback van de achterband zodanig dat je precies weet wat zich onder je afspeelt. En dus draai je bijna overal achteloos het gas open, net als op de andere machines. Controle is het toverwoord, nog versterkt door de doordachte zithouding die je prima in contact brengt met de motorfiets. Weer zoeentje waar je het kilometerslang op volhoudt (en godzijdank, want we moesten nog eventjes).Qua uitrusting is de Kawa ook niet eens zo verschrikkelijk op budget gebouwd, de vierzuigers zijn net zo uit één stuk als de Italiaanse spullen in de andere motoren en die Showa SFF-BP vinden we ook terug in ZX-10R en ZX-6R. Alleen is de 1000 wel een voorbeeld van het Nieuwe Japanse Denken, in tegenstelling tot vroeger jaren is de vering namelijk serieus hard afgesteld. De Kawa was zelfs de enige waar we iets aan wilden doen, om vervolgens tot de ontdekking te komen dat de standaardafstelling zelfs aan de ‘open’ kant van het stelbereik is. Dat is wel eens anders geweest.
Niets staat de Kawa dus in de weg voor een ongegeneerd stukje knallen, wat ‘m dan ook prima afgaat. Een spontane wheelie tussendoor zal ook het tempo niet drukken en het is maar de vraag of de anderen op tijd hun instellingen correct hebben… Enige andere puntje is wellicht het dashboard dat wat summier afsteekt tegenover de overvloed aan rijdersinfo op de anderen, maar ja… d
ie kosten stuk voor stuk veel meer en hebben ook meer nodig om te kunnen tonen hoe alles staat ingesteld. En die ledjes in de toerenteller blijven leuk.Denk echter niet dat de Duc in de regen niet mee zou kunnen komen, ook deze laat zich van zijn meest voorbeeldige kant zien. Ook de nukken die ‘m op snelheid nog wat parten zouden spelen komen nu totaal niet meer aan het licht, dus dat maakt ook de Italiaan prima rijdbaar. Ook de zithouding werkt nu in het voordeel, zo relaxed als deze is, zo rustig kun je dus een zeer acceptabel tempo aanhouden. En op de Autoroute nog meer. Natuurlijk is de Duc geen match voor KTM of BMW, maar laatstgenoemde mocht willen dat ‘ie evenveel windbescherming had. Wijzelf eigenlijk ook.
En zo close als het in dit drama is, zo weinig schelen de vier ook als de kruissnelheid wat hoger ligt. Draaien we de snelweg op, kunnen we het toch niet laten eens te proberen hoe groot de verschillen nou écht zijn: de acceleratietests. En nog verrassender dan de uitkomst is misschien wel hoe weinig de achterblijvers hoeven toe te geven. Natuurlijk, de Monster heeft het minste antwoord op het geweld, maar dit scheelt maar bijzonder weinig. Dat betekent direct dat de Z1000 nog beter aan kan haken, maar een kleine verrassing is toch wel dat de KTM niet direct de vloer aanveegt met de rest. Sterker nog, de Superduke heeft er flink moeite mee de explosie van de S1000R het hoofd te bieden en kan er pas met topsnelheid overheen. Een verklaring hiervoor wordt in de vermogensgrafieken uitgebreid aan bod gebracht. Hetzelfde geldt voor het verbruikskader, wat ook een paar opvallende details boven water brengt.
Dagen alléén maar afzien, varierend van -1,5° en sneeuw tot +6° en noodweer, en dan thuiskomen met alléén maar foto's met stralende zon. Leg dát dan maar eens met goed fatsoen uit...
Van Spanje naar Nederland, in maart, op een kwartet naked bikes, ook wij hebben wel eens betere ideeën gehad. Maar het ging niet om het goede idee, het ging erom uit te vinden hoe goed dat gaat. Noemen we dit dé test van het moment, dan moeten we ook tot het gaatje gaan. En geloof ons, had ons gevraagd hoe goed het ging toen het regenwater ons allevier koud in de laarzen liep dan hadden we in elk geval grif toegegeven zo ver mogelijk te zijn gegaan. Een dag en elfhonderd ijskoude snelwegkilometers later kon het niemand meer veel schelen welke motor het beste was, toch konden we blij zijn dat we het met dit viertal gedaan hebben.