De motorfreaks Grote Scootertest
Pagina 6
Inhoudsopgave |
---|
De motorfreaks Grote Scootertest |
Pagina 2 |
Pagina 3 |
Pagina 4 |
Pagina 5 |
Pagina 6 |
Pagina 7 |
Pagina 8 |
Pagina 9 |
Pagina 10 |
Let's go downtown
Na een korte stop voor een outfitwissel – goed voorbereiden is goed voorbereiden – staat voor ons de volgende uitdaging: de grote boze stad. Nou is Parijs niet bepaald de meest verkeersvriendelijke plaats en over het algemeen begeef je je liefst zo veel mogelijk er omheen, in de jaarlijkse Odyssee om op plaats van vakantie te geraken. Of, als je dan tóch de stad wilt verkennen, dump je je vervoer liefst ergens op een acceptabele plaats – veilig, eenvoudig bereikbaar en liefst ook terug te vinden – en stap je over op welke manier van openbaar vervoer je het meest aanstaat. Uiteindelijk is de metro hier uitgevonden; dan zal het werken ook. Eenmaal in binnenstad aangekomen is nog best een flink gebied te voet bereikbaar en heb je nergens last van. Héérlijk. Wat weten die domme voetgangers er nou van. Als er één vervoermiddel tot zijn recht komt in de Metropole hectiek die ‘dagelijks verkeer’ heet, dan is het de scooter wel. En dat nog los van enige mode-associatie. Knap. Getogen in volledig verantwoorde spijkerbroek, longsleeve en pothelm duikt het illustere gezelschap vol naïeve overtuiging de straten in.
Enige hulpmiddel, het moet toegegeven worden, is een routeplanner die ons willekeurig de snelste, kortste of alternatieve route van punt naar punt aanwijst. Heel leerzaam en boordevol verrassingen; zo houdt de ‘kortste-route’- instelling in dat je letterlijk dwárs door de stad richting bestemming rijdt, ongeacht de staat of breedte van de straten die je passeert. Zo kan het gebeuren dat je, zonder het aan te zien komen, plotseling dwars de Champs Élysées oversteekt, uiteraard alles in moordend tempo en ieder voor zich. Dat is immers de basis van het scooteren; vlug als water en glad als een aal. En ondanks verwoede pogingen bijten de anderen zich fanatiek vast in mijn bagagerek of duobeugels. Dit ongeacht welke scooter bereden wordt; alleen de Burgman worstelt zo nu en dan met zijn bulk om steeds weer wonderlijk agiel tussen de overige verkeersdeelnemers door te laveren. Zelfs een grateloos rondje Place d’Etoile (zo heet dat plein waar de Arc de Triomphe op staat) verandert zo van nachtmerrie in een slapstick.
Sterker; het wordt pas écht leuk als er voldoende verkeer is. Elk stuk waar het eenvoudig doorrijden is, is toch een kleine teleurstelling. Dus eenmaal klaar met de fotografie bij de Obelisk van de Place de Concorde, duiken we vol overgave éérst even de verkeerde richting de stad in, alleen maar om zodoende ‘dat ene toffe stukje’ nog eens te kunnen doen. Zo ontdekken we ook dat de keien die her en der de straat bedekken met de jaren en onder druk van miljoenen auto’s, motoren, bussen en ander gespuis toch knap glad gepolijst zijn. En dan blijkt ineens dat zo’n scooter met die automatische ‘draai-en-hoop-dat-je-harder-gaat’ tóch nog wel voorzien is van een redelijke vermogensafgifte. Dat je er geen wheelies mee maakt is al snel duidelijk; daar is de hele aandrijflijn écht verkeerd voor ontworpen. Maar kom je ‘toevallig’ eens over een stuk met minder dan normale grip, en daarvoor is een natte weg net zo goed als gladgepolijste kasseien, dan blijkt dat je nog serieus kunt spelen met dit spul. Een laatste-moment-beslissing om tóch het Louvre even binnen te rijden (we zijn maar één keer in Parijs, dan moet je het goed doen ook. En we zijn met de scooter dus wie doet ons wat…verbodsborden in ieder geval niet voldoende) en dientengevolge scherpe stuuractie laat zomaar ineens het achterwiel een heel klein stukje opzij stappen. Interessant…
Het grote voordeel van een motorscooter is, naast wendbaarheid een relatief zuinig brandstofverbruik, de bagagemogenlijkheid. Zoals te verwachten was spant ook hier de Suzuki absoluut de kroon. Alleen al in het frontpaneel zijn een drietal bagagevakjes verwerkt, waarvan de onderste afsluitbaar is. Ruim voldoende om je adapters, oordoppen, telefoon, PDA, PSP, Gameboy, paperassen en knip in op te bergen. Daarnaast wisten we onder het zadel onze camera-outfit, video apparatuur, een extra helm én een rugzak met gebruikelijke kleding en toiletspullen kwijt te raken. Nadeel is de toegepaste gasveer(die het zadel open moet houden), die de slag van het zadel beperkt waardoor de riante opbergruimte beperkt toegankelijk is.
De Yamaha voert in deze de ondertoon. De opbergruimte onder het zadel is voldoende om een extra helm samen met kleding en toiletspullen op te bergen, maar daarmee is de ruimte meteen goed gevuld. In het frontpaneel is slechts een klein - niet afsluitbaar - opbergvakje waar net een rolletje pepermunt met twee condooms in passen. De Aprilia zit qua opbergruimte tussen de twee andere scooters in. De opbergruimte onder het zadel is ongeveer gelijk aan die van de Yamaha, maar de Atlantic heeft in het frontpaneel nog een redelijk ruim opbergvak dat bovendien afsluitbaar is. Daarnaast is de scooter als enige van dit trio voorzien van een slim 'boodschappentas-haakje', waardoor je ook nog eens een tas tussen je benen kunt meenemen. Ook is, vanwege een in het stuur verwerkt te demonteren (en dus door ons gedemonteerd) typeplaatje, de scooter als enige geschikt om (zonder aanpassingen te moeten doen) onze TomTom te monteren en heeft de scooter standaard nog een bagagerek waar een tas op vast te binden is.