Test: Moto Guzzi Norge 1200 GT
Pagina 4
Inhoudsopgave |
---|
Test: Moto Guzzi Norge 1200 GT |
Pagina 2 |
Pagina 3 |
Pagina 4 |
Pagina 5 |
Pagina 6 |
Pagina 7 |
Pagina 8 |
Pagina 9 |
Pagina 10 |
Roffel
Voor de waas in de spiegels hoef je toch niet snel zorgen te maken. Langere tijd boven de 6.000 toeren rijden doe je over het algemeen toch niet echt snel op de Moto Guzzi Norge. Een situatie waar zich dit wel kan voordoen is bijvoorbeeld op de (Duitse) Autobahn, met de nadruk op Duitse. Want als je zo'n 6.000 toeren draait in de zesde versnelling houd je toch al snel een kruissnelheid van ongeveer 150 kilometer per uur aan.
Zoals meestal bij een motor in het toersegment rij je vooral laag in toeren en is veel van de kracht ook al vanaf onder in de toeren beschikbaar. Op de Norge is dat niet veel anders. Al tussen de 2 en 3.000 toeren kan je lekker rustig en ontspannen rondrijden. Zelfs bij 1500 toeren pakt de motor al redelijk goed op. De eerste versnelling is redelijk lang, terwijl de rest van de versnellingen dicht bij elkaar liggen. Als je eenmaal aan het schakelen gaat, ga je hierdoor ook snel een paar versnellingen omhoog of omlaag. Waarbij het schakelen zelf erg licht gaat. De versnellingsbak is daarbij niet één van de stilste, want er zijn regelmatig toch aardige klakgeluiden te horen.
Plof
Het motorgeluid zelf wat de Norge voortbrengt is een prettige roffel van een twin. Zeker bij lage toeren klinkt het beschaafd en zoals je verwacht van een toermotor. Word je wat enthousiaster en draai je wat verder aan de gashendel dan neemt ook de roffel toe. Maar vooral bij het gas weer dichtdraaien laat de Moto Guzzi zich horen. Als bestuurder valt het op zich nog wel mee, ondanks dat het duidelijk hoorbaar is. Maar rijd je achter iemand op een Norge dan kan je best wel eens denken "Tjonge zeg, die ploft". Zelf ben ik er best wel gecharmeerd van maar zelfs ik dacht soms: het zou best wel iets minder mogen.
dat het reeds is doorgegeven aan de fabriek in Italie en gevraagd is om een andere mapping. Zeker omdat een gedeelte van de potentiële kopers deze ploffen misschien iets minder kunnen waarderen.
Wendbaar
Voor een toerbuffel is de Norge met een drooggewicht van 246 kilogram normaal van gewicht. Als je niet rijdt is tijdens het manoeuvreren van de motor dit gewicht wel voelbaar, maar het verdwijnt zodra je met de motor begint te rijden. Eigenlijk voelt de motor dan al snel licht aan. De motor wordt dan zelfs behoorlijk 'flexibel", waardoor ook in de stad of in de file de Norge nog prettig rijdt. Jammer is het dan wel dat het redelijk wat kracht kost om de koppeling ingeknepen te houden. Zeker bij het filerijden - waar soms veel met de koppeling 'gespeeld' moet worden - is het hebben van een stevige handdruk een voordeel. Het wendbare karakter komt ook goed tot zijn recht in krappe bochten. Verrassend gemakkelijk kunnen deze worden genomen. Samen met het nodige koppel dat onderin beschikbaar is, trek je de motor gemakkelijk de bocht door, zeker in bergachtige omstandigheden. Toch blijft wel merkbaar dat je hier niet met een scherp insturende supersport of zeer wendbare supermotard te maken hebt. Het blijft een motor uit het grote toersegment. Maar ook als het wat snellere bochten zijn blijft het insturen voor dit soort motoren licht gaan. De schrapende geluiden over het asfalt zijn dan ook al snel te horen, vooral in bochten naar links. Daar zit namelijk de zijstang van de middenbok, die redelijk snel kennis maakt met het asfalt. Aan de rechterkant is wat meer speling, maar ook daar verliest de middenbok nog wel eens wat materiaal. Neem het lichte insturen, het wendbare karakter en een zacht ingestelde vering en de Norge krijgt als het ware een speels karakter.