Zoeken

Test: Festival Italiano Nudo

Pagina 4

3 november 2006
Inhoudsopgave
Test: Festival Italiano Nudo
Pagina 2
Pagina 3
Pagina 4
Pagina 5
Pagina 6
Pagina 7
Pagina 8
Pagina 9

Strada correndo

FUN_4_1.jpgVan de S4Rs overstappen op de Tuono of de Corsaro is een wereld van verschil. Was in het verleden de Monster dé sportieve naakte streetfighter, het brede en laag geplaatste stuur maakt dat de zithouding je eerder aan een supersport dan aan die streetfighter doet denken. Zolang je geen vergelijkingsmateriaal hebt denk je dat het zo hoort, maar ga in hemelsnaam vooral niet zitten op een Tuono of Corsaro, dan is in één klap de Monster gedegradeerd tot een vrouwenfiets. Beide motoren weten de term streetfighter een compleet nieuwe dimensie te geven. De Tuono heeft dankzij de hogere zit en het hooggeplaatste stuur een meer natuurlijke (maar toch agressieve) zit, en dan is er nog de Corsaro... de motor zit zo ontzettend kort dat je het gevoel hebt óp het stuur te zitten. Ga zitten, pak het stuur vast en het eerste wat in je opkomt is: "Kom maar op als je durft!"

Ongeacht wie er ook op welke motor aan het rijden was, de volgorde van de fietsen was continue hetzelfde. Daar waar de S4Rs rijder alle zeilen bij moest zetten om in het achterwiel van de Tuono te blijven was één fiets al in geen velden of wegen meer te bekennen: de Corsaro. Niet alleen is de motor het meest wendbaar van alle drie de fietsen, daarnaast beschikt de fiets over een motorblok dat de rest eenvoudigweg doet verbleken. Onvoorstelbaar, wat een brok vermogen heeft deze fiets. Maakt niet uit in welke versnelling: een draai aan het gas en je hebt het gevoel dat de hel is opengebarsten. Terwijl, in directe confrontatie tijdens de gebruikelijke acceleratiemetingen, het telkens de Ducati was die de rest het nakijken gaf. Pas als de lage toeren worden aangesproken weet de Morini zijn tweehonderd cc cilinderinhoud extra goed te benutten. En dat mag toch wel op z"n minst opmerkelijk worden genoemd. De Ducati mag dan een stuk minder bruut aanvoelen dan de Corsaro, maar is dat in realiteit dus in het geheel niet. Sterker nog, daar waar de Corsaro de hoogste wheelie-factor lijkt te hebben was het wederom die S4Rs die mij met een derde versnellings powerwheelie aangenaam verraste.

FUN_4_2.jpg

En de Tuono? Die weet zich in dit veld kranig te weren, maar het zeer strakke rijwielgedeelte geeft duidelijk de voorkeur aan strak asfalt. Van alle drie de fietsen is de Tuono gezegend met het meest sportieve rijwielgedeelte en dito frame en dat is dus duidelijk te merken. Hoe strakker het asfalt, hoe dichter dat de Tuono bij de Corsaro weet te blijven. Van alle drie de fietsen heeft de Tuono het minst de neiging om het voorwiel in de lucht te steken, maar weet je als rijder op een andere manier te verwennen. Hard aanremmen en bruut terugschakelen maakt dat de anti-hop koppeling de achterkant heerlijk laat smeren en je dus - als je het trucje eenmaal door hebt - in Supermotard stijl de hoek om kunt steken. En dat is natuurlijk ook behoorlijk vet. En nu we het toch over anti-hop hebben: bij de S4Rs deed de anti-hop heel erg onopvallend goed zijn werk (net als bij bijvoorbeeld de GSX-R1000), terwijl de Moto Morini een wel heel aparte anti-hop constructie heeft. Hou je hand op de koppeling als je in eerste of tweede versnelling van het gas gaat en je voelt de handle licht worden, terwijl er van anti-hop aan het achterwiel geen sprake is. De anti-hop blijkt pas in te grijpen bij een zwaardere belasting van het achterwiel, wanneer er wordt teruggeschakeld.



Minuscule neusjes moeten bij alle drie de motoren voor de broodnodige windbescherming zorgen én, niet te vergeten, de motor zijn agressieve uitstraling geven. Dat heden en verleden goed samen kunnen gaan laat Ducati duidelijk zien. De Monster mag van dit trio dan het oudste concept zijn (de koplamp lijkt nog identiek aan die van de eerste Monster), maar door toepassing van een 'eenvoudig' schermpje wist men het ontwerp weer helemaal anno tweeduizend-nu te krijgen. Bij Moto Morini ging men voor hetzelfde concept, maar de dubbele koplampen in combinatie met het vlotte schermpje geven de motor een moderne en agressieve uitstraling. Als enige van dit gezelschap kreeg de Tuono een 'echte' neus aangemeten. De geïntegreerde dubbele koplampen lijken je aan te kijken als een agressieve wesp: "Pas op, ik bijt!" Opvallend is de onder de luchtinlaat geplaatste stuurdemper, waarmee de Aprilia als enige mee is uitgerust.

FUN_4_6.jpgWe zeiden het al, we hadden geen betere locatie kunnen treffen voor deze vergelijkingstest. Vanuit onze nieuwe thuisbasis, het plaatsje Fontanelice, blijkt een variatie aan wegen binnen handbereik te liggen. Een route van een kleine honderdvijftig kilometer is snel uitgezet en zal de komende dagen als ons 'officieel' testcircuit moeten dienen. Een route die varieert van nieuw geasfalteerde wegen met snelle bochten tot krappe bergwegen met dito hairpins en 'iets minder' gezegend asfalt. De S4Rs lijkt maar voor één ding gebouwd te zijn, hetgeen onder deze omstandigheden maar al te pijnlijk duidelijk wordt. Hoe harder er met de van 999 motor voorziene fiets gereden kon worden, hoe beter hij zich in z´n element begon te voelen. Iets wat voornamelijk de zithouding is aan te rekenen: je zit simpelweg lager en meer voorover gebogen dan bij de Tuono en Corsaro. Rij hard en er is geen vuiltje aan de lucht, maar op het krappe werk (net als een gemiddelde supersport) rijdt hij behoorlijk vermoeiend.

FUN_4_7.jpgDe Moto Morini Corsaro lijkt in deze dan ook het negatief te zijn van de S4Rs. De korte wielbasis en agressieve zithouding maken dat de fiets bij uitstek geschikt is voor het betere gooi- en smijtwerk, maar de té zachte achterveer maakt dat bij het snelle werk de achterkant al snel begint te pompen. Voor het snellere (lees: strakkere) scheurwerk zul je dus te rade moeten gaan bij de veringspecialist. Toch is Morini´s keuze om een zachtere achterveer toe te passen misschien nog niet eens zo´n verkeerde keus geweest. Enerzijds omdat het overgrote merendeel van de motorrijders nooit in dat gebied zal komen (je bent per slot van rekening al aardig aan het sturen voordat de achterveer je zal opbreken), anderzijds omdat de motor op deze manier toch behoorlijk vergevingsgezind is. Een sportieve schokbreker zal het rijwielgedeelte op hoge snelheid een stuk strakker maken, maar - vanwege het brute vermogen - tevens veel minder vergevingsgezind.

FUN_4_8.jpg
Getver... veel krapper moet het toch echt niet worden. Geef mij de ruimte en ik zal jullie allemaal eens een poepie laten ruiken!