Middenklasse naakt: Met de billen bloot
Vluchten kan niet meer
Boven de FZ6, in het midden de GSR en onder de Hornet
Zijn we wel goed bezig? Als we onszelf de eerdergenoemde spiegel voorhouden, wat proberen we hier nou? Beoordelen we deze machines niet te kritisch op extreme karaktertrekken? Wil je een motor kopen, dan maak je een keuze. Gedicteerd door je voorkeur, begrensd door je portemonnee en tussen die twee grenzen moet het gebeuren. Uiteindelijk kies je bijvoorbeeld voor een naked bike zoals we er hier drie van hebben.
Waar gaat het dan om? Een blok met voldoende benutbaar vermogen, hij mag best gillen, niet al teveel gewicht en een zithouding waar je mee kan werken. Anders zou je bijvoorbeeld wel voor een supersport gaan, in de praktijk heb je hier net even wat meer aan. Precies dat is wat dit hemelvaartweekend orde van de dag was: wel ontzettend knallen, maar daarnaast ook lékker knallen. Spélen, en met dat in onze gedachten voldoen deze drie motoren exact aan de voorwaarde, zonder uitzondering. Dus wat zoeken we nou eigenlijk?
Toch zijn het juist de verschillen, de details die het hem doen. Waarom als we weer terugvallen op het uiterlijk heeft Honda anders inmiddels een upside-down vork? Waarom heeft de GSR een volkomen nep maar wel vet uitziende dikke achterbrug? Waarom vallen we massaal over de tellerpartij van de Fazer? Allemaal zaken die er kennelijk toch toe doen, dus ook die zaken waar we eerder over zaten te mieren.
Tijdens het bepakken van de motoren voor de terugreis vallen zonder pardon de bagagecapaci- teiten onder de aandacht. En waar op andere vlakken de motoren slechts minimaal uiteen lopen, heeft voor reisdoeleinden elke fabrikant zijn eigen interpretatie toegepast. Om het eerlijk te houden heeft elk van de motoren inmiddels de uitlaat onder het zadel, wat voor iedere motor hetzelfde probleem betekent. De oplossingen liegen er echter niet om. Aan bevestiging bovenop het zadel heeft iedereen wel gedacht. Yamaha gebruikt daarvoor een slimme vorm van de duo-handgrepen dat als bijkomend voordeel heeft dat enige vastgesnoerde bagage net wat steviger op de plaats blijft dan zaken gemonteerd aan het zadel zelf, zoals bij de andere twee. Suzuki maakt gebruik van slinks onder het zadel weggewerkte lusjes, terwijl Honda wil uitstralen vreselijk doordacht te werk te zijn gegaan door uitklapbare haakjes toe te passen. Aan de uiteinden van deze haakjes zitten dan weer voetjes met gaatjes, waar eventueel iets aan vastgemaakt kan worden.
Daar heeft men bij Honda dan weer wel over nagedacht, er zijn wat dat aangaat accessoires leverbaar die daar kunnen worden bevestigd. En andere bagagemogelijkheid heeft de Honda ook niet; onder het spitse kontje valt geen enkel haakje of oogje te bespeuren, zelfs niet bij de voetsteunen. Daar heeft Yamaha tenminste nog voor een setje oogjes gezorgd, hoewel deze op aanzienlijke afstand van de bagage zitten en daardoor vaak niet haalbaar zijn voor de standaard riempjes die bij een set zadeltassen meegeleverd worden. Los daarvan zijn zadeltassen sowieso een leuke uitdaging, dankzij de spits lopende kont hebben deze totaal geen houvast en hangen ze dus angstig dicht bij het achterwiel of smelten ze zich vast op de uitlaatdempers. Maar net als bij Honda was men ook bij Yamaha zo slim om voor de groot-tourist een aantal zaken in het accessiore-pakket mee te nemen die het leven qua bagage moeten vereenvoudigen. Wat dat betreft is de GSR nog wel het netst. Naast een redelijke symmetrie (nog weer zoiets leuks van de Hornet..) zijn ook de duosteunen (net als de Yamaha) voorzien van met enige creativiteit bereikbare gaten en blijft een set tassen op een zeer acceptabele manier zitten. Yamaha en Honda hebben in het accessoirepakket zoals gezegd leuke oplossingen opgenomen, maar deze hebben uiteraard een meerprijs.
|
De tellerpartijen van de drie motoren kunnen amper meer van elkaar verschillen. De Yamaha blinkt uit in totale nutteloosheid (de afleesbaarheid is legendarisch) dus de Honda en Suzuki vechten om de eer. Beide zijn zeer informatief en uitgebreid: een odometer, twee tripmeters, benzine- en temperatuur, de gebruikelijke verklikkerlampjes en nog een paar andere zaken. Qua inrichting lopen ze ongeveer gelijk; de Suzuki heeft de toerenteller pal in het midden zitten terwijl Honda juist gaat voor de asymmetrische look maar dat dan wel weer afwerkt met een chromen randje.
|
|||||
Dus wat geeft de doorslag? Wat is in de praktijk handiger: een gearindicator of de mogelijkheid in één oogopslag tripmeter en tijd te kunnen zien? Hierover is maar ernstig moeilijk enigheid te vinden... De doorslag berust op een ander punt: de reserve-indicatie. Waar de Suzuki met een zeer summier (en eenvoudig over het hoofd te zien) knipperend icoontje aangeeft nieuw sap te willen breekt op de display van de Hornet bijkans de hel los. Zie je dit niet dan ben je wel echt blind. En geef toe, wat heb je aan een gearindicator als je leeg langs de kant staat?