Zoeken

Vergelijk: Kawasaki Versys 1000 SE vs. Suzuki V-Strom 1050 XT

Tour met vleugje sport

21 juli 2020

Vooraf hadden we al een beetje het idee wat het grote verschil tussen de Versys en de V-Strom zou zijn: de V-Strom oogt wat lichter en sportiever dan de Versys, die duidelijk meer als comfortabele reismachine wordt gepositioneerd. Dat merk je meteen aan de zithouding. De Suzuki is voorzien van een nieuw, two-tone zadel met een soort suède aan de bovenkant. Het is hard en lekker breed en kan eventueel 20 mm hoger worden gemonteerd. Wanneer je het brede, conisch gevormde stuur vastpakt, merk je dat je ietwat voorover zit, een tikje sportief. Je hebt verder riante beenruimte en de meeste mensen zullen
Ruitjes in hoogte verstelbaar, maar handig is anders. Bij de Kawa omdat je twee handen nodig hebt, bij de Soes omdat 'ie aan de voorkant zit. En dus beide tijdens het rijden niet aan te passen

Display van de Versys is zo veel mooier, overzichtelijker en bovendien Bluetooth connectie. Steekt het LCD scherm van de V-Strom maar karig bij af

Rugzak is een stuk lastiger vanwege de designvorm van de koffers, maar een helm past er met gemak in. In de topkoffer trouwens ook

Vier versus twee. comfort versus sport.
met de standaard zithoogte van 850 mm goed bij de grond kunnen. Bij koud weer zul je ook de handvatverwarming – net als bij de Kawa met een knopje op het handvat zelf te bedienen – zeker waarderen. Je merkt verder dat de spiegels lekker groot zijn en een goed zicht naar achteren bieden. Ook goed zicht heb je op de navigatie, die op een balkje boven het nieuwe dashboard is geplaatst. Dat dashboard is nog geen TFT-scherm, maar een LCD-display. Het is wel zeer overzichtelijk en bijzonder goed afleesbaar, ook als de zon erop schijnt. Tijdens het rijden merk je ook dat de verstelbare ruit in de hoogste stand redelijk stil is – tot snelheden van 120 km/uur aan toe. Bij de in Nederland tot 100 km/uur teruggebrachte maximumsnelheid heb je het dus heerlijk rustig.

Comfortabeler

Bij een overstap op de Versys 1000 SE merk je direct een verschil. De motor voelt wat zwaarder wanneer je hem van de zijstandaard haalt. Ook voor je zie je een wat riantere, bredere kuip en een bredere ruit, die dankzij een ventilatieopening in het midden bij legale snelheden ook vrij turbulentiearm is. Het scherm is vanaf de motor via twee draaiknoppen te verstellen. Dat kan tijdens het rijden, maar heel handig is het niet. Het is ook veiliger omdat bij stilstand te doen. Op de Kawa zit je duidelijk iets meer overeind, op het wat softere en lekker brede zadel, dat met name op langere ritten iets prettiger zit dan dat van de Soes. De tank sluit verder prima aan op mijn knieën en de voetsteunen zitten laag genoeg voor een ontspannen zithoek. De afwerking van de Kawa is apart. Het design heeft vele hoeken en kartels, zelfs de tankdop. De spiegels zijn ook wat hoekiger en smaller. Het zich erin is goed, al is het iets kleiner dan bij de Suzuki.
De V-Strom voelt levendiger en geeft je het gevoel actiever bezig te zijn

De Versys 1000 daarentegen stuurt verrassend lichtvoetig, maar voelt een stuk gemoedelijker, relaxter
Verder oogt het goed afleesbaar TFT-scherm van de Versys wat moderner. De afleesbaarheid is stukken beter dan bij de Versys van een paar jaar terug, waarbij ik voor de meeste items een leesbril nodig had. De TomTom is wel weer lastiger af te lezen, omdat die op de kroonplaat is gemonteerd. Je moet echt naar beneden kijken om te kunnen zien. Minpuntje bij het comfort is verder de zijstandaard: de pin op hem uit te klappen zit tussen het schakelpedaal en de voetsteun en is iets lastiger te bereiken dan op de Suzuki. De Kawa pareert dat echter met een betere middenbok, die minder kracht vraagt om hem erop te trekken.

Koppelmonster

Normaal wil ik met een testmotor nog wel eens Duitsland inrijden, om de potentie van het motorblok even goed te voelen. De lockdown staat dat nu niet toe, dus tokkel ik over de Nederlandse secundaire wegen, waar je vaak maar 60 of 80 mag. Toch trek ik de motoren af en toe stiekem even door. Kort maar genoeg om de indrukwekkende potentie van de 1043cc zestienklepper te voelen. Het is een smeuïg en beresterk blok, dat is getuned voor trekkracht van onderuit. Dat verraden de balanspijpen in de uitlaatbochten bijvoorbeeld: die verbinden de uitlaatbochten van cilinders twee en drie met elkaar en bochten één en vier: dat is een configuratie die de cilindervulling bij lage toeren verbetert. Dat merk je: het maximum koppel van 102 Nm komt bij 7500 tpm vrij, maar ook daaronder trekt de vierpitter lekker soepel weg met een mooie, sonore ronk uit de uitlaat. Je kunt als je wilt in de derde versnelling wegrijden,
Vanuit een ander perspectief dan, maar de verschillen blijven gelijk
Alleen de poppetjes zijn anders 
scherpe bochten pak je met gemak in de twee, waarbij het vooral heel prettig is dat de gasdosering – mede dankzij de elektronisch bediende gaskleppen - heel precies maar ook heel soepel is, zeker in de Road-stand. Als je het gas opendraait komt het vermogen er soepel in en zwelt dan snel aan tot indrukwekkende proporties. Al kan ik het topvermogen van 120 pk, dat bij 9.000 tpm wordt geleverd, in Nederland eigenlijk niet aanspreken. Belangrijker is het heerlijke koppel: bij inhaalacties kun je de Versys gewoon in de zes laten staan, het blok is sterk genoeg om in een mum van tijd voorbij je voorganger te vliegen.

Quickshifter

De SE-versie van de Versys is voorzien van een in twee richtingen werkende quickshifter. Die zorgt dat je met het gas vol open kunt doorschakelen naar de hogere versnellingen en met gas dicht kunt terugschakelen, beide zonder de koppeling te bedienen. Dat gaat niet altijd feilloos: bij het opschakelen werkt het niet als je net het gas moet dichtdraaien omdat je achter een auto zit of de maximumsnelheid hebt bereikt en ook bij het terugschakelen haakt het wel eens, vooral van de 4 naar de 3. Ik doe het liever ouderwets handmatig en dat kan perfect, want de Versys is voorzien van een zelfbekrachtigende slipperkoppeling. Die zorgt dat de koppeling kan doorslippen als je te bruusk op het achterwiel afremt, zodat het achterwiel in het spoor blijft. Bij het optrekken drukt het systeem de platen juist vaster op elkaar, waardoor de koppeling met lichtere koppelingsveren toe kan. Daardoor heb je minder handkracht nodig en is de koppeling gemakkelijker te doseren.