Kawasaki Z650 ECO Challenge
Snel en het liefst ook zuinig
Dit is de 2018 editie van de Kawasaki ECO Challenge, een tocht van 350 kilometer van Eindhoven naar Vielsalm, uit te voeren zónder tanken, zo snel mogelijk en liefst ook zo zuinig als het kan. En er staat veel op het spel: de eer van het winnen en de hoon van de collega’s als dat niet zou lukken. Oftewel: hoe laat ik het er stoer uitzien zonder dat het echt hard gaat?Drie jaar na de eerste editie is het tijd voor een rematch, maar dan ook wel met de lat een flink stuk hoger. Het idee is hetzelfde: rij zo zuinig mogelijk een vooraf uitgezette route. Hoe je dat doet is vrij en daar zit de kunst, maar valsspelen wordt direct gediskwalificeerd. Om het nog iets spannender te maken is de route een stuk langer, dus bestaat het risico dat je het niet zou halen als je té kwistig gas geeft. Elke motor is afgetankt en de tankdop verzegeld. Kom je aan met een verbroken zegel, dan ben je uitgesloten. En tot slot is er nog een extra element ingevoerd: ook de snelheid is een factor. Hoe sneller je arriveert, hoe meer punten je krijgt. Elke minuut langer dan de streeftijd of elke centiliter meer verbruikt dan de streef-hoeveelheid kost punten, elke minuut korter of centiliter minder levert op.
Dus dan komt het neer op tactiek en dat is voor iedereen hetzelfde. De motor in kwestie is de Z650, een klein, licht en wendbaar ding dat ook nog eens bekend staat om z’n zuinigheid. Maar zó zuinig? Dat moeten we nog maar eens aanzien. Nou was ik de vorige keer verhinderd, maar had het al helemaal voor me gezien om juist als absoluut minst zuinige over de streep te komen, met het argument ‘dat iemand dat zal moeten doen’ of ‘wel het meest normale gebruik van de motor’ of zo, maar zo ver kwam het dus niet. Dus toen het deze keer wél uit kwam, zag ik mijn kans schoon. Behalve dan die afstand, die moest dus nog steeds overbrugd worden. En een keer extra tanken… tja.. laten we zeggen dat ik sterk in tweestrijd lag.
Wat is dat? Gas geven? Ja, voor de foto ja...
Nou had ik wel opgelet. Pal na de vorige keer heb ik de route nog eens gereden met de Z300 die ik destijds een paar maanden reed, met een vergelijkbaar doel. En daarbij heb ik een paar tips ter harte genomen. Dat je niet te hard moet rijden is logisch, maar te langzaam is ook weer niet goed. Maar wat nog veel belangrijker is, is voornamelijk constant rijden. Elke remactie moet weer gecompenseerd worden met extra gas om op gang te komen, dus hoe minder je remt, hoe minder je verspilt. Zo'n uitzicht, maar dan zes uur lang. En iets platter op de tankDat je dus ook zo min mogelijk stil moet komen staan spreekt voor zich, net als dat je gewoon je motor uit zet als je wél eens ergens bij een rood licht staat. Dat zijn de belangrijkste regeltjes, verder bekijk je het maar.
En dat gebeurde ook. Om het wat makkelijker te maken werden we met tussenpozen gestart, Isle of Man stijl. Daarmee voorkom je dat je elkaar in de weg rijdt, afkijken, valsspelen en andere ellende. Hoe moeilijk dat is, kwam ik later achter toen ik –intussen- m’n grootste concurrent Arno tegenkwam op een stuk dat weinig variatie in rijstijl toeliet. Met nagenoeg gelijke snelheid en een slingerende weg is het onwijs moeilijk een inhaalactie te laten slagen en ben je genoodzaakt bij elkaar te blijven, ook al past dat niet bij je eigen tempo. Heel vervelend en het leidt bovendien af. Maar dat was gelukkig maar een stukje.
Goed, onderweg ben je dus nagenoeg alleen. Nagenoeg dan, want ik had mijn tactiek van snelheid niet laten schieten, ik zou scoren op de rijtijd en hopelijk daarmee genoeg voorsprong houden om de overwinning binnen te slepen. Dat had ik slim beredeneerd, een motor heeft behalve een piekvermogen en piek koppel ook een piek efficiëntie. Op dat punt is de verhouding energie die erin gaat tegen energie die je terugkrijgt het best en dat hoeft helemaal niet superlaag in toeren te zijn. Reken zelf maar uit: als je laag in toeren veel gas geeft, ben je onwijs veel benzine aan het verbruiken om maar mondjesmaat harder te gaan, terwijl als je vol in toeren jaagt je vooral heel erg veel kabaal maakt. Vergis je niet, de volgende foto reed die fietser vooropIk had thuis moeten kijken waar het maximum koppel van het ding zit, want daar zou het best eens in de buurt kunnen zitten. Koppel is immers ook een vorm van efficiëntie en als je dus maximaal kracht uit je benzine krijgt, zal het dus ook wel redelijk efficiënt zijn. Zet dat (uit je hoofd, met de natte vinger) af tegen de snelheid en je komt uit op een gangetje van negentig, vijfennegentig in zesde versnelling. Prima tempo, makkelijk te onthouden en dus is dat mijn richtsnelheid. Totaal nergens op gebaseerd, maar het klinkt oké en dus houden we dat aan. Kan ik eindelijk m’n tic eens zinnig gebruiken: ik heb meestal mijn wijsvinger op m’n remhendel liggen. Doet daar niks, behalve remmen als het moet, maar dat is nu ook wel een handig hulpmiddeltje om m’n gashand nog strakker en stabieler te houden. Het werkt!
Ja heuvelaf... zo kan ik het ook