Zoeken

Kawasaki Z650 ECO Challenge

3 liter - 1 op 33,3

18 juni 2018

Als degene die als initiatiefnemer van de Z650 Challenge de meer dan 350 kilometer lange route van Eindhoven naar Vielsalm had uitgezet was ik uiteraard uitgesloten van deelname, maar niet minder fanatiek om het beste resultaat neer te zetten, uitgesloten of niet. Nu had ik het ook een stuk gemakkelijker dan de rest; tijdens de voorbereiding had ik de route Inmiddels begint dit hier op mijn forensenroute te lijken, zo vaak ben ik al geweestal enkele keren verkend op exact dezelfde manier zoals deze Challenge, ofwel aftanken bij de Shell op exact 1,9 kilometer van het officiële startpunt, het van der Valk hotel in Eindhoven, en vervolgens in één ruk doorrijden tot de finish. Buiten dat ik grote delen van de route inmiddels wel kon dromen had ik naast routekennis het voordeel dat ik al die tijd aan mijn 'zuinigheidstactiek' had kunnen werken en daarmee ook wist hoe knetterzuinig de Z650 dan kan zijn. En dat als de benzine indicator begint te knipperen, d'r nog altijd voor minstens 100 kilometer aan benzine in de tank aanwezig is. 

Gestart met een verbruik van 1:25,7 had ik dat tijdens de voorbereiding al weten aan te scherpen tot 1:28,1, waardoor ik me deze Z650 Eco Challenge ten doel had gesteld om minstens 1 op 30 te scoren. Of beter nog: 1 op 33, omdat zich dat bij de Belgen mooi naar een verbruik van exact 3 liter (op 100 km) vertaalt. Als 'official' was het mijn taak om telkens als eerste bij alle ingeplande stops voor koffie, Belgische frieten en de broodnodige fotoshoots (immers, zonder foto's geen verhaal) te arriveren om de anderen – die wel voor de prijzen mochten gaan – op te vangen. Omdat ik als enige wist waar de fotografen zich hadden verstopt - en niet onbelangrijk, waar de lunch- en koffiepauze was gepland - was iedereen er weliswaar op gewezen dat om die reden ik niet mocht worden ingehaald, maar het laatste wat ik wilde was langzamer zijn dan de rest.


Toen Windows '95 werd gemaakt wisten we nog niet waar we moesten zijn... nu inmiddels wel

Ondanks dat er voor m'n gevoel op flink wat plekken meer verkeer en dus meer oponthoud was dan tijdens de voorbereiding (Roemeense vrachtwagenchauffeurs die denken het best zonder navigatie te kunnen doen met daarachter een hele colonne die niet in durft te halen, gemeentewerkers die precies vandaag besluiten bomen te snoeien en boeren die vlak voor je neus de koeien van Tussen omvallen en blijven rollen, daar ligt de gouden snelheid.wei a naar wei b aan de overkant verplaatsen, dat door dingen) gaat het eerste deel over Noord-Brabantse en Limburgse binnenwegen (nooit geweten dat er nog plekjes zijn in Nederland waar het mooi rijden is met relatief weinig verkeer) voor m’n gevoel voortvarender en zuiniger dan ooit en ik arriveer bij de koffiestop annex eerste fotolocatie in de veronderstelling dat ik een behoorlijke voorsprong op de anderen heb. Het display leert me dat ik het eerste deel met een verbruik van 1 op 29,2 heb volbracht, wat inderdaad beter is dan tijdens de voorbereiding, maar dat geldt niet voor m’n rijtijd. Over deze eerste 123 kilometer heb ik 2 uur en 15 minuten gedaan, exact gelijk aan mijn eerdere tijd en beduidend langzamer dan de als laatste gestarte Vincent, die veel eerder dan verwacht als eerste arriveert. Waar ik alles uit de kast probeer te halen in mijn jacht op de ‘drie-liter’, is Vincent overduidelijk voor de ‘snelste tijd met 15 liter restrictie’ aan het gaan.

Vanaf de koffiestop haal ik alles uit de kast om het verbruik nog verder aan te scherpen en maak daarbij optimaal gebruik van de vele afdalingen, waarbij het de kunst is om precies op het hoogste punt genoeg snelheid te hebben opgebouwd om de Z650 vervolgens maximaal met uitgeschakelde motor te laten rollen. Plat op de tank, de versnellingsbak in neutraal en rollen maar tot de snelheid onder de 40 km/u zakt, starten, beetje tussengas, direct 2-3 opschakelen en weer doorrijden. Start-stop voor verkeerslichten deed ik al, maar doe dat nu nog een tikkie extremer en maak er een sport van om zoveel mogelijk met uitgeschakelde motor te rollen. Snelheden tot 75 km/u binnen de bebouwde kom zijn geen uitzondering, Zuinigheid tot in het extreme, met ingeknepen koppeling en uitgeschakelde motor rijbeelden maken. Kunnen ze vast wennen aan de elektrische toekomst, die fotografen maar de grap is dat niemand zich daaraan stoort, omdat ik dat ofwel met belachelijk weinig toeren ofwel met uitgeschakelde motor doe, en daarmee dus geen geluid – en dus ook geen overlast – produceer. 

De grootste kick krijg ik in de Noord-Eifel, de 266 om Simmerath klimt langzaam omhoog, maar ik weet dat daarna een steile afdaling volgt en zorg dat ik precies op het hoogste punt een snelheid van 105 km/u volgens TomTom aantik. Koppeling in, run-off en de motor direct in z’n vrij zetten, om vervolgens de hele afdaling een snelheid van 75-85 km/u aan te kunnen houden. Ik heb geluk, er is geen enkele tegenligger op dit stuk, waardoor ik geen enkel moment hoef te remmen – ook niet in de bocht en als in een linker haarspelbocht de route rechtsaf gaat kan ik de haarspeld dwars oversteken en zonder snelheid te minderen rechtsaf gaan. Met stomme verbazing gadegeslagen door twee sportieve Ja hoor, afsnijden mág. Alles voor het heilige doelmotorrijders met Fireblade en GSX-R, die in de parkeerstrook net na de haarspeld even aan het chillen zijn. Interesseert met niet wat ze van me denken, ik ben met een missie bezig die ‘3-liter’ heet. 

Dankzij de trukendoos is het verbruik inmiddels tot 1 op 32 gedaald, waardoor ik het mezelf toesta om op het enige relatief lange stuk weg rechtdoor in de Ardennen de snelheid tot boven de 100 km/u op te voeren, omdat 80 op deze brede weg wel heel erg langzaam voelt. Het kost me wel enkele tienden aan verbruik, maar dat maak ik in het laatste stuk wel weer goed, er zitten nog genoeg afdalingen in het verschiet waar het verbruik in positieve zin kan worden bijgesteld. De jacht naar een zo zuinig mogelijk verbruik zorgt soms wel voor hilarische taferelen. Met 65 km/u en uitgeschakelde motor (en ditmaal ingeknepen koppeling) in de bebouwde kom voor een haakse linker een Golf inhalen omdat ik geen vaart wil minderen, om even later buiten de bebouwde kom door diezelfde Golf te worden ingehaald, waarna een dorpje later hetzelfde ritueel zich herhaalt. Ondanks dat we allemaal een zelfde helm op hebben, zie je gek genoeg toch wie wie is?Eenmaal snij ik mezelf in de vingers, in mijn hoffelijkheid ga ik zo ver mogelijk rechts op de weg rijden en geef richting aan naar rechts als teken voor de auto achter me om in te halen, als niet veel later een steile afdaling met rotondes volgt. Rotondes die me nét niet de ruimte geven om de auto weer voorbij te gaan en ook op het rechte stuk zit inhalen er niet in, de weghelften zijn gescheiden door een betonnen vangrail. Damn, had ik ze nu toch maar niet voor laten gaan…

Het laatste deel van de route vanaf de laatste fotolocatie is voor mij het allerleukste deel. Met nog zo'n 40 kilometer te gaan tot de finish bij de Motorherberg Baton Rouge in Vielsalm mag iedereen direct doorrijden en rijd ik het laatste stuk met Vincent op. Alsof we de Isle of Man TT aan het rijden zijn, dát gevoel, maar dan de Isle of Man TT bij 3.000 toeren per minuut, want ondanks dat we allebei erop gebrand zijn om voorop te rijden, vertikken we op het rechte stuk gas te geven, waardoor we continue aan het stuivertje wisselen zijn. Eenmaal heeft Vincent geluk vlak voor een auto linksaf te kunnen slaan waar ik wel moet stoppen, maar ik weet precies hoe elke bocht gaat en kan daardoor weer op ‘m inlopen. En er voorbij in een bocht waarvan ik weet dat je écht niet van het gas hoeft te gaan. Met het verbruik in het display inmiddels gedaald tot 1 op 33 en nog enkele kilometers tot de finish te gaan komt het ‘3-liter’ doel behoorlijk dicht in de buurt, totdat een lokale bouwvakker blijkbaar niet gecharmeerd is van ons rijgedrag en in eerste instantie de jacht op Welke vormgever verzint het nou weer om een foto uit de eerste bocht als laatste in een artikel te zetten? Daar moeten we eens hard mee praten...Vincent en daarna op mij heeft ingezet en mij niks anders rest dan net als Vincent even de kraan te openen. 

Bij de pomp gearriveerd vraag ik me af hoeveel brandstof dit geintje met die stomme bouwvakker me heeft gekost, maar wordt aangenaam verrast als de meter van de benzinepomp bij 10,6 liter stopt. Kawasaki’s ‘wedstrijdleider’ Alex is minstens zo verbaasd en vult de tank onder een hoofdschuddend “dat kan niet, dat kan niet” de tank nog tot 10,8 liter bij, om daarna te constateren dat ‘ie nu toch echt tot de nok toe weer vol is. Dat levert me bij een afstand van 358 kilometer volgens de TomTom plus de 1,9 kilometer die ik vanaf de benzinepomp in Eindhoven tot het hotel had afgelegd een verbruik op van 1:33,3, ofwel exact 3 liter. Ik mag dan voor spek en bonen hebben meegedaan, maar ben wel in m’n missie geslaagd. De volgende keer mag iemand anders de route uitzetten, zodat ik met de bokaal naar huis kan gaan.