Kawasaki Z650 ECO Challenge
Leerzame spielerei
Nou lijkt het allemaal best geinig en een beetje spielerei, gewoon een beetje op je snelheid letten en je komt er toch wel… maar vergis je niet, hier is toch echt wel wat te leren! Want wil je het goed doen, dan zal je niet alleen goed moeten kunnen inschatten, anticiperen en timen, maar hoe neem je bijvoorbeeld het soepelst een T-splitsing? Door gebruik te maken van de volle breedte van de weg en de bocht zo wijd mogelijk te maken. Dat kan alleen als je echt alles goed doet, waarvan –vaak- akte. Uitzicht? Welk uitzicht?Maar dat we hier zo in op gingen dat we de volgende dag onbewust nog steeds 125cc-racelijnen aan het rijden waren, hadden we niet kunnen voorspellen. En daarover gesproken… met alle tijd die ik onderweg toch had, leek me wel een snood plan om dit nog eens te herhalen, maar dan met tweetakten of misschien nog leuker: elektrische motoren met alle regeneratie of motorrem uitgeschakeld. Zonder remwerking zal je nóg soepeler moeten rijden, je rijlijnen nóg beter moeten uitkiezen en nóg meer geluk moeten hebben wat het overige verkeer betreft. Want wat geldt voor de concurrent, geldt nog veel meer voor auto’s die van onze hele race niks te maken hebben. Gaan voor je rijden op een ander tempo, gaan remmen waar het niet nodig is en het allerergste: stoppen bij een kruispunt. Als je daar eenmaal achter zit, weet je pas wat frustratie is. En even snel erlangs is al helemaal uit den boze, dat kost energie. Dus inhalen, mocht het eindelijk kunnen, gebeurt nog steeds met zo min mogelijk brandstof.
Anyway, hoe verder ik kom, hoe meer ik de resterende kilometers bekijk. Soms wordt het beter, soms iets minder, maar zo lang ik dat getal maar boven het getal in de Tomtom kan houden, zit ik goed. Inmiddels kijk ik ook met een schuin oog naar de benzinevoorraad, die zachtjes aan op z’n laatste blokjes afkomt. Als ik het laatste aanbreek en dat fanatiek begint te knipperen, heb ik nog zo’n negentig kilometer te gaan. Jemig, óf de benzinemeter is wel erg voorzichtig, óf ik heb ergens een rekenfout gemaakt. Maar geen tijd om me daar druk om te maken, ik kan toch alleen maar doorrijden. Vingertje op de rem. Niet om te vertragen, maar om het gas constant te houden. Werkt.Wat ik wel hoop is dat mijn telefoon het dan nog doet, om eventueel de bezemwagen te bellen. Met alle apparatuur aan en gekoppeld gaat mijn batterij harder achteruit dan anders en je zult ’t net zien… dan ga ik de barbecue niet halen. Maar voorlopig rijden we nog door. En daar is de laatste fotostop. Ik ben er weer als eerste en kan dus op adem komen voordat de rest komt. Die druppelen vanzelf binnen en beginnen direct te keuvelen over hun avonturen. Als Arno in de verte verschijnt, zie ik hem steeds trager rollen. Die heeft duidelijk z’n motor uitgezet. Zo erg zelfs, dat hij de laatste meters gewoon duwend aflegt, de snaak. Ik gun het hem, ik rij mijn eigen race. Als een van de anderen begint over zijn benzinevoorraad moet ik toch besmuikt glimlachen. “Joh, je hebt nog zát. Maak je maar niet druk over de finish halen, zo lang ik nog rij, rij jij ook. En ik ben hier, dus no worries”.
Zoooooo moet het! Plat liggen, linkerarm op de rug en stoempen. Rondje 31 laag!
Maar dan komt het. Na deze stop ben ik opnieuw de laatste om te vertrekken, maar ik rij nu samen met Ed die is achtergebleven. Ik zet het contact aan en zie alleen nog maar streepjes in de rangemeter. Damn. Dus je kunt gewoon zó weinig benzine in je tank hebben dat de meter niks meer doet. En met een knipperende benzinemeter rij ik vanaf hier dus blind…
Voor dit jaar heeft Kawasaki weer een nieuw kleurtje. Staat 'm eigenlijk best wel goed. We hebben
het in dit geval over de versie met Sportpakket, bestaande uit ruitje, afdekkapje en uitlaat
Voordeel is wel dat ik niet meer alleen rij. Alhoewel… ik laat me nu niet meer afleiden en blijf m’n eigen tempo rijden. Alleen doet Ed dat dus ook en dat betekent dat we er allebei alsnog een eigen stijl op nahouden. En dat betekent dat we afwisselend sneller dan de ander gaan en nooit eerder zo vaak elkaar voorbijgereden zijn. Of in zijn woorden ‘Nu weet ik hoe die mannen van de Isle of Man TT zich voelen’!
Nog maar een paar kilometer. We golven door het landschap heen, als we langzaamaan naar een busje met aanhangwagen met daarop wat landbouwtuig toe rijden. Ed is eerst en glipt er voorbij, ik haal het net niet op dit stuk weg en moet een volgende kans afwachten. Alleen krijg ik die niet, omdat de chauffeur van de bus zich breed maakt en me er niet langs laat. Gewoon botweg blokkeren. Ja wát nou…. Ik rij een Z650, die past in elk gaatje en ik laat me nu niet meer tegenhouden, dus als hij toch zijn eigen weghelft moet aanhouden, kies ik voor de gladiolen en glip erlangs. Alleen rij ik nog steeds m’n zuinige tempo en schiet er dus niet helemaal snel langs. Daardoor krijgt hij de kans me te trakteren op een scheldkanonnade waar ik kop noch staart van weet te maken. Wat ik echter wel weet is dat hij het op me gemunt heeft, Lijkt nog alsof het hard gaat ookwant zodra ik erlangs ben blijft hij in m’n spiegels plakken. Hij drukt me zelfs op… dat kijk ik een paar bochten aan en als ik merk dat hij echt niet van plan is het te laten rusten ben ik het zat. Dan maar stilvallen of zo, ik moet nog vier kilometer en het gaat bergaf. Geronimo. Ik peut het gas open en ben weg. Dus ziet Ed me ineens met 130 voorbijkomen, terwijl die razende Belg nu achter hém aan zit. Als hij dat merkt sluit hij snel bij me aan en samen schieten we de laatste haarspelden door. Wegwezen. Eenmaal in Vielsalm aangekomen staat het ontvangstcomité al klaar bij de pomp. Finish, einde. Gehaald. En ook nog eens op eigen kracht. Mijn dag kan al niet meer stuk. Wát een tocht….
Na een feestelijke finish in herberg Baton Rouge gaat de jury in beraad. Met een zelf bedachte unieke formule komt er uiteindelijk een score uit, die hieronder in het schema is terug te zien. Winnaar is inderdaad de allerzuinigste gebleken, Arno Jaspers, die echt het onderste uit de kan heeft gehaald. Rollen met motor uit, duwen en heel strikt traag rijden brengt hem uiteindelijk op een verbruik van een waanzinnige 1 op 32. Over een afstand van 371,6 kilometer vergt dat een echt ijzeren discipline. Verrassend genoeg ben ikzelf uiteindelijk nog tweede geworden, terwijl ik mijn tactiek toch echt op snelheid had ingezet. Met een verbruik van 1 op 27,9 is dat ook wel te merken, maar blijkbaar was mijn theorie dus toch niet zo gek. Opvallend is echter wel dat de rest, die volgens logisch redeneren dus ergens tussen snelst en zuinigst zou moeten zitten, allemaal lager gescoord hebben. Dat geeft je toch te denken.
'Ritsma ligt op kop, maar voelt al wel de hete adem van de nieuwkomer in z'n nek als hij niet oppast' Je gedachten dwalen wel eens...