Vergelijk: Hyperstrada versus Stradale 800
Nukkig versus de allemansvriend
Ten opzichte van de Rivale is de 800cc driecilinder ‘afgeknepen’ tot 115 pk bij 11.000 toeren per minuut, maar dat zijn er nog altijd vijf meer dan de 110 paarden die bij de Hyperstrada bij 9.250 toeren ter beschikking staan. Vreemd genoeg heeft dat mindere vermogen ten opzichte van de Rivale niet tot een gunstiger brandstofverbruik geleid. Met een gemiddeld gebruik van 1 op 12 s
lurpt de Stradale nog harder dan z’n baas, waardoor ergens tussen de 120 en 140 kilometer de fiets aangeeft dat het weer mooi is geweest. En dat is voor een gewone fiets al triestig vroeg, laat staan een fiets die voor langere afstanden is bedoeld. De Hyperstrada laat op dat vlak zien hoe het hoort, met een verbruik van rond de 1 op 20 en controlelampje dat pas gaat branden ver voorbij de 200 kilometer. Naast het mooie verbruik is ook de souplesse van de Duc – zeker voor tweecilinder begrippen – ongekend. Ook als de digitale toerenteller het cijfer 4 nog niet heeft bereikt gaat de fiets al aardig van z’n plek, maar kan niet tippen aan de souplesse van de driecilinder. De MV laat zich in zelfs in zesde versnelling afknijpen tot het stationaire toerental en bouwt daarna mooi zijn vermogen op. De injectie is daarbij zo zijdezacht, zelfs in de sportmodus, dat het ondanks het slechte weer niet in ons opkomt de switchen naar de Normal of Rain modus waarin het vermogen tot 90 pk is beperkt.Daar staat tegenover dat de Stradale nog stiller dan een Brammo (excuus, dat heet tegenwoordig Victory) Empulse is, waar de Hyperstrada zelfs met standaard pijp al behoorlijk vet klinkt. Zo vet, dat de tweecilinder boven het geluid van de triple uitkomt. Ongeacht of ‘ie nou voor of achter je rijdt. Het enige wat op de Hyperstrada valt aan te merken is dat ‘ie bij constante snelheid niet mooi constant loopt, wat op de snelweg na verloop van tijd best irritant wordt. Bij de Duc is het dus zaak om lekker actief bezig te zijn, en dat gaat de fiets bijzonder goed af. Ten opzichte van z’n sportievere broer de Hypermotard (en in nog grotere mate ten opzichte van de Hyper SP) heeft de Strada wel wat aan flitsend stuurgedrag ingeboet, m
Het display van de MV is én overzichtelijker én heeft meer info, maar verspeelt die punten weer bij de controlelampjes die amper opvallen
Onhandige knopjes en nóg onhandigere knopjes
Op het eerst oog handig, het slot op de tas van de Stradale, tot je erachter komt dat het daardoor ook lekker binnenregent. De Hyperstrada heeft losse slotenaar is desondanks nog steeds gemakkelijk te verleiden tot flitsend knalwerk. De vering is duidelijk meer op comfort afgesteld, maar geeft wel goede feedback en is daardoor erg voorspelbaar, waardoor er zelfs in de regen nog aardig kan worden gestuurd. De versnellingsbak schakelt licht en direct en zelfs de neutraalstand is vrij gemakkelijk te vinden, het enige minpunt is de koppeling die aan de zware kant is, waardoor file- of stadsverkeer best vervelend worden kan.
Ook van de Stradale is de koppeling niet helemaal perfect. Deze laat zich weliswaar lichter bedienen, maar het aangrijppunt is behoorlijk laat waardoor je bij een stoplichtsprint altijd als laatste weg bent. Of onder normale omstandigheden onbedoeld met veel te veel toeren en halfslippende koppeling wegrijdt. Schakelen op zich doet de Stradale nagenoeg perfect, tenminste voor wat het opschakelen betreft. MV heeft tegenwoordig haast alle modellen van quickshifter met auto-blipper voorzien, waardoor bij zowel op- als terugschakelen de koppeling niet meer nodig is, maar die werkt niet 100%. Het opschakelen gaat licht en precies en is op die enkele keer na dat de 5e versnelling wordt gemist eigenlijk perfect, maar bij het terugschakelen geeft de elektronica soms te veel t
ussengas, waardoor de motor in plaats van afremt ineens accelereert. En dat is wat rijden betreft nog maar het minste probleem. Hoe slechter het wegdek wordt, hoe slechter er nog met de Stradale kan worden gestuurd. Snelle bochten op strak – en vooral droog – asfalt gaan de Stradale probleemloos af, zo heeft me een trip twee dagen eerder onder de stralende zon richting Luxemburg geleerd, maar zodra er ‘echte’ bochten komen wil de Stradale maar met moeite de bocht in en wordt bovendien erg nerveus aan de voorkant. Alsof ‘ie constant aan het zoeken is. Daarbij reageert de MV op elke oneffenheid op een onvoorspelbare manier, waardoor het vertrouwen nog harder smelt dan een Cornetto in de woestijnduinen van Marokko.Waar de Hyperstrada zich in de zeiknatte Ardennen ontpopt tot een echte allemansvriend die je alle vertrouwen geeft ook onder deze erbarmelijke omstandigheden op pad te gaan kruipen de billen op de Stradale steeds dichter naar elkaar. Als in het hotel de Stradale van z’n bagage kan worden verlost knapt ‘ie daar wel aanzienlijk van op, maar echt goed aan het sturen krijgen we de fiets niet. Vooral tijdens de fotoshoot op een halfnat wegdek zijn de verschillen enorm: daar waar de Duc ons alle vertrouwen geeft wil het op de MV maar niet en hebben we constant het gevoel op eieren aan het rijden te zijn. Ongeacht welke rijstijl erop na wordt gehouden: zitten waar je zit, knie naar buiten of juist poot uitsteken, de Stradale blijft een onwillig ding. Waar de Stradale echter wel in uitblinkt is de vertraging die door de Brembo remmelarij wordt gerealiseerd: directer en met meer bite dan de Hyperstrada.