Zoeken

Test: Suzuki GSX-R 25th anniversary

Er is er een jarig

15 juli 2010
Inhoudsopgave
Test: Suzuki GSX-R 25th anniversary
Er is er een jarig
De straat
Het circuit
GSX-R750
GSX-R1000
Conclusie
Technische gegevens

GSXR_25th_IMG_9744.jpg

Dat de wereldwijde kredietcrisis ook in motorland diepe sporen heeft achtergelaten, dat hoeven we waarschijnlijk niet meer uit te leggen. De grijpgrage cultuur in de top van het bankwezen had (en, helaas nog steeds, heeft) de hele wereld in zijn greep waardoor consumenten de hand op de knip gingen houden en de verkopen van luxe zaken als auto’s en motoren drastisch terugliepen. Suzuki had zich dan ook geen slechter moment kunnen bedenken om het zilveren jubileum van de GSX-R te vieren, maar je kunt nu eenmaal niet een geboortedatum achteraf veranderen. Echter, kredietcrisis of niet, er moest toch iets worden gedaan om dit heugelijke feit niet ongemerkt voorbij te laten gaan en dus kwam Suzuki met een 25th anniversary uitvoering van de GSX-R1000: een ander kleurtje, een GSXR_25th_0777.jpgander logo en een uniek en genummerd typeplaatje op de kroonplaat. Een schril contrast met de twee GSX-R modellen die Suzuki in 2005 lanceerde ter gelegenheid van de 20e verjaardag van de GSX-R. Dát vond onze eigen Suzuki importeur ook, en dus werd voor onze eigen markt nog een 25th anniversary uitvoering ontwikkeld voor de GSX-R600 en GSX-R750, waarbij naast een uniek typeplaatje het nodige aan carbon werd verwerkt.

Dat beide modellen edoch een ingetogen feestelijk karakter hebben ervaren we al snel, als we ons in Vianen melden om de fietsen op te halen. Ware het niet voor het op de kroonplaat geplaatste 25th typeplaatje, dan zou je geeneens in de gaten hebben dat het hier speciale verjaardagsuitvoeringen betreft. De GSX-R750 is van nagenoeg dezelfde carbon onderdelen voorzien als de Special Edition van 2009, terwijl de GSX-R1000 behoudens een goudkleurig logo op de kuip helemaal geen aanpassingen lijkt te zijn ondergaan. Echter, schijn bedriegt en zo blijken ook deze GSX-R’en wel degelijk onderscheidend te zijn. Alleen al de kleurstelling van de GSX-R1000, die speciaal voor dit GSXR_25th_IMG_9789.jpg
GSXR_25th_IMG_9779.jpg
feestvarken werd ontwikkeld en de motor zondermeer een heel erg chique uitstraling geeft. Zó chique dat ik voor het eerst in 25 jaar de link durf te leggen met Italiaans design. Een Suzuki, chique? Jazeker! Onderling overleg over wie welke fiets mee naar huis neemt heeft ditmaal dan ook geen enkele zin: ik ga op de duizend en daarmee uit. Vincent is echter een totaal andere mening toegedaan en heeft dan ook totaal geen moeite met mijn keuze, om precies dezelfde reden is zijn keuze op de GSX-R750 gevallen.

Als eenmaal thuis gearriveerd de eerste indrukken worden uitgewisseld wordt de toon meteen aangescherpt. Daar waar Vincent ervan overtuigd is mij op die dikke duizend wel even de oren te gaan wassen ben ik precies dezelfde mening toegedaan, maar dan omgekeerd. Hoewel de rit vanuit Vianen naar huis slechts van korte duur was, laat de duizend zich op de bochtige dijkweg, die meer en meer de Motorfreaks rennstrecke begint te worden, zich als nooit tevoren sturen. Met een “pak jij maar in, dit is de allerbeste 1000 die Suzuki tot heden heeft gemaakt,” leg ik Vincent het vuur aan zijn voeten, die daarop direct van repliek geeft en me te kennen geeft geen schijn van kans te hebben tegenover de in zijn ogen bovendien vele malen mooiere GSX-R750. “Man, wit, da’s een kleur voor mietjes man, GSXR_25th_IMG_9886.jpghadden ‘m net zo goed hemeltjesblauw of zachtroze kunnen maken. Zwart, dá’s pas een stoere kleur. Bovendien is deze GSX-R750 het allereerste design uit de 25 jaren GSX-R dat écht tot de verbeelding spraakt.” De toon is gezet.

Terwijl ik de eerste snelwegrit richting grensovergang Hazeldonk op de GSX-R afleg ben ik verbaast over het comfort van de fiets. Daar waar Suzuki in het verleden er een patent op leek te hebben de zithouding precies goed te maken, totdat chef grondspeling besloot de voetsteunen vijf centimeter hoger te plaatsen is het ditmaal prima vertoeven op de superbike. Het met dank aan de drukke avondspits relatief lage tempo gaat de motor geen enkel moment opbreken. Het motorblok laat zich gemakkelijk afknijpen tot 2.500 toeren om daarna vloeiend weer op te pakken. De krachtsexplosie, die zo kenmerkend was voor het 2005 model, ontbreekt, maar dat weet de motor meer dan goed te maken zodra de motor de ruimte heeft en in het vijfcijferige toerengebied dreigt te komen. Daar heeft die Vincent straks zekers te weten een vette kluif aan.