Zoeken

Test: KTM RC8 vs. Kawasaki ZX-10R

4: Na regen komt...

19 september 2008
Inhoudsopgave
Test: KTM RC8 vs. Kawasaki ZX-10R
2: Zomer 2008
3: Groen
4: Na regen komt...
5: Oranje
6: te warm is ook niet goed
7: Conclusie
8: Technische gegevens

Na regen komt...

Zo comfortabel als de KTM op de lange afstand blijkt te zijn, zo nukkig is de fiets eenmaal de snelweg verlaten en we in hartje Grenoble op zoek naar een overnachting zijn. Natuurlijk, qua zithouding is er (behalve winddruk) weinig verschil, het is met name het erg bokkige en eigenzinnige motorkarakter dat de fiets opbreekt. Rijdend in eerste versnelling gooit de in dat gebied wel héél erg gevoelige injectie roet in het eten terwijl in tweede versnelling de motor té weinig toeren maakt en dientengevolge erg bokkig loopt. Soeplesse is onze oranje metgezel vreemd, in tegenstelling tot zijn groene reisgenoot. Hadden we al gezegd dat de RC8 ons in veel opzichten aan een 'oude' RSV Mille deed denken? Daarnaast speelt de voor ons gevoel lagere zithouding de groenen ditmaal in de kaart: opmerkelijk als je weet dat de Kawa op papier zelfs een 35mm hogere zithoogte heeft. Even keren op de weg is met de Kawa een peulenschil, in tegenstelling tot de KTM die ook nog eens is gezegend met een draaicirkel van een 25 tons Scania.

De zon is inmiddels ver achter de horizon verdwenen als we als twee verdwaalde desperado's op zoek zijn naar een overnachting. Gouden regel in Frankrijk is om, wil je niet voor gesloten deuren komen te staan, vóór een uur of zes onderdak te hebben gevonden, maar gelukkig blijken de slaapgoden ons ditmaal gunstig gezind te zijn; al bij onze tweede poging is het raak, hoewel (dankzij een eigenzinnige TomTom en nog eigenzinnigere ondergetekende) daarvoor wel het centrum tot vier maal toe doorkruist moest worden. Niet goed voor onze gemoedstoestand, wel goed voor Vincent's ego die zich op dat moment op de KTM bevond en met regelmaat door menig Francaise begeerlijk werd gadegeslagen. Niet vreemd dat ondanks z'n nukken ook in de stad de KTM toch de voorkeur genoot, want als er één fiets als dé blikvanger van 2008 mag worden bestempeld, dan zal dat zonder twijfel deze RC8 zijn. Overal, maar dan ook écht overal waar we stopten wist de fiets alle aandacht voor zich op te eisen en menig voorbijganger het hoofd extra te verdraaien, daarbij denkend: “Kijk, een RC8,” terwijl zijn groene metgezel vaak geen blik waardig werd gekeurd. Zoals Vincent later die week in Castellane zal ervaren als hij, staand bij de ZX-10R wordt aangesproken door een Nederlands joch van een jaartje of zeven met de vraag: “Meneer, welke motor is van u?,” waarop Vincent met een kort maar krachtig “deze” antwoord, wijzend op de groene ZX-10R en ´t joch direct reageert met een “maar die oranje fiets vind ik veel mooier.”

De peuk is op en nadat de uitlaatgassen van de Kawa mijn handschoenen weer op acceptabele temperatuur hebben gekregen (kijk, dát is dan weer ´t voordeel van een traditionele uitlaat, probeer je handschoenen maar eens te warmen aan de uitlaat van een RC8) vervolgen we onze weg. We zullen ons door deze zure appel die zomer 2008 heet heen moeten bijten en houden ons sterk met de gedachte dat ´t aan de kust prachtig en zonnig weer schijnt te zijn. Toch zal ons geduld die tweede dag nog op de proef worden gesteld doordat we met regelmaat aan de horizon een stalende hemel denken te ontwaren, waarna de weg ineens wegdraait en we in de zoveelste regenbui terecht komen. Onder deze omstandigheden weet de groene gifkikker flink wat terrein terug te winnen op zijn oranje concurrent. Niet alleen is van de krappe zithouding die de fiets op lange afstand behoorlijk op wist te breken niets meer te merken, daarnaast (en belangrijker nog) is het z'n ongelofelijke souplesse die maakt dat het ditmaal juist de sleutel van de Kawasaki is die ´t eerst van tafel wordt gegrist. Ondanks dat de fiets op papier ruim dertig paarden meer ter beschikking heeft is hij onder deze erbarmelijke weersomstandigheden verreweg het gemakkelijkst te rijden. Hoezo een dikke tien geen beginnersfiets? Er zijn genoeg fietsen die minder vergevingsgezind zijn dan dit pk-monster.

In totaal werden er meer dan 3300 kilometers afgelegd, waarbij nevenstaand ritueel zichwelgeteld negentien keer herhaalde. Hoewel bij beide fietsen een zeer acceptabel brandstofverbruik was te noteren, was het ditmaal de RC8 die met de zuinigheidsprijs ging lopen. Bij een constante en acceptabele (lees: 160 km/u) kruissnelheid waren de verschillen minimaal (hoewel de RC8 toch telkens zuiniger was), maar hoe meer er aan het gas werd gedraaid, hoe meer diezelfde RC8 verhoudingsgewijs ging verbruiken. Dit in tegenstelling tot de Kawasaki, die maar marginaal meer ging verbruiken.

Dat het desondanks elke keer de RC8 was die aangaf dat 't tijd was om te tanken heeft de fiets zijn erg kleine tankinhoud van 15,5 liter (een liter minder dan opgave) te danken. Zo rond de 200 km kwam telkens de benzinepomp in beeld, waarna volgens opgave nog zo'n 3,5 liter beschikbaar moest zijn.

verbruik gemiddeld maximaal minimaal
ZX-10R 1:15,5 1:13,3 1:16,8
RC8 1:17,1 1:14,0 1:23,5

Het middaguur is inmiddels ruim gepasseerd als uiteindelijk de zon de overhand lijkt te nemen. De temperatuur is inmiddels weer opgeklommen tot een meer acceptabele veertien graden en blijft langzaam maar zeker doorklimmen. Het wegdek is op veel plaatsen nog kletsnat van de hevige regenval, waardoor de Kawa kan laten zien waarom regen en groen onomstotelijk met elkaar verbonden zijn. Als een krokodil in een moeras baant onze groene vriend zich een baan door het Franse landschap en weet daarbij zijn zongekleurde oranje tegenhanger ver achter zich te laten. De fiets geeft zoveel feedback en vertrouwen en laat zich zo gemakkelijk over de Franse slingerwegen sturen dat het griezelig wordt. Geen enkel moment dat we ook maar het kleinste idee hadden dat de gepoetste zijde niet boven zou blijven. Hetgeen zondermeer ook een compliment is aan de Pirelli Diablo 3 banden waarmee de fiets is uitgerust. Banden die ons op het circuit van Albacete al aangenaam hadden verrast, maar ook op straat prima op hun taken zijn berekend. Bij de KTM hebben we qua banden met de Bridgestone BT016´s ook weinig reden tot klagen, maar het is opmerkelijk hoeveel harder we nu al moeten rijden om hetzelfde tempo als de Kawa neer te kunnen zetten. En dan moet het echte werk nog gaan beginnen.

Nu is Zuid-Frankrijk gezegend met een spaghetti aan wegen waar menig pizzaboer jaloers op zou zijn wat maakt dat alle ellende, eenmaal het noodweer achter ons gelaten en alweer genietend van een stralende zon, al snel is vergeven en vergeten. Ondanks dat het hartje zomer is, is er opvallend weinig verkeer op de door ons gekozen route, wat maakt dat we beide fietsen eens flink de sporen kunnen geven. Hetgeen ook keihard nodig is, gezien de vertraging die we dankzij het slechte weer zijn opgelopen. De volgens TomTom resterende tweehonderdvijftig kilometer zullen dan ook in tempo 'dik hout en planken' moeten worden afgelegd, willen we nog bij daglicht een overnachting kunnen scoren. De KTM geeft onder deze omstandigheden duidelijk aan wat Oostenrijkers verstaan onder de kreet `ready to race´. De oranje fiets, die voelbaar lichter is dan zijn groene tegenstander, laat merken zich vooral (en eigenlijk alleen) in hogere kringen te willen begeven. Boven de zesduizend toeren gaat de fiets er als een speer vandoor en blinkt daarbij uit in het korte stuurwerk. Hoe sneller de bochten, hoe meer de fiets neigt naar onderstuur, hetgeen vooral in snelle bochtencombinaties (lees: 140 km/u +) de fiets parten gaat spelen. Harder dan hard en platter dan plat wordt het Franse landschap doorkruist, maar net als we denken dat niets of niemand ons hier nog bij kan houden komt die vermaledijde groene gifkikker een einde maken aan de feestvreugde door ons aan te kijken en te zeggen: “Gaat ie hard? Ja, gaat ie hard? Dan gaan we nu écht gas geven.” En er vervolgens met rasse schreden vandoor gaat. Dát typeert het grote verschil tussen beide fietsen, daar waar het op de ZX-10R lijkt alsof je op automatische piloot aan het rijden bent zul je op de RC8 keihard moeten werken voor hetzelfde resultaat. Nu wordt dat harde werken wel beloond met een geweldig rijgenot, maar punt blijft dat bij eenzelfde inspanning je op de ZX-10R al binnen drie bochten aan de horizon zult zijn verdwenen.

Dat alle wegen naar de Cote d'Azur leiden, daar zijn deze twee kemphanen het overgrote voorbeeld van. Want ondanks hun gezamelijke doel blijken deze fietsen in meerdere opzichten elkaars tegenpolen te zijn. Alleen qua kleurstelling blijken beide fabrikanten over dezelfde smaak te beschikken, want hoewel vooral herkenbaar in 't groen is deze ZX-10R ook leverbaar in... oranje. En daar houdt 't voor wat betreft die overeenkomsten meteen mee op.

Daar waar het groene kamp heeft gekozen voor een 998cc vier-in-lijn die is gemonteerd in een fors aluminium 'deltabox' achtig frame heeft het oranje kamp gekozen voor een 1148cc vette V-Twin die als dragend deel werd opgenoemen in het CrMo buizenframe. Zeker in een blik gevangen is het haast onvoorstelbaar dat die oranje uitvoering dezelfde stijfheid moet genereren als bij team green. Het doet je afvragen waarom in hemelsnaam Japanners altijd voor zulke forse frames kiezen als je een paar aan elkaar gelaste verwarmingsbuizen hetzelfde kunt bereiken.

Heeft men bij Kawasaki gekozen voor een slanke neus (zeker aan de bovenzijde) in combinatie met een brede tank, bij KTM is pecies het omgekeerde het geval: een zeker bij de benen erg smalle tank in combinatie met een erg brede kuip.

Ander saillant verschil? De Kawasaki is een 'gewone' tweezits motorfiets waarbij de duozit kan worden vervangen door een fraaie afdekkap, de KTM is in feite een eenzitter waarbij op fraaie wijze een duozit op 't kontje kan worden gemonteerd.