Test Hypermotos
Pagina 2
Inhoudsopgave |
---|
Test Hypermotos |
Pagina 2 |
Pagina 3 |
Pagina 4 |
Pagina 5 |
Pagina 6 |
Pagina 7 |
De alles is anders show
Vanaf de eerste meters die met dit trio worden gemaakt is direct duidelijk hoe goed alle drie de fabrikanten erin zijn geslaagd om invulling te geven aan een nieuw segment, zonder daarbij afbreuk te moeten doen aan hun model-kenmerkende eigenschappen. De bekende discussies, nadat een ieder ‘zijn’ motor bij de importeur heeft opgehaald, zijn dan ook niet van de lucht. “Hou maar op, jullie kunnen alle twee wel inpakken,” zo begint Vincent zijn relaas nadat hij de BMW HP2 heeft opgehaald. “Die BMW rijdt zo gemakkelijk, het is gooien en smijten alsof het je lievelust is.” “Ja, denk je? Wacht maar totdat je op de Duc hebt gereden. Niet eerder een motor gereden die zó gemakkelijk en controleerbaar op z’n achterwiel is te rijden,” is mijn reactie. Terwijl we hevig in gesprek zijn voegt Leon zich als derde en laatste man aan deze discussie toe. “Jongens, vergeet het maar. KTM heeft al honderd jaar ervaring met crossers, enduro’s en supermotards, dus denk maar niet dat er maar iets is wat dáár bij in de buurt kan komen. Punt.” Zo, de toon is gezet en nog voordat we gezamenlijk op pad gaan zijn de messen al weer goed geslepen.
Om de motoren, naast de gebruikelijke praktische toepassing, op hun specifieke doelgebied verantwoord aan de tand te voelen doen we hierbij een beroep op niemand minder dan Marcel van Drunen, voormalig kampioen Supermoto en dé man bij uitstek die ons hierbij van waardevolle informatie te kunnen voorzien. Om de motoren onder ‘supermoto-circuit’-achtige omstandigheden te kunnen testen kunnen we daarbij uitwijken naar een van de trainingslocaties van Freebike, ditmaal het voormalige MOP complex nabij Oploo in het altijd gezellige Brabant, waar Freebike met regelmaat rijvaardigheidstrainingen geeft. De omstandigheden zijn dan ook ideaal om de drie Hypermoto’s op hun rijkwaliteiten te beoordelen.
Twee maal Brembo, een maal - naar BMW specifictie - door Brembo gefabriceerd. Drie maal remmen die aan de verwachting voldoen. De remmen van de Ducati hebben de beste 'bite', maar kunnen niet tippen aan het gevoel wat de KTM en BMW ten toon weten te spreiden. Opmerkelijk is dat BMW bij de HP2 het telelever concept heeft ingeruild voor een normale upside down voorvoork. Om meer gevoel aan de voorzijde te creeren.
Edoch, voordat dát zover is zullen eerst de gebruikelijke kilometers op straat moeten worden gereden. Niet alleen zullen we op de plaats van bestemming moeten arriveren, daarnaast willen we uiteraard ook weten hoe de fietsen zich op straat, waar 99% van de uiteindelijke kopers zich ook zullen begeven, zullen houden.
Dat Hypermoto’s niet op de markt zijn gezet om grote afstanden te overbruggen blijkt al snel, als we ons gebruikelijke rondje Nederland doen. Alle drie de motoren blinken uit in minimalisme, waarbij Ducati als geen ander de techniek van het weglaten heeft toegepast. Neem plaats op de Hypermotard en je vraagt je in hemelsnaam af waar de tank is gebleven. Alsof je op het stuur bent gaan zitten, zo kort voelt en zit deze Ducati. Massive Attack, laat maar komen die dijk- of bergwegen lijkt de motor daarbij tegen je te zeggen. Hoe korter, hoe liever, maar niet zonder afbreuk te doen aan het sportieve imago waar Ducati groot mee is geworden. Ondanks de agressieve zithouding laat de Hypermotard zich namelijk nog het liefst als supersport rijden. Niet vreemd met een rijwielgedeelte én motorblok dat ook terug te vinden is in de Multistrada en Monster familie. Sportief dus. Als geen ander weet de motor dan ook raad met de snelle bochtencombinaties die ons pad kruisen.
Van de Duc overstappen op de BMW is in eerste instantie een cultuurshock, maar al snel blijken de lovende woorden van Vincent voorafgaand aan deze krachtsmeting gegrond. En nét als de Ducati Hypermotard zich als een échte Ducati laat rijden, voelt ook deze HP2 MM aan als een typische BMW. De lange wielbasis, het gebruiksvriendelijke motorblok, het ongekende comfort. Jazeker, comfort. Ondanks dat hier een erg basic fiets staat is BMW erin geslaagd de motor van een typisch ‘BMW-comfort’ te voorzien. Tailbag achterop vastbinden en op naar Saint Tropez, lijkt de motor tegen je te willen zeggen. Daarbij zijn de Duitsers er ook nog in geslaagd de motor een soort van windbescherming mee te geven, wat maakt dat je zeker weten ook nog fris van de fiets af zult stappen, eenmaal de Franse zuidkust bereikt.
Twee maal compleet digitaal versus eenmaal analoog met digitaal display. De snelheid is bij de digitale displays duidelijk afleesbaar, maar de digitale toerentellers blinken daar niet in uit. Nu is een toerenteller bij dit soort motorfietsen niet het meest belangrijke intrument, maar uiteindelijk wint de BMW met zijn analoge tellers dan toch qua overzicht en afleesbaarheid. Het aanvullende display geeft daarnaast nog een waslijst aan informatie aan de rijder door.
Blijft over de KTM, die nét als de andere twee zijn Supermoto 950R met meer dan voldoende KTM-saus heeft overgoten. En daar zit ‘m in het begin ook de kneep, daar waar de BMW en Ducati over een heel uitgesproken karakter blijken te beschikken voelt de KTM erg onopvallend aan. Alles zit waar ’t moet zitten, de motor rijdt zoals je ervan verwacht, remt goed, stuurt goed, heeft comfortabel lange veerwegen. In feite niets op aan te merken, maar eruit springen… nee. Tot Leon de spijker precies op z’n kop weet te slaan. “Juist omdat KTM al sinds jaar en dag verweven is met het Supermoto segment, en met succes, steekt deze Supermoto 950R niet bijzonder af. Het is een Supermotard. Dat verwacht je, en dat voel je. De andere twee daarentegen voelen elk op hun eigen manier anders aan dan wat je van een Supermotard zou verwachten, en dús vallen ze op.”