Eerste test: Suzuki GSX-R1300 Hayabusa

Op de valreep wisten we de Hayabusa nog vlug bij Goedhart Motoren op de testbank te zetten. Niet alleen waren we benieuwd naar hoeveel vermogen de Hayabusa uiteindelijk aan het achterwiel weet te produceren, maar we waren vooral ook benieuwd wat het verschil tussen de drie mappings (A-B-C) op de bank zou opleveren. Helaas ontbrak het ons de tijd om een gecorrigeerd krukasvermogensmeting te doen, zó strak was de planning van B.V. Nimag.

We moesten dus ditmaal genoegen nemen met enkel de vermogensmeting waarbij het achterwiel vermogen wordt gemeten. En dat was zondermeer... indrukwekkend. Niet eerder hebben we een motor op de bank gehad die zoveel vermogen wist te produceren. Een vette 182 paarden wist de Hayabusa op de Dynostar te activeren, en dat is zondermeer indrukwekkend. Uitgaande van 12% transmissieverliezen zou dit neerkomen op een krukasvermogen van 204 Pk. Maar goed dat Tineke Netelenbos geen minister van verkeer en waterstaat is... anders had ze zondermeer weer een stok gehad om motoren (en deze Hayabusa specifiek) mee te slaan.

Het grote verschil tussen mapping A en B is uit de grafiek duidelijk af te lezen. Vanaf 3500 toeren per minuut gaat het in B-modus een stuk rustiger aan en loopt de curve mooi door om uiteindelijk op maximum toerental eenzelfde vermogen aan de weg te zetten als de A-modus. Vanaf datzelfde toerental loopt in B-modus het koppel een tiental Newtonmeters terug om vervolgens tot het eind nagenoeg zo vlak als een pizzabodem te blijven, terwijl in A-modus de motor er nog een flinke schep bovenop gaat doen. In de C-Modus is de motor geknepen tot 120 Pk, waarbij de vermogensafgifte nagenoeg identiek is aan die van de B-King (in B-modus).