Zoeken

Test: Kawasaki Z1000R vs. Z-H2

Conclusie

17 juni 2020

Met de lancering van de Z H2 heeft Kawasaki niet alleen z’n Supercharged familie met een Naked uitgebreid, maar tegelijkertijd een nieuw vlaggenschip aan de Z familie toegevoegd. Een vlaggenschip dat in meerdere opzichten de overtreffende trap van de onttroonde koning Z1000R is, maar in bepaalde opzichten ook het onderspit delft.

Als ik op zoek zou zijn naar een motor die flitsend stuurt, die rank en slank aanvoelt, superlekker zit en een aandrijving heeft die heerlijk sterk en soepel is, dan zou ik te allen tijde voor de Z1000R gaan en vanuit dat perspectief is de onttroonde koning zijn opvolger nog steeds de baas, maar de Z H2 is niet zonder reden het nieuwe vlaggenschip.

De Z H2 mag dan minder flitsend sturen als de Z1000R en breder en zwaarder aanvoelen, maar is wél een unieke verschijning die ervoor zorgt dat je altijd en overal wordt aangesproken. Dat overkwam me al in Las Vegas voor het stoplicht en nu weer bij een tankstation, als ik door een CB rijder aan de andere kant van de pomp wordt aangesproken: “Dat is toch die Supercharger? Vet ding man, supervet! Het schijnt dat die 290 km/u gaat, hoe hard heb jij er al mee gereden?” Hoe goed dat de Z1000R ook is, de kans dat je zó wordt aangesproken is nul-komma-nul en alleen dát al maakt de Z H2 onbetaalbaar. Dat en de blik in z’n ogen als je vervolgens bij het tankstation volgas wegsprint op een manier waar zelfs een Streetfighter V4 of Brutale 1000 RR niet aan kan tippen.