Test: Suzuki GSX-S1000F versus Kawasaki Z1000SX
Knallen voor het Pilsen
Inhoudsopgave |
---|
Test: Suzuki GSX-S1000F versus Kawasaki Z1000SX |
Knallen voor het Pilsen |
Flink uitgedost |
Suzuki GSX-S100F |
Kawasaki Z1000SX |
Conclusie |
Technische gegevens |
Het concept is al decennia oud: men nemen een sportmotor, je zet de zaag in je topkuip en freubelt een stuur aan de kroonplaat. Resultaat? Een Superbike. Maar aangezien het idee van Duitse origine is, spreken we natuurlijk van een ‘Zoeperbaik’. Nou, als er ooit één goed voorbeeld van een ‘Zoeperbaik’ was, dan wel Suzuki’s nieuwe GSX-S1000F. Suzuki noemt ‘m zelf sporttour en wat zou je daar dan beter naast kunnen zetten dan Kawasaki’s Z1000SX, die z’n vizier ook precies op dat sportieve toursegment heeft gericht. Als locatie valt de keuze ditmaal op het geadopteerde thuisland van de 'Zoeperbaik', het in het Sauerland gelegen Winterberg om precies te zijn, waar het ’s zomers voor motorrijders heerlijk spelen is. Een supersport komt er prima tot zijn recht, maar je moet er toch wel eerst heen en drie uur op je kruisraket houdt negen uit tien keer in dat ‘nog even knallen voor het pilsen’ er niet in zit. Ons tweetal lijkt op het eerste gezicht minstens zo billen, rug en polsen verwoestend, maar schijn bedriegt. Zeker aan boord van de Z1000SX houd je het echt wel even uit. Het zadel is wat te plat om echt de racer uit te hangen, maar het rijwielgedeelte is me daar een partij soepeltjes. Niet te hard, maar ook echt niet te zacht.
De Suzuki is uit ander hout gesneden. Sportiever hout. Vergis je niet; het betreft een sportieve tourer, maar de Suzuki onderstreept dat sportief-gedeelte maar wat graag. Man, wat loopt die GSX-S1000F met weinig tot geen moeite hard door het bochtige spul. Breed stuur in handen, tractieregeling op standje 1 en vlammen. Het geheel is wat straffer dan zijn concurrent, wat de initiële rit tot een iets zwaardere dobber maakt. Zeker omdat de ruit van de Suzuki echt wel onder doet voor het verstelbaar exemplaar van de Kawasaki, ben je door zowel de rijwind als het wegdek in elkaar getimmerd voor je in het bochtenwalhalla van Sauerland aankomt, maar dat is het waard zodra je die eerste serie kronkelingen onder je voorwiel door getrokken hebt. Vanaf bocht één voelt de Suzuki aan als – hoop niemand op de tenen te trappen – een Honda. In de positieve zin dan. Zo enorm veel vertrouwen geeft ‘ie. En nu komt de Honda-cliché; ja, op deze Suzuki stappen voelt echt als thuiskomen. Ermee rijden voelt alsof je er al sinds de begindagen van je motorrijdende leven mee op pad bent, en zelfs de tractieregeling is enorm zoals thuis. Met dat laatste doel ik op je moeder, die betuttelend voorkomt dat je gek doet. Powerwheelie’tje de bocht uit? Schrijf maar op je buik. Lekker achterkantje laten glijden door wat vroeg op het gas te gaan? Doei.
Hooligan
Zoeperbaik... die Duitsers waren zo gek nog niet
Nee, wil je de hooligan uithangen, dan moet je toch echt even wisselen en die gashendel van de Kawasaki tegen de stuit trekken. Zonder enige mokken tilt ‘ie dat voorwieltje los, terwijl hij toch veilig op lijn blijft wanneer het plots geregend blijkt te hebben aan die ene kant van de berg. Minder rustig rechtuit gaat het wanneer je de snelheidsmeternaald verder over de wijzerplaat slingert. Zijn het de luchtankers van koffers of is het toch een geometrie dingetje? Wie het weet mag het zeggen. Die koffers doen trouwens weinig af aan de mogelijkheid Duitsland maximumsnelheidsloosheid te benutten. W
De neus van de SX ziet er niet onaardig uit, totdat je de ruit in de hoge stand zet. De SF oogt als een Rottweiler met kwijl uit z'n bek
Het displey van de Kawa heeft een analoge toerenteller, waarvan hulde, maar blinkt niet uit in afleesbaarheid. De Soes is beter afleesbaar en heeft bovendien een versnellingsindicator
De Kawa is smeuïg, maar kan qua pure power niet tippen aan de GSX-R krachtbron van de Soesant, geloof het of niet, de bekofferde Kawasaki Z1000SX klopt zijn kofferloze rivaal in het blauw toch echt. Zij het met een kilometertje of vier topsnelheid meer – wie maalt er nog om met tweehonderd plus op de klok? – maar toch. Wanneer je je vervolgens van wat tempo wilt ontdoen, ben je eveneens meer dan welkom feest te vieren met de Kawasaki, want we hebben ook hier een winnaar. Kolere, die ankers op de SX; pure klasse. Bekende formule overigens: de bloemkoolschijven en Tokico-klauwen (enkel staat er nu Kawasaki op) aan de lage kant, aan de hoge kant vinden we een chique radiale rempomp mét verstelbare hendel, altijd fijn. Aan de koppelingskant moet je het overigens doen zonder stelmogelijkheden, waardoor lange vingers een pré zijn. Mijn handschoenen dragen een XL-labeltje en ik vond ‘m te ver weg staan, dus trek daaruit je conclusie.
Bij Suzuki word je wel verwend met verstelbaarheid rondom. Links en rechts kun je de hendel in vijf standen van je af zetten of naar je toe halen. Overigens in dezelfde opzet: kabelkoppeling links, radiale rempomp rechts. Maar de radiale pomp, gekoppeld aan Brembo schijven en klauwen doet toch echt wel onder voor de Kawasaki. Weinig initiële bite en doorknijpen biedt eveneens weinig soelaas als het op gevoel aankomt. Niet dat het niet stopt, maar wat meer informatie over wat de voorkant doet is zeker wenselijk. Eigenlijk het enige punt waar het de Suzuki toch wat aan vertrouwen ontbreekt. Al valt ook over de gasreactie van de Suzuki weinig heel goeds te melden. Eenmaal aangelegd is het prima toeven wat betreft het aangeleverd gevoel van de Suzuki’s gasklephuizen, maar dat punt van aanleggen zelf is uiterst heikel. Het is behoorlijk schokkerig. Om het aan/uit te noemen zou cliché zijn, maar ergens raakt het de waarheid wel. Een bocht insturen en mid-bocht de gashendel soepel richting de stuit werken resulteert i
n een schok van acceleratie, die je instinctief wilt tegengaan door het gas iets of wat weer dicht te draaien. Logischerwijs stokt het de motor, waardoor de bocht doorkomen niet zo fijn gaat als gehoopt.Overigens lost iets of wat gas erop houden de bocht in alles op, maar om nu te zeggen dat het zo hoort; nee. Liever gewoon gas dicht, rem erop, insturen, rem lossen, gas erop en door. Zoals op de Kawasaki vloeiend en natuurlijk gebeurt. En nee, perfect is de Z1000SX echt niet, want in vergelijking tot de GSX-S1000F voel je het gewicht van de Kawa echt wel. En ja, de Kawasaki is op rijklaar à 231 kilogram ook flink zwaarder dan de 214 kilo van de Suzuki. Tel daarbij op dat de Kawasaki als pakezel diende op deze trip, en ja, dan is het wat dat betreft verre van eerlijk de zwarte fiets af te rekenen op zijn overgewicht. Maar een BMW GS weegt ook veel en daar voel je het niet van, omdat de balans op orde is. Ergens zal de Kawasaki dus uit balans zijn. Zij het in de afgeladen (voor België optionele) koffers, dan wel elders in het rijwielgedeelte.
Het is dat er daarnet die ene auto was, maar voor de rest: wat een oase van rust. Is in de Eifel rond deze tijd van het jaar wel anders