Test: Allroads im Westerwald
naar guur herfstachtig weer
Inhoudsopgave |
---|
Test: Allroads im Westerwald |
King of the road |
Van zonneschijn |
naar guur herfstachtig weer |
Honda CrossTourer |
BMW R1200GS Adventure |
Triumph Tiger Explorer |
Conclusie |
Technische gegevens |
Met de verschillen overduidelijk en bovendien erg groot lijken aan het eind van de eerste zonnige dag, die met een temperatuur van boven de twintig graden het echte lentegevoel in ons los heeft weten te brengen, de kaarten al definitief geschud en de troeven uitgespeeld.Zo indrukwekkend als de Tiger Explorer bleek te zijn, zo teleurstellend waren we over BMW’s ongenaakbaar geachte Adventure GS. Echter, als de tweede dag de zon door een flink wolkendek naar de achtergrond is gedrukt wordt het ineens een heel ander verhaal en legt de BMW zijn troeven op tafel. Nog steeds is het de Triumph die met de punten gaat lopen, maar nog maar nipt. Dee Honda blijkt ineens een stuk lastiger te rijden, terwijl onze kritiek op de BMW evenredig smelt met elke regenbui die we voor onze kiezen krijgen.
Waar de GS in het droge nergens in uit wist te blinken (maar wel alles onopvallend deed), blijkt de fiets dát in een kletsnat en soms ijzig koud Westerwald juist enorm in de kaart te spelen. Nog steeds moet de motor zijn hoofd buigen voor z’n Britse concurrent, maar komt onder deze omstandigheden wel een verdomd stuk dichterbij. De GS mist nog steeds de lichtvoetigheid en het vermogen van de Tiger, maar wekt zoveel vertrouwen dat we steeds meer plezier in het regen rijden krijgen. Strakke wegen, hobbelige wegen, natte wegen, kletsnatte wegen en met modder vervuilde wegen, in elke willekeurige volgorde, het maakt de BMW allemaal niets uit. Het gebrek aan vermogen, het neutrale stuurgedrag en de forse zithouding maken dat de fiets zich ontzettend prettig laat rijden.
Zo aangenaam als de BMW ons in de regen verrast, zo tegenvallend is het gevoel zodra op de Honda wordt overgestapt. De kletsnatte wegen zijn duidelijk niet aan de Honda besteed, waardoor hij erg onzeker aanvoelt. Alsof de motor geen lijn wil kiezen en de grenzen van het toelaatbare weigert aan te geven, en dat is zondermeer opmerkelijk en niet des Honda’s te noemen. Juist Honda was het merk wat in het verleden garant stond voor ‘opstappen en wegrijden’ fietsen, maar daarvan is bij deze CrossTourer onder deze omstandigheden bar weinig van terug te vinden. Alsof je eigen onzekerheid door de motor wordt versterkt. En dus, terwijl je weet met goede banden, ABS en Traction Control onderweg te zijn zal de Honda de laatste zijn waarmee je gas durft te geven. En daar zit ‘m precies de kneep, want hoe meer dat we de motor in de regen de sporen gingen geven, hoe beter de fiets zich ging gedragen. Keihard knallen ging de CrossTourer in de zeikende regen dus nog het beste af, maar we denken niet dat de gemiddelde motorrijder daar aan zal beginnen.
"Wat een poser, met z'n dikke GS..." "Wat een sukkel, met z'n fluorkleding..."
Nee, dan is de Exporer een heel ander verhaal, de motor weet de souplesse van de –hadden we al gezegd dat ie geweldig klinkt? – driecilinder optimaal te benutten en zet dankzij het traction control geen stap verkeerd. Sterker, hoe hard we het ook probeerden, we voelden geen enkel moment het traction control ingrijpen. Wel bleek de fiets gevoelig voor witte strepen en lijmstroken, maar daar bleek alleen de GS Adventure zich niet zoveel van aan te trekken. Ook bij de BMW was weinig van het traction control te merken, maar dat heeft ook alles met het gemis aan vermogen te maken. Het traction control van de Hond daarentegen grijpt het stevigst in, zodra het achterwiel gaat spinnen wordt het vermogen flink ingedamd waardoor er net genoeg over is om tractie te houden. Toch, ondanks het traction control werden we met de Honda enkele malen verrast met een achterwiel dat een flinke stap opzij zette.
En dat is zondermeer opmerkelijk te noemen, juist door toepassingen als traction control zou je verwachten dat een motor geen verrassende dingen meer zal doen. Waar de Honda daarentegen in de regen weel wel in bleek uit te blinken zijn de remmen, die misschien qua absolute vertraging niet aan de BMW (man, wat heeft die GS goede remmen) kunnen tippen, maar wel een heel erg goede feedback hebben, licht te bedienen zijn en dankzij het C-ABS de motor ontzettend stabiel houdt. Bovendien wil de CrossTourer bij aanremmen lekker in de voorvering duiken, waardoor je niet alleen een ‘nu rem ik knalhard’ gevoel krijgt maar bovendien het gewicht wat meer naar het voorwiel wordt verplaatst waardoor je met meer vertrouwen de bocht in kunt sturen. Daarnaast verandert de geometrie, wat insturen ook nog eens lichter maakt.
Bij de GS is juist het tegenovergestelde het geval, alleen met knalhard ankeren is een lichte duik van de voorvork te voelen, maar in alle andere situaties geeft de voorkant geen millimeter krimp. Alsof je tegen een muur opknalt. Met dank aan de telelever voorvork constructie, die volgens BMW alleen maar voordelen biedt. En hoewel dat op papier zeker niet gelogen is, vind ik het persoonlijk wel lekker als een vork in wil duiken. Zolang er maar te allen tijde veerweg over is. De Triumph was qua remmen een heel ander verhaal, de motor vraagt meer kracht in de hendel en heeft daarbij voor je gevoel niet veel vertraging, hetgeen onder natte en koude omstandigheden alleen maar erger werd. En dat is zondermeer jammer te noemen, betere feedback en meer remvermogen zou het plaatje van de Tiger Explorer helemaal af hebben gemaakt.