Designslag: CB1000R vs Z1000
Designertwins
Inhoudsopgave |
---|
Designslag: CB1000R vs Z1000 |
2: Fashion Week |
3: Jasje, Dasje |
4: Vorm en Functie |
5: Conclusie |
6: Technische gegevens |
Zoals de haute couture bestaat uit lieden die zich, ver verwijderd van wat anderen weemoedig ‘the real world’ noemen, jaar in jaar uit met gigantische budgetten modellen waarbij Popeye’s Olijfje en tante Sidonia nog als walvissen bij afsteken in de meest extravagante creaties hullen, zo blijft de middenklasse motorrijder in het algemeen angstig conservatief. Design? Op een motorfiets? Nou ja, een keer een ander koplampje of een leuke oplossing voor de knipperlichten en je bent al heel gewaagd bezig natuurlijk. Nog erger wordt het als je je –letterlijk- niet kunt verschuilen achter een stroomlijn en dus blijft zitten met slechts de essentie, de kern, de basics; twee wielen, een frame, tank en een stuur. Een naked bike. Hoe moet je daar in godsnaam een statement mee maken? Je zult er uiteindelijk nog wel mee moeten kunnen rijden natuurlijk en dan dicteert functie toch nog heel vaak de vorm.
Dat het desondanks toch ook anders kan, bewees Honda twee jaar terug met de CB1000R. Met een tot op het laatste detail in stijl gebeeldhouwd model werd man en vrouw verrast door het anders zo ingetogen merk. Die koplamp! Dat frame! Dat kontje! Die uitlaat! Ongeacht van welke kan je ‘m bekeek, de CB1000R was áf. Positieve verrassing daarbij was dat de machine ook nog eens goed reed. Ondanks alle optische geweldigheden was het onderhuids (maar ja, wélke huid? Het is uiteindelijk toch een naked) nog immer een Honda en als zodanig waren weggedrag en prestaties dan ook voorbeeldig. Het zou nog lang duren voor de concurrentie hier een passend antwoord op zou vinden.
Tekst: Vincent Burger
Fotografie: Vincent Burger