Groot of klein: supermotards op hun breedst
9: Chris
Supersportfan en ZAC deelnemer (tot nu toe) Chris:
De eerste gedachte bij het horen van de namen van de twee testmotoren op de redactie was dat dit wel een test van twee uitersten is. Aan de ene kant een motor met een 1100cc blok met bergen koppel en PK’s en aan de andere kant een 250cc blok met maar liefst 30 pk. De tweede gedachte was: doe mij die Duc maar.
Aan Motorfreaks om uit te zoeken of het aloude Bigger Is Better ook in dit geval op gaat en voor mij persoonlijk direct een mooie gelegenheid om weer eens wat anders te rijden dan een supersport op het circuit.
Design:
Daar kan ik heel kort over zijn, de poser- en kwijlfactor van de Hypermotard zijn vele male groter dan die van de WRX. De laatste is heel basic, zoals een SM hoort te zijn. Kijken we naar de Ducati dan is er natuurlijk het uitdagende design van het buizenframe met hier en daar wat carbon om het af te maken. Seatpipes ontbreken ook niet. De keuze om de spiegels naast de handvatten te monteren heeft een groot voordeel en een groot nadeel. Het grote voordeel is dat je voor de verandering eens niet je eigen ellebogen aan het bestuderen bent, maar dat je ook echt naar achteren kan kijken wat zich daar bevindt. Trouwens best handig aangezien een wheelie meer regel dan uitzondering is (zelfs bij mij) en dat zoiets best lullig is met oom agent achter je. Het grote nadeel is dat file-rijden een uitdaging wordt, je vergeet telkens dat je een flink stuk breder bent dan je normaal gewend bent. De spiegels snel inklappen is een optie maar echt handig is het natuurlijk niet. De WRX is zoals gezegd zoals een supermotard hoort te zijn, geen opsmuk en de welbekende look die je duidelijk maakt dat je met een afstammeling van de crossmotoren te maken hebt.
Rijden:
Misschien niet de meest logische volgorde, maar de Hypermotard kwam als eerste aan bod om aan de tand gevoeld te worden. Ondanks het uiterlijk voelt het sturen toch wel een beetje supersport-achtig aan. Dit komt misschien ook wel omdat de motor snoeihard is afgeveerd en je elk richeltje van de weg voelt. Ook de zithouding en stand van de stepjes ten opzichte van het rem- en schakelpedaal doen me meer aan een supersport denken dan aan een supermotard, het voelt zelfs vertrouwd aan. Zoals al gezegd is een wheelie maken met deze motor geen kunst, het voorwiel aan de grond houden in de eerste twee versnellingen is lastiger. Het rijden zelf is goed te doen, in elke versnelling voldoende power om te versnellen. Nadat de vering wat zachter gezet is is de motor ook een stuk makkelijker te sturen. De vering was dusdanig stug dat het in de bochten teveel werken was. Wel ben je je er elk moment van bewust dat je toch nog een flinke motor onder je kont hebt, qua afmetingen en gewicht, en waar je moet werken om de motor te laten doen wat jij wil, namelijk sturen.
Overgestapt op de WRX bekruipt je het gevoel dat je op een brommer zit. Als je naar de cijfers kijkt is dat eigenlijk ook zo in vergelijking met de Hypermotard. Na een korte gewenningsperiode valt op dat de WRX ontzettend makkelijk te sturen is en dat de motor ondanks een lange, redelijk softe veerweg toch nog strak in een bocht ligt. Boven de honderd voel je wel duidelijk dat de WRX begint te deinen in tegenstelling tot de Hypermotard. Het korte bochtenwerk en wegen met drempels zijn geen uitdaging maar een traktatie met deze motor. Moeiteloos worden de drempels verslonden en door het lage gewicht in combinatie met de geometrie van de motor zijn korte bochten geen probleem, de motor laat zich makkelijk platgooien door een bocht.
Wat wel wennen is in het begin is dat je voor je gevoel veel te laat schakelt, maar dan zit je eigenlijk precies goed op deze motor qua toeren draaien. Het enige nadeel aan deze motor is dat je soms net een klein beetje vermogen mist om op een wat pittiger tempo te toeren. Dat dit geen onoverkomelijk nadeel is werd wel duidelijk toen een passerende 1098 het slachtoffer werd van de dadendrang van de WRX. Na een paar bochten was de 1098 binnen gehengeld en toen er drempels opdoemden was de strijd natuurlijk gestreden, het gaat dan misschien helemaal nergens over maar op de een of andere manier is het wel leuk om zo’n pk-kanon te snel af te zijn.
Conclusie:
Vooraf was het: Doe mij die Duc maar. Na een weekje beide motoren gereden te hebben moet er dan toch een eindoordeel geveld worden. Een vergelijkingstest is het niet, dus de winnaar aanwijzen gaat lastig. Wel is duidelijk geworden dat beide motoren hun gebieden hebben waarin ze uitblinken. Voor de Hypermotard het design en duidelijk is ook wel dat de Ducati toch nog erg dichtbij hun supersport modellen is gebleven. De WRX heeft een ongelofelijk hoge funfactor, die conclusie is geen ontkomen aan. Het Nederlandse wegennet wordt nu eenmaal geteisterd en ontsierd door een overvloed aan rotondes en drempels…en laat dat nu net de wegen zijn waarop de WRX zijn prima thuisvoelt en bij de berijder een grijns tevoorschijn tovert. Rijden met ‘maar’ 30 pk lijkt helemaal niet leuk te zijn, maar het tegendeel is voor mij hiermee bewezen. Met een supersportkanon vol gas aankomen op de Tarzan en dan flink in de ankers is een kick maar het rijden met deze SM is een hele nieuwe dimensie, less is more!
Raar maar waar, als er een keuze gemaakt zou moeten worden zou ik wijzend naar de WRX roepen: “Doe mij die maar”
Inmiddels kunnen we meedelen dat ook Chris is gezwicht voor de verlokkingen van de Supermotard en komend seizoen op een Yamaha 426 de circuits onveilig zal maken. Wij ontkennen elke betrokkenheid in dit besluit, met name Vincent ontkent sterk.