Groot of klein: supermotards op hun breedst
10: Ed
Ed Smits, van zijn ziekbed gelicht:
Nee, echt, je moét aan deze test meedoen. Normaal gesproken niets liever dan a) te kunnen participeren in een (vergelijkings)test en b) te horen gewaardeerd te worden, maar een half jaar na mijn sinus pilonidalis operatie ben ik helaas nog steeds verre van hersteld wat maakt dat zitten nog steeds een drama is, laat staan motorrijden. Dus zet ik de nodige vraagtekens bij mijn deelname, maar Vincent weet me met het beeld van sexy verpleegsters in korte rokjes, mocht ik het niet tot een goed einde weten te volbrengen, te overtuigen.
Een zaak van twee uitersten, dát is waar het om draaide bij deze vergelijkingstest. En twee uitersten waren het zeker. De Hypermotard, Ducati’s antwoord op het in opkomst zijnde ‘zware supermoto’ segment en winnaar van diverse (design)awards, tegenover de WR250X, Yamaha’s antwoord op het in opkomst zijnde ‘lichte supermoto’ segment en tevens Yamaha’s eerste échte gekentekende supermotard. Nu was de Hypermotard geen vreemde voor mij, maar op een kort ritje door de straat na was mijn ontmoeting met de WR beperkt gebleven tot het aanschouwen van Vincent’s kunsten eerder dit jaar op deze fiets. Ik vroeg mij dan ook sterk af in hoeverre deze veredelde bromfiets het op zou kunnen nemen tegen de veel sterkere Ducati, waarna ik werd geadviseerd om het verhaal van David en Goliath er maar eens op na te slaan.
Hoewel als tweede gereden begint het verhaal bij de Hypermotard. Dat deze fiets niet écht als supermoto mag worden gezien, daar waren we al eerder achter gekomen, maar qua sturen had de motor destijds weinig reden tot klagen gegeven. Hoe anders zou het verhaal ditmaal beginnen. De motor is met geen goed fatsoen de bocht door te krijgen, alsof je met een veel te lage bandenspanning aan het rijden bent. Terug naar onze ‘pits’, waar al snel blijkt dat de fiets véél te strak staat afgesteld. De vering zowel voor als achter losser zetten maakte een wereld van verschil, maar niet zonder kanttekening. Terwijl de achtershock uitgaand van 15 uit 22 terug naar 7 uit 22 en ingaand van bijna dicht naar bijna open werd gesteld was aan de voorzijde nog slechts minimale ruimte voor verbetering. Zowel ingaand als uitgaand in volledig open minus één klik leverde dan wel het beoogde resultaat op, maar beter was geweest wanneer deze setup in het midden van het afstelgebied had gezeten. Maar dat is ook het enige wat er op de fiets valt aan te merken. Eenmaal aangepast laat de Hypermotard zich heerlijk direct over ons ‘locale circuit’ sturen, waarbij het krachtige motorblok maakt dat het moeilijk is om bij een drempel of ‘bocht-uit’ het voorwiel aan de grond te houden. De WR-X? Geen schijn van kans, toch?
Een stelling die een waarheid als een koe lijkt te zijn en is, zolang je niet op de WR-X hebt gereden, maar helaas voor de Hypermotard begon mijn verhaal bij die uit de kluiten gewassen bromfiets. Al vanaf de eerste meters wist ik waarom Vincent zo laaiend enthousiast was over de deze Yamaha WR250X. De fiets mag op papier met z’n 30 Pk niet bepaald indrukwekkend voorkomen, maar daar staat tegenover dat ’t beestje afgetankt nog geen 140 kilo weegt en dát merk je. De motor laat zich zo onvoorstelbaar licht en precies sturen dat het griezelig is, maar dat is nog niet het grootste pluspunt wat deze motor bij mij weet te scoren, de funfactor van deze David is werkelijk ongekend. Het meest deed me nog het terugdenken aan de Suzuki DRZ400 bij onze grote Supermotard test alweer drie jaar geleden. Net als die DRZ weet ook deze WRX het gebrek aan vermogen te compenseren met uitgekiende balans die maakt dat je al snel (veel) harder aan het rijden bent dan je zou denken. Natuurlijk, boven de 120 km/u trekt de fiets geen kasseien meer uit de straat, maar op meer en meer wegen is dát heden ten dage (helaas) al hard genoeg om je rijbewijs kwijt te raken. Het enige wat de fiets ten opzichte van de DRZ (en Hypermotard) mist zijn dikke klappen en ‘bocht-uit’ wheelies, maar dat wordt meer dan voldoende gecompenseerd met een bochtensnelheid die te allen tijde hoger zal liggen dan je voor ’t ingaan van elke bocht zult inschatten. Tel daar z’n ten opzichte van de Hypermotard zachte prijs en gunstig brandstofverbruik bij op en je hebt antwoord op de vraag hoe David Goliath wist te verslaan.
{mospagebreaktitle= 11: Conclusie}
Een bezoekje aan een kermis of pretpark begint bij de overweldigende eindeloze keuze: wat doe je het eerst, welke kant moet je het eerst op, het is allemaal zoveel en álles is zo leuk! Als je alleen maar kiezen kunt tussen gave dingen, wat doe je? Het maakt de keus er alleen maar moeilijker op. Niks het minste het eerst, het beste voor laatst of andersom. Alles is even gaaf en geeft je de kick van je leven. Of tenminste, voorlopig. Andere afwegingen dan maar. Vooraan beginnen, lekker makkelijk? Of juist achteraan zodat je bij de in/uitgang eindigt, misschien nóg makkelijker. Trek? Dorst? Kan natuurlijk ook nog. Kind in een snoepwinkel, dat is het. Maar wat wel als een paal boven water staat is dat wát je ook kiest, het is altijd goed. Hoe ver botsauto’s, een schiettent, een draaimolen en een suikerspin ook uiteen staan, ze staan ieder voor zich garant voor een onvergetelijke rush.
Ook al zal haast niemand voor de keuze staan een WRX of een Hypermotard S te kopen – voor de prijs van de Duc heb je twee Yamaha’s en zakgeld voor accessoires - toch is meer dan duidelijk geworden dat méér echt niet altijd béter is. Zelfs in het geval van de 250, als je liefst tóch net een streepje meer ‘poef’ zou wensen, is 130 kilo gereedschap voldoende om het zelfs 1098’s ernstig moeilijk te maken. Alhoewel…zolang je je beperkt tot B-, C-, of stadswegen. Maar laten die nou juist volgens de algemeen geldende mening als het leukst voor een lekker potje motorrijden bestempeld worden. Is het dan helemaal voorbij voor de ware zware? Natuurlijk niet.
Zoals in het begin al verteld is, is de Hypermotard eigenlijk de Ducati die je zou willen hebben als je van serieus hakwerk houdt. Voor wie de Multistrada te soft vindt maar stiekem wél heel erg veel zin vindt hebben, is de Hypermotard hét antwoord. Zeker in de strijd met willekeurig welke andere motorfiets is het op de doorgaande wegen een eitje om lachend minutenlang vóór je reis/racegenoten te arriveren op de geplande rustlokatie. Om vervolgens ook weer als eerste op te wilen stappen uiteraard, zoveel pret hoort niet onderbroken te worden door futiliteiten als voedsel, nicotine of bier. Alhoewel, dat laatste… Wil je een motorfiets waarmee je met de mannen kunt knallen naar Assen, vlot woonwerk en van tijd tot tijd een langere reis meewilt maken (om je vervolgens ter plekke uit te leven uiteraard, spreekt voor zich) dan is de Hypermotard, mits netjes afgesteld, dé fiets. Gaat net zo hard rechtuit, gaat veel harder in de bocht.
Maar zorg dan wel dat je niemand met een WRX bij je hebt.
Meer foto's van deze motoren zijn terug te vinden in onze wallpaper sectie.