Test: Aprilia Tuono 1000 R
Pagina 2
Inhoudsopgave |
---|
Test: Aprilia Tuono 1000 R |
Pagina 2 |
Pagina 3 |
Pagina 4 |
Pagina 5 |
Pagina 6 |
Pagina 7 |
Thunder...
Dat men in Noale bij de ontwikkeling van de nieuwe Tuono verder is gegaan dan het aanbrengen van een nieuw cosmetisch jasje is meteen duidelijk als we de technische gegevens erop naslaan. Nieuw frame, nieuw motorblok, nieuwe elektronische injectie en een nieuw uitlaatsysteem zijn enkele punten uit de lange waslijst van vernieuwingen. Verfijnd, vernieuwd, agressiever dan ooit, maar ook gemakkelijker te rijden. En daarmee gaf men precies invulling aan datgene wat klanten de afgelopen jaren hadden aangegeven.
Dat de Tuono op het circuit tot extreem goede dingen in staat was, daar waren vriend en vijand het wel over eens, daarvoor hoeven we alleen maar te kijken naar in vele landen geïntroduceerde Tuono-raceklasse of de roemruchte races op het eiland Man waar de fiets het leven van menige supersport tijdens de jaarlijkse TT races zuur had weten te maken. Maar zo extreem als de fiets zich gedroeg op het circuit, zo extreem was ook zijn gedrag op de openbare weg. Overkill was het woord wat de Tuono nog het best omschreef, en daarmee was de fiets voor veel motorrijders toch nét een paar maten te groot.
Toch bleef men in Noale trouw aan het oorspronkelijke concept van de Tuono. Nog steeds is het 60° V-Twin motorblok, dat zijn 998 cc cilinderinhoud verkrijgt door een boring x slag van 97 x 67,5mm, een regelrechte nazaat van de RSV 1000R: slechts zes paarden werden ten opzichte van die Mille ingeruild voor wat meer koppel onderin. Waarmee de fiets nog altijd goed is voor een indrukwekkende 133 pk aan de krukas, wat er maar liefst acht meer zijn dan zijn voorganger. En dat terwijl de fiets werd uitgerust met een 2-1-2 uitlaatsysteem met katalysator om aan de strenge Euro-3 milieunorm te kunnen voldoen.
Het display is in grote lijnen identiek aan de RSV 1000R en werd ten opzichte van zijn voorganger een stuk gebruiksvriendelijker gemaakt. De bediening is verplaatst naar het stuur, waar een schakelaar (menu/trip1/trip2) en een knopje het werk moeten doen. De keuze is daarbij enorm: laptimer, topsnelheid, gemiddelde snelheid en enkele van de vele features die het digitale display omvat. Dat de Italianen onder de vlag van Piaggio tegenwoordig aan gezamenlijke inkoop doen is overduidelijk: dezelfde displays en schakelaars zijn anno 2006 ook terug te vinden op Moto Guzzi.
Om dit te realiseren werd het motorblok flink onderhanden genomen. Veel aandacht werd daarbij besteed aan de gasflow voor een optimale vulling van de cilinders. De nieuw ontworpen cilinderkop werd voorzien van nieuwe nokkenassen en lichtere klepveren en krijgt zijn lucht/benzinemengsel via nu 57mm inlaatkelken aangeleverd.
Net als bij de RSV 1000R is de Tuono nu ook voorzien van RAM-AIR. De onder de koplamp gepositioneerde airduct brengt voorziet de 10,3 liter airbox van verse lucht, waarbij Aprilia door de toenemende luchtdruk in de airbox bij maximum snelheid een vermogenswinst van 3% claimt. Een dubbele oliepomp moet daarbij voor de broodnodige smering zorgen, en om zoveel mogelijk gewicht te besparen werden de nodige onderdelen van het motorblok uit het zeer dure maar ook zeer lichte magnesium vervaardigd. Om ondanks het toegenomen vermogen de motor toch een "vriendelijker" rijkarakter te geven werd veel aandacht besteed aan de geometrie van de fiets.
Ergonomie is steeds vaker het sleutelwoord tot succes en stond ook als basis voor de veranderingen die de Tuono 1000R heeft ondergaan: compacter, smaller en maar liefst 15mm lager dan zijn voorganger. En daardoor - ondanks het toegenomen vermogen - meteen een stuk gebruiksvriendelijker en dus gemakkelijker te rijden. Denk daarmee niet dat Aprilia de Tuono heeft verlaagd tot een allemansvriend, nog steeds betekent Tuono volgens de dikke van Dale "donder" en daarmee slaan de Italianen nog steeds de spijker op de kop.
Daar waar BMW bij de K1200R gebruik maakt van ESA om onder het rijden de rijhoogte van de fiets aan te passen is bij de Aprilia een draaibaar stukje rubber rechts op het stuur voldoende om het voorwiel in eerste, tweede en zelfs derde versnelling twintig, veertig of zestig centimeter in de lucht te laten stijgen. Alsof je wordt overvallen door de donderende klanken van AC/DC"s Thunderstruck, maar daarover later meer.