Zoeken

Test: Aprilia SXV 5.5

Pagina 2

5 september 2006
Inhoudsopgave
Test: Aprilia SXV 5.5
Pagina 2
Pagina 3
Pagina 4
Pagina 5
Pagina 6
Pagina 7

Een nieuw concept..

SXV5,5_2_1.jpg

De meeste tijd wordt dit je zithouding

De doelstelling die de engineers tijdens de ontwikkeling van deze straatlegale Supermotard voor ogen hadden was heel simpel: maak de racefiets straatwaardig zonder daarbij het oog voor detail te verliezen. Zelfs maar met een half oog bekeken is direct duidelijk dat men bij Aprilia hier zondermeer in is geslaagd. Sterker nog, zet de SXV 5.5 naast de volbloed fabrieksracer en zie hier de krantenpuzzel: zoek de 10 verschillen. Een puzzel die - zoals het dit soort puzzels betaamt - nog knap lastig blijkt te zijn. Natuurlijk, zaken als koplamp, knipperlicht en kenteken zijn al snel gevonden, maar dan...


Kloppend hart
We zeiden het al, het voor de SXV compleet nieuw ontwikkelde motorblok is in meerdere opzichten uniek te noemen. Om te beginnen is de 550cc 77° V-Twin one of its kind, geen enkel ander merk hanteert een twee- cilinder in deze raceklasse. Nu zouden we nog verder in detail kunnen gaan en vermelden dat het motorblok van de SXV 5.5 slechts in detail anders is dan zijn kleinere - 450cc tellende - broertje SXV 4.5, maar dat SXV5,5_2_2.jpgvergeten we voor het gemak even. Het voordeel van een twin - ten opzichte van de in dit segment traditionele ééncilinder - is dat het toerenbereik en het daarbij behorende koppel breed inzetbaar is, waar een één cilinder hijgend in zijn toerenbegrenzer hangt (rond de 7.000 toeren) gooit deze twin er nog 5.500 toeren bovenop.

Theoretisch is het zelfs mogelijk de SXV 13.000 rpm te laten draaien maar om de betrouwbaarheid te borgen heeft Aprilia de begrenzer 500 toeren lager gezet. Dankzij de vergaande ontwikkeling zijn in deze SXV 5.5 geen balansassen gebruikt. Door het gebruik van een lichtgewicht zeer compacte bovenliggende nokkenas met vier nokkenbediende titanium kleppen per cilinder maken het mogelijk dat deze hoge toerentallen gedraaid kunnen worden zonder dat de betrouwbaarheid afneemt en dat er sprake is van overmatige trillingen.

De cilinders en carter zijn uit één stuk gegoten en door dit bijzondere ontwerp pretendeert Aprilia dat zij één van de meest compacte krachtbronnen ter wereld hebben ontwikkeld.

SXV5,5_2_3.jpgAlsof Aprilia dat nog niet genoeg vond hebben ze een Aprilia Racing programeerbare ECU gemonteerd die alle zaken zoals brandstofinjectie, ontsteking en dergelijke zaken nauwlettend in de gaten houdt.

Duidelijk klaar voor het circuit dus! De programmeerbare ECU zorgt ervoor dat je de injectiemapping zo kan afstellen dat het op jouw favoriete toerental het maximale koppel en/of vermogen afgeeft wanneer jij dat wilt. Heb je dan alles gehad?

Nee, de SXV heeft ook nog een speciale aandrijfas gemonteerd waarbij het kettingwiel verder naar buiten kan worden verplaatst zodat het mogelijk is om een wedstrijdband te monteren zonder dat die de ketting raakt. Hoezo, over nagedacht?

SXV5,5_2_4.jpgDe SXV 5.5 beschikt over een heerlijke gasrespons, met speels gemak pakt hij - eenmaal de drieduizend toeren gepasseerd - goed op en houdt zijn vermogen tot in de toerenbegrenzer vast.

Waarmee meteen het grote voordeel ten opzichte van de traditionele eencilinders overduidelijk is: de fiets beschikt simpelweg over een vele langere adem. Dat lage toeren niet aan de fiets zijn besteed is al uit het stationaire toerental af te lezen: koud moet de fiets ongeveer 3-4.000 toeren draaien, eenmaal op temperatuur staat de fiets afgesteld op 1.900 rpm.

Goedemorgen...