Introductie Aprilia RS 125
Pagina 4
Inhoudsopgave |
---|
Introductie Aprilia RS 125 |
Pagina 2 |
Pagina 3 |
Pagina 4 |
Pagina 5 |
Pagina 6 |
Pagina 7 |
Pagina 8 |
Tweetakt? Partymix!
Tijd om daar wat aan te doen. Plaats van handeling is het circuit van Calafat, gelegen op 150 kilometer ten zuiden van Barcelona. Niet al te ruim, niet al te groot, maar méér dan de moeite waard en uitermate geschikt om met een motor als de RS over rond te scheuren. Het hele complex straalt een beetje een 'leuk voor in je achtertuin'-sfeer uit…was het maar zo'n feest.
Het leuke van een 125 cc tweetakt is dat er, behalve Cagiva's Mito en Aprilia's RS – zeker op dit niveau en in onze regionen – maar bar weinig verschillends te koop is. Dat betekent voor uitschot als ons journalisten dat het niet verschrikkelijk vaak voorkomt dat je er één rijdt. Natuurlijk, áls het dan eindelijk eens gebeurt is het direct dubbel en dwars feest, maar het betekent ook dat het nét even wat meer wennen is dan 'de zoveelste' 600 Supersport of iets vergelijkbaars. En om het nog interessanter te maken vergt het ook echt een andere aanpak wat rijstijl en toewijding betreft. Ben je niet voor de volle honderd procent bezig met harder willen, dan gebeurt het ook echt niet. Misschien is het vermogen niet schokkend genoeg om echt over 'niet-vergevingsgezind' te praten, maar toch lijkt het erop; je zal echt je kop erbij moeten houden, anders gebeurt er niks.
Twee-takten
Zoals direct blijkt bij het wegrijden. Niks te streepje gas erbij en koppeling op laten komen, nee: open die kraan en met een zo klein mogelijke daling in toeren de koppeling op laten komen voor volle acceleratie. En dan voor je er erg in hebt al overschakelen, want ook dat is tweetakt rijden: kom je over de piek heen dan gebeurt er óók niks. Direct door naar twee, het zelfde verhaal en zo rond de derde versnelling begint er toch serieus schot in de zaak te komen.
![]() |
als je je maar klein genoeg maakt lijkt die motor nog best normaal |
Dat is het wegrijden. Daarna komt redelijk snel het volgende probleem: een bocht rondkomen. Of nee, góed een bocht rondkomen. Om met een tweetakt echt lekker een bocht om te jagen zal je er de gang in moeten houden. Dat wordt al vergemakkelijkt door het gebrek aan gewicht - wat een hogere bochtsnelheid toelaat - maar daarmee ben je er nog niet. Je wilt ook graag op een leuke manier de bocht uit kunnen komen en daarvoor zal je vóór de bocht alvast een en ander voor elkaar moeten hebben. Kom aanrijden, schop de bak in de juiste (er is per bocht steeds maar één versnelling écht goed) versnelling terwijl je aanremt en smijt het geheel op één oor. Hou daarbij het gas aan zodat het blok al trekkend de bocht doorstuurt en draai het gerust vroeg weer helemaal open. Vroeg als in: nóg vroeger als waar je nu aan denkt. Slechts met het gas op tijd en de juiste versnelling ingeschakeld (om precies in de powerband te zitten) vallen er meters te scoren. Theoretisch dan. Het gebeurt nog vaak genoeg dat je nèt iets lager in toeren een bocht uitkomt en denkt 'dan wacht ik toch even'….neem dan maar een pakje brood mee, want eer de motor daarvan bekomen is heb je je lunch op.
Een oplettend lezer heeft natuurlijk al lang door dat bovenstaande alinea niet alleen de theorie van foutloos rijden is, maar tevens dat een aantal factoren inmiddels met succes getackeld zijn, zoals, ik noem iets triviaals, gewenning aan het rijgedrag van de motor, goed opwarmen van de banden en ach, het kennen van de weg. Een voorbeeld van een situatie die buiten deze criteria valt is te vinden in een klein kadertje ergens in een hoekje van dit artikel. Stelt niks voor, eigenlijk niet de moeite waard om daar al teveel aandacht aan te besteden.