Zoeken

Oostenrijk per CBR125R

3000 km Alpentrip met A1 rijbewijs

20 november 2018
Drieduizend kilometer rijden in een week tijd is voor veel motorrijders met een ‘dikke’ fiets al een hele onderneming, laat staan dat je dat met een 125cc zou moeten doen. Motorfreaks lezer Dylan de Vries deed deze zomer precies dat, hij ging met zijn Honda CBR125R op motorvakantie naar Oostenrijk.

 

Tekst: Ed Smits
Fotografie: Dylan de Vries

Avontuur in het bloed

“Zeg, rijdt dat nog een beetje, die SWM,” wordt me gevraagd door een jongen die met zijn CBR125R naast me op de veerpont naar Wijk bij Duurstede is gaan staan, waarop een interessant gesprek ontstaat. Waarom hij voor het A1 rijbewijs is gegaan en niet heeft gewacht totdat hij oud genoeg is voor het gewone A en waarom hij heeft gekozen voor een CBR125R, waar de 125 Duke een veel grotere populariteit geniet. “Dat zal ik je vertellen, ik maak nogal wat kilometers en mij is verteld dat je dan beter geen KTM kunt nemen. Daar heb je dus geen 160 pk Allroad voor nodigDeze CBR125R heeft nu 35.000 kilometer gereden en nog geen enkele klap verkeerd gegeven,” zegt de nog jonge gast tegen mij die zich als Dylan de Vries voorstelt. 

De 18-jarige nog bij zijn ouders in Tiel woonachtige Dylan is in het dagelijkse leven verkoopadviseur (parttime in opleiding) bij Goedhart Motoren in Bodegraven raakte op jonge leeftijd al besmet met het motorvirus. Op 16-jarige leeftijd is hij meteen scooter gaan rijden, maar raakte van de overstap naar schakelbrommers zo onder de indruk van deze vrijheid dat hij meteen wist dat hij wilde gaan motorrijden. Het avontuurlijke zit Dylan in het bloed, hij houdt van reizen en onderweg zijn (zijn droommotor is niet voor niets de Honda Africa Twin) en een auto vindt hij maar zo saai en gewoon. Op zijn brommer reed hij al zo’n 12.000 km per jaar.  “Ik heb met deze motor nu in een jaar tijd 21.000 kilometer gereden, ik heb geen auto en gebruik ‘m dus overal voor. Volgende week ga ik met de motor op vakantie, naar Oostenrijk.  Ik hou van reizen en onderweg zijn, rijden en maar zien waar het schip strandt.”

Het enthousiasme waarmee Dylan over zijn aanstaande avontuur praat is aanstekelijk en ik kan niet anders dan daar enorm veel respect voor opbrengen, en vraag hem of hij dat avontuur niet met ons delen zou willen delen. In het verleden hebben we wel eens met een YZF-F125 door het Westerwald gestuurd en weten dus als geen ander wat de beperkingen van een A1 motorfiets zijn, en dan staat de afstand die destijds was afgelegd in schril contrast met wat Dylan wil gaan doen. Met een “stuur maar een e-mail als je weer thuis bent,” Probeer daar je GS maar eens neer te zetten, zonder dat 't zweet je over je rug looptwens ik Dylan een goede reis en benadruk nog eens hoe ontzettend vet ik zijn avontuur vind. 

Behalve de bestemming in Oostenrijk, waar hij bij familie op bezoek gaat, heeft Dylan op voorhand niets gepland. “De eerste dag ben ik over de snelweg naar Karsruhe gereden, waarbij ik zo elke twee uur bij een Raststätte ben gestopt, hier heb ik ongeveer 6-7 uur over gedaan. Mijn CBR125 loopt op topsnelheid ongeveer 120/130 km/u, maar ik heb het de hele dag lekker relaxt gedaan en heb grotendeels met tempo 100/110 km/u achter caravans gereden. Vanuit Karlsruhe ben ik binnendoor naar Kreuzlingen gereden, vlak over de Zwisterse grens, wat de totaalstand de eerste dag op 700 kilometer bracht. Ik heb de eerste dag wel erg veel regen gehad onderweg, maar buiten dat was de afstand met mijn motor prima te doen.” 

Aanrader

 

De eerste en tweede dag rijdt Dylan zo’n 10 uur per dag, eenmaal op bestemming bij zijn familie in Oostenrijk maakt hij elke ochtend nog een toer van een uurtje of 4, waarna de rit naar huis weer moet worden aanvaard. De tweede dag is voor Dylan meteen een pittige: vanuit Kreuzlingen wordt koers richting de moeder van alle bergpassen, de 2.757 meter hoge Passo dello Stelvio gezet, via de Flüela Pass (2.383 meter hoogte) en Umbrail Pass (2.503 meter hoogte), om daarna nog door te rijden naar Bolzano in Italië, de eindbestemming van de tweede dag. “Ik heb nergens haastig gereden, maar juist erg relaxt getoerd. Meer dan dit heb je dus niet nodigNergens heb ik het gevoel gehad dat ik flink aan het aanpoten was, alleen bergop heb ik wat vaker moeten terugschakelen. Ze zeggen dat snelheidsboetes in Zwitserland je een nier kunnen kosten, maar met een 125cc heb je daar niet zoveel last van. Bergop heb ik wat vaker moeten terugschakelen, maar buiten dat waren de bergpassen echt prima te doen,” aldus Dylan die buiten zijn familie in Oostenrijk geen enkele overnachting op voorhand had gepland. “Gewoon rijden en zo rond een uur of 5 ’s middags met de Booking.com app een hotelletje zoeken. Kinderspel.”

“De derde dag ben ik aangekomen op mijn eindbestemming, de Oostenrijkse Hermagor Presserger See, de vierde dag ben ik gaan toeren in Slovenië – wat een mooi land is dat trouwens – en heb op de terugweg de Nassfeldpass nog gereden. De vijfde dag ben ik via de Plöckenpass terug naar Slovenië gereden, om daar de Mangart Saddle te rijden. De zesde dag heb ik een aanbevolen route van TomTom gereden, de Nockalmstraße, wat een erg mooie route bleek te zijn. Daarna zat het verblijf bij mijn familie in Oostenrijk er weer op en restte alleen nog de trip naar huis. Dat heb ik uiteraard wel in stijl gedaan, je bent niet in Oostenrijk geweest als je de Grossglockner niet hebt gedaan. Via de Grossglockner Hochalpenstraße ben ik naar Kufstein gereden, van waaruit ik de snelweg Dan is het thuis maar behelpen...heb genomen naar het Duitse Ulm. De achtste en laatste dag ben ik over de snelweg weer naar huis in Tiel gereden.”

“In totaal heb ik volgens de TomTom in 49 uur 3.000 kilometer gereden (da’s een gemiddelde snelheid van meer dan 60 km/u, genoeg zware jongens die dat niet redden, red.) en dat was echt prima te doen met de Honda CBR125R. Ik zou het zo weer doen, op de snelweg gewoon rechts 100 – 110 rijden om binnendoor enorm te genieten. Bergop is echt prima te doen, ik moest soms even terugschakelen maar ben zeker niet belemmerd geweest door het lage vermogen. In de bochten was het heerlijk. Onderweg ben ik trouwens best vaak aangesproken, maar veel Nederlanders ben ik niet tegengekomen. Wel Duitsers en Kroaten, die het een hele prestatie vonden dat ik helemaal vanuit Nederland met een 125cc was gekomen. Ook mijn collega’s waren onder de indruk, niet in de laatste plaats Berry zelf die niet had verwacht dat de 125 het vol zou houden. Maar ja, ’t is een Honda hè.”

“Al met al een reis om nooit te vergeten, ik zou het zo weer overdoen. Het A1 rijbewijs is dus zeker de moeite waard!”