Megatrip: Retourtje Saint-Tropez
En weer naar huis
8:00 Uur. Het ochtendjournaal belooft in de regio 22 graden met een zonnetje. Een sloot koffie brengt ons aan de ontbijttafel weer tot leven, want de afgelopen nacht gonsden drie motoren door de koppen. Stijfheid in de ledematen. In m'n rechter handpalm irriteert een kleine blaar met de gashendel als aanwijsbare schuldige. Even later zitten Daan en Florian met opgerolde motorbroek en blote poten in het azuurblauwe zeewater van Saint-Tropez. De temperatuur is inmiddels zalig onder een compleet blauwe hemel. Da's nog eens wat anders dan die bootjes bij ons op 't IJsselmeerHet ene jacht is nog mooier dan het andere. Terrassen gaan open, de eerste boodschappen worden gedaan, leveranciers leveren hun goederen af. Drie motorrijders die zich genoeglijk vergapen aan de dobberende armada van rijkdom.
We schieten vlug wat platen voor het thuisfront, dat ons waarschuwt dat er zeer slecht weer in het noorden van Nederland op komst is. Code rood zelfs. Voor ons is het nu code felgroen, want we voelen ons prima. We staan namelijk te trappelen om de bochtige terugweg bij daglicht te beleven. We vertrekken om exact 10:00 uur. Dit keer haal ik alles uit de kast om beide heren bij te blijven. Onze motoren zwenken, kantelen, duiken en accelereren door de heuvels naar Saint Maxime. Uitgestorven asfalt, waardoor we nu het maximum aan motorplezier behalen. De euforie is groot, ook als we met ruim 160 km/u het laatste stukje langs olijfbomen naar de snelweg blazen. Vanwege de adrenaline-kick, een prachtige omgeving en dito weersomstandigheden rijden we als drie goden in Frankrijk.
Een paar honderd kilometer later en na een kleine lunch komt de eerste stevige dip. De kilometers van gisteren laten eveneens stevig van zich spreken. Het thuisfront meldt dat er in Noord-Frankrijk natte sneeuw wordt verwacht. We kijken omhoog naar een heerlijk zonnetje en genieten van een vervroegd vakantiegevoel. We stappen redelijk duf op, met de afspraak gewoon wat vaker te stoppen en iets langer te rusten. Ter hoogte van Lyon trekt de hemel rap dicht. Het wordt aanzienlijk frisser. De snelwegen lijken net als onze vermoeidheid eindeloos. De euforie verdwijnt met het zonlicht. Af en toe geven we toch voor de lol flink gas, maar vooral ook om alert te blijven. Stoppen, tanken, wat knabbelen, koffie, Energizer, Het helpt natuurlijk wel, zo'n K 1600, maar 't blijft natuurlijk wel een monstertripsanitaire stop, rekken en strekken, en dat tig keer. We blijven elkaar informeren over ons innerlijke motormanagement. Al bij al voelen we ons best redelijk ondanks de circa tweeduizend afgelegde kilometers sinds gisterenochtend. Als cijfers geven we onszelf een enthousiaste 6,5 op de schaal van 1 tot 10.
Ter hoogte van Dijon daalt de temperatuur verder tot een graad of 8. Lichte aanhoudende regen die overgaat in natte sneeuw. Koude voeten, ijzige handen, klamme pakken. Omdat de kou aan de concentratie vreet, neemt de vermoeidheid nog meer toe. Het is al na zessen met nog ruim 700 kilometer te gaan. Terwijl de avond valt moeten wij ons staande houden in een gevecht tegen de elementen en onszelf. De inwerkende kou wordt steeds venijniger. Bij Metz plegen we overleg wat we kunnen doen, want de rit wordt te ondraaglijk. Nog langere pauzes om op te warmen?Kortere afstanden tussen de stops? Onderweg Hadden we al gezegd dat gezonde voeding heel belangrijk is? En voldoende rust?op koffiebonen of zelfs op Colombiaanse blaadjes kauwen? Een bestelbusje kapen?
We gaan door. Over de Ardennen krijgt de rit monsterlijke trekjes. Het zicht is buitengewoon slecht. Door regenwater vervormde achterlichten zijn rijbakens in deze hel naar het noorden. Door de lage rijsnelheid blijft witte pap voor de windschermen plakken. Afzien. Vlak na middernacht tanken we na de etappe over de Ardennen. De regen en natte-sneeuwbuien nemen af. De lol om door te rijden is gesmolten. Om alert te blijven zing ik uit volle borst, want de kou teistert alle zintuigen. Nederland kruipt dichterbij en iedere vezel in de lijven protesteert. Ook als we eindelijk de grens passeren. Om 2:25 uur nemen we als uitgeputte expeditieleden bij Hazeldonk afscheid van elkaar. Ik tel de laatste kilometers met kromme tenen af. Even na 4:00 uur zit ik thuis flink te rillend in een warm bad. Geen trompettergeschal. Als ik de ogen sluit zie ik nog steeds duivels zwart asfalt onder me door vliegen. Amper beseffend dat we vanochtend uit Saint-Tropez vertrokken.