Zoeken

Test: Kawasaki Ninja 500 SE

Grondige evolutie

21 maart 2024

Waar zes jaar geleden de Ninja 400 nog als instapmodel voor het A2-rijbewijs werd gepresenteerd zegt Kawasaki tijdens de presentatie nu dat de Ninja 500 een breder publiek zal aanspreken. Enerzijds diezelfde beginnend motorrijd(st)er met kersvers A2-rijbewijs, als onderdeel van een “groei ladder”, en anderzijds motorrijders die op zoek zijn naar een motor waarmee ze jaren plezier van zullen hebben. Man oh man wat is het hier toch mooi. Dan blijft het toch maar behelpen in NederlandEen motor die zo goed presteert dat ‘ie alle hokjes van het wensenpakket afvinkt, met prestaties die niet zullen vervelen, waardoor er dus ook geen behoefte ontstaat om level-up te gaan.

Het zijn straffe woorden van Team Green en we staan dan ook te popelen om met de Ninja 500 in een zonovergoten Alicante op pad te gaan, maar niet voordat we de motor eens nader hebben bestudeerd. Oog in oog zijn we enorm onder de indruk van wat Team Green hier heeft neergezet. Zeiden we zes jaar geleden al dat de Ninja 400 als een échte Supersport oogt, dankzij het heerlijk frisse design dat overduidelijk Ninja-DNA heeft, datzelfde kan nu van de Ninja 500 worden gezegd en al helemaal de SE versie in KRT kleuren die echt supervet is. De gelijkenis met de Ninja ZX-4R, Ninja 650, Ninja ZX-6R en Ninja ZX-10R is treffend en van een afstandje zal je van goeden huize moeten komen om de vier uit elkaar te houden. Van diezelfde afstand bekeken lijkt de Ninja 500 ook als Tuurlijk, met een paar uur rijden zit je bij ons ook in mooie gebieden, maar da's toch anderstwee druppels water op de oude Ninja 400 (behoudens dan de KRT-stickers), totdat je beide motoren naast elkaar zet, van dichtbij bestudeert en tot de ontdekking komt dat echt alles anders is. 

Te beginnen met de neus, waar de LED-koplampen à la ZX-6R zijn gevormd en nu smaller zijn en dieper liggen, terwijl de kieuwen forser zijn van vorm. Net als bij de ZX-6R heeft Kawasaki bij de zijkuipdelen een meerlagen-techniek toegepast, waardoor er naast de koplampen een soort tunnel is ontstaan die downforce genereert. Verder zijn andere gaten voorzien om de warme lucht van het blok af te voeren. Neem vervolgens plaats op de SE-versie en er vallen twéé dingen op: het 4,3” TFT kleurendisplay dat via Bluetooth aan de Kawasaki Rideology app kan worden gekoppeld en het contactslot, dat nu sleutelloos is – een unicum in dit segment. 

Kloppend hart van de Ninja 500 is een 451cc paralleltwin, die weliswaar van de 399cc paralleltwin van de Ninja 400 is afgeleid, maar zo grondig is aangepakt dat het met recht als een nieuw blok mag worden gezien. De 52cc extra longinhoud is verkregen door de slaglengte te verlengen van 51,8 mm naar 58,6 mm. In combinatie met de nieuw ontwikkelde krukas met verzwaarde krukwangen en nieuwe drijfstangen, nieuwe zuigers compressieverhouding die op de grotere cilinderinhoud is geoptimaliseerd moet dit in een veel sterker middengebied hebben geresulteerd. Wat meer dan logisch is, wat topvermogen betreft zat Kawasaki al op de grens van wat toelaatbaar is voor het A2-rijbewijs. 

Om de cijfers er even bij te pakken: de 451cc twin levert een topvermogen van 45 pk bij 9.000 tpm en een maximum koppel van 42,6 Nm bij 6.000 tpm (Ninja 400: 45 pk @ 10.000 tpm / 38 Nm @ 8.000 tpm), maar het is zoals gezegd vooral in de toerenkelder en het middengebied waar een enorme sprong is gemaakt. De 5,8 liter airbox is volgens Kawasaki zo groot mogelijk gemaakt om ruimte te bieden aan
De LED-koplamp is smaller en ligt dieper, de 14 liter tank kom je minstens 350 kilometer ver

Eenvoud siert. De bediening van het TFT gaat via twee knopjes links en rechts onder het display

Een sleutelloos contact, daarmee heeft Kawasaki een regelrechte primeur in z'n klasse


De zit is ruim en redelijk sportief, maar dan zonder dat je moet afzien. Voor de duo is het waarschijnlijk behelpen
de twee inlaatkelken die verschillend van hoogte zijn, om het blok zo soepel mogelijk te laten lopen. De bovenkant van de airbox is verstijfd om ongewenst vibratie-geluid te elimineren en in plaats daarvan een veel helderder inlaatgeluid te creëren dat – zo zal blijken – als muziek in onze oren klinkt. Het uitlaatsysteem lijkt daarentegen op het oog hetzelfde te zijn als dat van de Ninja 400. Onzichtbaar voor het oog, maar wel verdomd belangrijk zijn de covers die achter de radiateur zijn geplaatst en die ervoor zorgen dat de warme lucht via de zijkanalen wordt afgevoerd, waardoor met name het rijden in zwaar verkeer op een warme zomerdag veel aangenamer is. 

Het blok is gemonteerd in een lichtgewicht vakwerkbuisframe, dat is ontworpen met dezelfde software die Kawasaki tien jaar geleden speciaal voor de Ninja H2 had ontwikkeld. Het chassis heeft een Supersport-stijl “korte wielbasis, lange achterbrug” stijl, waarbij de korte wielbasis van 1.375 mm ervoor zorgt dat de motor ontzettend wendbaar is, terwijl de lange achterbrug veel mechanische grip genereert. De achterbrug scharniert trouwens in een spuitgiet aluminium Swingarm Mounting Plate, die aan de achterkant van het blok is geschroefd, wat de stabiliteit ten goede moet zijn gekomen. Kawasaki claimt een rijklaargewicht van 172 kilo en dat is op z’n zachtst gezegd best indrukwekkend te noemen. Z’n grootste (en op dit moment misschien wel enige) rivaal, de Honda CBR500R, brengt maar liefst 194 kilo rijklaar op de schaal en dat is toch een serieus verschil van 22 kilo.