Zoeken

Test: Ducati Diavel V4

Next level Powercruiser

27 maart 2023
Met de lancering van de Diavel V4 heeft Ducati de overtreffende trap van haar Powercruiser, die vooral geen Cruiser mag worden genoemd, op de markt gezet. In een frisse en regenachtige Belgische Ardennen werden we door de V4 overdonderd, die ten opzichte van de 1260 inderdaad de lat een flink stuk hoger heeft gelegd.

Er zijn maar weinig motoren die bij hun lancering écht voor beroering weten te zorgen. De Hayabusa, die vanwege z’n topsnelheid van 300 km/u zelfs bij de politiek op de agenda kwam, of de Ninja H2R, vanwege z’n bizarre topvermogen van 300 pk (wat in de praktijk zelfs nog veel meer bleek te zijn) zijn daar twee goede voorbeelden van, maar ook de Diavel hoort absoluut in dat rijtje thuis. De Diavel was niet alleen de allereerste Cruiser uit Borgo Panigale, maar met 162 pk (12 pk meer was dan de Multistrada 1200 waar de 11° Testastretta V-twin van afkomstig was) meteen de krachtigste Powercruiser op de markt en bovendien de allereerste productiemotor met 240-brede achterband. 

De Diavel had z’n naam te danken aan een medewerker die op de parking bij Ducati van achteren naar het prototype keek en zei “Come un Diavolo” (als een duivel), wat in het Bolognezer dialect wordt uitgesproken als Dee-ah-vel. Ducati stelde dat de Diavel als enorm indrukwekkende verschijning de man-motor relatie naar het volgende niveau van comfort had getild. Dat klinkt nogal vaag, maar Alsof je oog in oog met Mike Tyson staat, en geloof ons... deze deelt net zo harde tikken uitwat ze daarmee bedoelden was dat de Diavel de überversie van de Monster was, met een dikke vette knipoog naar Amerikaanse Cruisers. Een Powercruiser, maar dan anders dan al het andere op de markt. Alsof het beste van de Intruder M1800, V-Rod, V-Max, B-King en Rocket III in een blender was vermengd.

Dat Ducati met de Diavel de spijker op z’n kop had geslagen ontdekten we in 2011 al snel toen hij op een bewolkte zomerdag tegenover die andere übernaked van dat moment, de Yamaha V-Max werd gezet. Hoewel de V-Max in die tijd toch echt wel veel meer een begrip was dan de Diavel, gunde op de boulevard van Scheveningen haast niemand de Yamaha een blik waardig, maar was het de Diavel die als een zwart gat in het heelal alle aandacht naar zich toe wist te trekken. Om ons daarna dé vraag te stellen: “stuurt dat nou, met zo’n brede achterband?” Het antwoord daarop was telkens kort maar krachtig: “verrassend goed!” Sinds die allereerste krachtsmeting hebben we altijd wel een zwak voor de Diavel gehad.

In het voorjaar van 2014 kreeg de Diavel als vroeg 2015 model zijn eerste update, met als grootste verschil de tweede generatie van de 11° Testastretta V-twin, die én veel mooier liep, een gunstiger verbruik had én een service interval van 30.000 kilometer. Hoewel dat wat verkoopcijfers betreft strikt genomen geeneens noodzakelijk was geweest, sinds z’n introductie waren er jaar op jaar alleen maar meer Diavels over de toonbank gegaan. Vijf jaar later werd de tweede generatie gelanceerd, waarbij de 11° Testastretta V-twin plaats had gemaakt voor de Testastretta DVT (wederom, afkomstig van de Multistrada) en de naam in Diavel 1260 werd aangepast, een verwijzing naar de grotere cilinderinhoud van 1.262 cc. Wat topvermogen betreft had de Diavel 3 pk ingeleverd, maar in ruil daarvoor veel meer koppel onderin en in het middengebied.

Na slechts vier jaar heeft de Diavel 1260 nu het veld moeten ruimen voor de Diavel V4, na de Panigale V4, Streetfighter V4 en Multistrada V4 het vierde model uit Borgo-Panigale dat met de V4 is uitgerust – in dit geval de 1.158cc V4 Granturismo die wederom van de Multistrada afkomstig is (zien we hier een trend?). Net als bij de 1260 heeft Ducati het topvermogen ietwat afgeroomd naar 168 pk bij 10.750 tpm (170 pk voor de Multistrada V4), maar ook de V4 heeft in ruil daarvoor een sterker koppel gekregen. 

 

Tekst: Ed Smits
Fotografie: Jonathan Godin