Zoeken

Test: Kawasaki Z900RS SE

Gouden Zet

22 juni 2022
Sinds z’n introductie in 2018 is de Kawasaki Z900RS een van de meest geliefde motoren in het retro-segment. Voor modeljaar 2022 heeft Kawasaki daar in het kader van 50 jaar Z een Z900RS Special Edition aan toegevoegd, waarvan niet alleen de kleur bijzonder goed geslaagd is.

Je kunt niet anders dan ontzettend veel respect hebben voor Kawasaki, dat als enige van de Japanse fabrikanten erin is geslaagd om de rijke geschiedenis van het merk om te zetten in een retro-model dat niet alleen qua looks de spijker op z’n kop slaat, maar ook qua verkoop een groot succes is. Niet dat de andere drie geen poging hebben gedaan: Honda probeerde het met de CB1100, Suzuki bracht de GSX-S1000 Katana op de markt en bij Yamaha werd de XSR-familie bedacht, hoewel In 1972 was het erop of eronder met de Z1 (900). Het werd erop en daar zijn we blij mee, anders was we deze Z900RS SE er nooit geweestdie eigenlijk veel dichter bij een neo-classic hipster dan bij een retro-klassiek model staan. 

Qua looks leek de CB1100 uit hetzelfde hout gesneden als de Z900RS, maar de motor werd nooit het verkoopsucces dat Big Red voor ogen had en werd om die reden van de markt gehaald. De ontwikkelingskosten voor Euro5 zouden niet worden terugverdiend. Bij Suzuki hadden ze het wat dat aangaat slimmer aangepakt door bij de Katana – net als Kawasaki – gebruik te maken van een bestaand blok, in dit geval dat van de gewone GSX-S1000, maar we hebben sterk het idee dat dat wel eens in z’n nadeel kan hebben gewerkt. Met een topvermogen van meer dan 150 pk en het rijwielgedeelte dat van de GSX-R1000 K7 is afgeleid is de GSX-S1000 Katana onderhuids misschien iets té modern voor een retro-model. Dertig peekaa eraf en een meer oldskool rijwielgedeelte (het liefst met stereo vering) en het zou maar eens zo een heel ander verhaal kunnen zijn geweest. Over Yamaha’s XSR-familie kunnen we kort zijn, qua looks hebben die eigenlijk niks met een retro-klassiek model van doen.

Het concept van retro-klassieke modellen leek dan ook voorbehouden aan de Europese merken, die dankbaar gebruik maken van hun rijke geschiedenis en daarmee bij veel motorrijders een emotionele snaar weten te raken. Ongeacht of het nou retro-klassieke of neo-klassieke modellen zijn, omdat ze zich hebben gerealiseerd dat historie minstens zo belangrijk is als de nieuwe modellen van het hier en nu. De Triumph Bonneville, Snap best dat het origineel 50 jaar geleden insloeg als een bomde Ducati Scrambler, de Moto Guzzi V7 en de BMW R nineT (en dan vooral die waanzinnig vette G/S uitvoering) zijn daar het levende bewijs van. 

Nu zou je kunnen zeggen dat de reden van het succes van de Z900RS ‘m zit in het feit dat Kawasaki een veel hogere merkbinding heeft dan de andere drie – je zou zelfs kunnen stellen, op Europees niveau – maar vlak vooral de hoeveelheid detail die in het ontwerp is gaan zitten niet uit. Waar de Honda wel de looks had, maar het verkeerde blok en de Suzuki wel het juiste blok, maar het verkeerde rijwielgedeelte, is Kawasaki er bij de Z900RS in geslaagd om op alle vlakken de spijker exact op de kop te slaan. Zet ‘m anders voor de grap anders maar naast een 1972 model. De vorm van de tank en het zadel, de fraai gevreesde koelribben op het blok om het beeld van een luchtgekoelde motor te creëren, de ronde tellers, de jaren ’70 kleuren en zelfs de onregelmatige stationaire loop om een carburateur te simuleren, tot in het kleinste detail is ontzettend goed over de Z900RS nagedacht. 

Tekst: Ron Huijs
Fotografie: Kawasaki/Jacco van de Kuilen