Test: Kawasaki 2022 Versys 1000
Premium instapper voor basisprijs
Met weemoed denk ik er aan terug, aan die waanzinnig vette persintroductie begin 2019 op Fuerteventura en Lanzarote van de toen compleet vernieuwde Versys 1000. Of beter gezegd: de SE uitvoering van die compleet vernieuwde Versys 1000, het nieuwe vlaggenschip van de Versys familie dat van alle moderne elektronische gadgets was voorzien, inclusief door Showa ontwikkelde semi-actieve vering. Het is groen en het...Echter, omdat tijdens die introductie alle aandacht naar het SE model uitging bleef de eveneens geüpgradede standaard versie compleet onderbelicht, wat met de komst van de Versys 1000 S afgelopen jaar er zelfs toe leidde dat de standaard versie bij ons in de Benelux uit het gamma werd gehaald.
Wat ergens wel te begrijpen was. De Versys 1000 S en SE hadden een zeer goede prijs/kwaliteit verhouding, de meerprijzen van beide uitvoeringen stonden niet in verhouding met de waarde van de optiepakketten vertegenwoordigden, waardoor je een dief van je eigen portemonnee zou zijn als je het niet zou doen. Ter illustratie: het optiepakket van de S had een waarde van € 4.000,-, terwijl de meerprijs ten opzichte van de standaard Versys 1000 ‘slechts’ € 1.500,- was. Voor de SE moest nog eens € 1.500,- extra op tafel worden gelegd, terwijl de KECS semi-actieve Skyhook vering een waarde van € 2.000,- had. Hoe duurder de uitvoering die je koos, hoe meer geld je bespaarde.
Dat klonk als heldere logica waar geen speld tussen te krijgen was, ware het niet dat er voor die S en SE uiteindelijk wél meer geld op tafel moest worden gelegd. De Versys 1000 was weliswaar al jaren een verkooptopper in het straat-georiënteerde ‘Allroad’ segment, maar had nu op prijs concurrentie gekregen van motoren als de Tiger 900 en Tracer 900 GT. Reden voor Kawasaki om een jaar na dato de standaard versie van de Versys 1000 weer een nieuw leven in te blazen. En ‘m bovendien ook nog eens behoorlijk in prijs te verlagen.
Tekst: Ed Smits
Fotografie: Jacco van de Kuilen