Zoeken

Test: Kawasaki Z H2 SE

Met Skyhook, of zonder?

27 maart 2021

Hoewel gezien het tempo de Sport modus de betere keuze zou zijn houden we de Road modus nog even vast en switchen zodra het tempo dit toelaat over naar de Rain modus. Niet omdat het vermogen gezien de omstandigheden te veel van het goede zou zijn, maar enkel en alleen om het verschil in vering te kunnen voelen: met Skyhook in Rain en zonder Skyhook in Road. Het switchen tussen de 4 rijmodi (naast Rain, Road en Sport is er een vierde User modus waarbij je alles naar eigen geur en smaak kunt instellen) gaat via dezelfde knopjes links op het stuur als Acht graden is toch best fris, het is in maart wel eens warmer geweestwaarmee je door de getoonde informatie bladert, door het knopje omhoog of omlaag 3 seconden ingedrukt te houden en vervolgens het gas dicht te draaien in de volgorde User-Rain-Road-Sport. 

Het continue switchen tussen Rain en Road blijkt om meer fronten dan alleen de vering ontzettend leerzaam te zijn, maar daarover zo meteen meer. Eerst die vering, want het asfalt is op de boerenweggetjes niet bepaald op biljartlakenniveau, waardoor het verschil tussen met en zonder Skyhook perfect kan worden gevoeld. Met Skyhook worden oneffenheden grotendeels geabsorbeerd en voelt het haast alsof je over het asfalt zweeft (wat bij drempels nog extra goed te voelen is, zonder Skyhook worden we meteen uit het zadel gewipt en met Skyhook is dat bij eenzelfde tempo veel minder het geval), maar voelt de motor vaag aan. Da’s prima wanneer je relaxt aan het toeren bent, maar in van-dik-hout tempo willen we het liefst zoveel mogelijk feedback en dan is zonder Skyhook echt de betere keus. Je levert weliswaar aan comfort in, Als je daar eens een foto van maakt, met zo'n windturbine. Je weet wel, voor de beeldspraak, dat 't een turbine is...maar houdt wel veel beter contact met het asfalt en hebt daardoor ook veel meer grip. Slimme Z(et) dus van Kawasaki om Skyhook alleen in de Rain modus toe te passen. 

Het tweede dat ons het veelvuldig switchen tussen Road en Rain ons leert is dat onder volle acceleratie je weliswaar zwaar het onderspit delft omdat het vermogen is ingeperkt, maar alleen dan. Onder normale rijomstandigheden heb je aan de Rain modus eigenlijk al meer dan genoeg, helemaal als je ook nog eens ’s lands snelheidslimieten in ere houdt. Of daar een betere poging tot wil doen dan wij vandaag. Hoewel, met 158 km/u op een 60 weg zitten we d’r maar één cijfer naast, maar ik denk niet dat een rechter met dit argument mee wil gaan. 

Zaagtandprofiel

Het derde dat ons opvalt is hoe abrupt de elektronica in de Road modus reageert, waardoor de Z H2 als een wilde stier aanvoelt die ons te kennen geeft ons elk moment uit het zadel te willen wippen. Volle acceleratie gaat als een zaagtandprofiel: het voorwiel klimt in de lucht, de elektronica kapt dat af en plant het voorwiel weer aan de grond, waarna het vermogen weer vol terug is en het verhaal zich herhaalt… en herhaalt… en herhaalt. Totdat je er zeeziek van wordt, met je ballen tegen de tank bent geknald of de handdoek zelf maar in de ring hebt gegooid. En dat verbaast me, het afgelopen jaar is me dat nog nooit overkomen. Sterker, de bijzonder fraaie wheelie waarmee ik bij de pomp aan het begin van dit verhaal wegrijdt staat diep in m’n geheugen gegrift. Totdat ik me realiseer dat ik normaal amper tot nooit in de Road modus rijdt, ik naar de Sport modus switch en het heerlijke feestbeest weer terug is van weggeweest. 

Voor mij persoonlijk hadden ze de Road modus dan ook achterwege mogen houden. De gasrespons is directer en de elektronica grijpt veel minder abrupt in, waardoor de motor doet wat ik wil in plaats van andersom. Wheelies zijn zelfs in derde versnelling kinderspel, waarbij de elektronica pas na een paar honderd meter vindt dat het mooi is geweest en het voorwiel heel langzaam in contact met moeder aarde brengt. Het voelt als zeer tegenstrijdig dat de Z H2 in Sport modus voor m’n gevoel
Brembo Stylema, Brembo rempomp én staalomvlochten remleidingen. Beter dan dit wordt het niet, maar wel eerst goed inremmen

Duo-tone zadel, dá's nou oog voor detail. Zit is trouwens lekker actief

KECS met Showa Skyhook technologie, die ook nog eens geheel instelbaar is. De Akra ziet er vet uit, maar klinkt niet veel anders dan de standaard pijp (en dat is geen nadeel, 't moet maar eens gedaan zijn met die herriepijpen)
uit mijn hand eet en in de Road Modus als vurige hengst reageert, totdat Kawasaki’s verkoopmanager Theo Kruythof me erop attendeert dat de Road modus ook voor een normale rijstijl is bedoeld. “Iemand die niet, zoals jullie, volgas aan het knallen is, maar normaal rijdt zal dat constante aan/uit in de Road modus nooit ervaren. Dus is het juist logisch dat de elektronica in de Sport modus veel vloeiender reageert.” Dat is mooi bedacht en ergens heeft hij wel een punt, maar toch blijft het vreemd en tegenstrijdig dat de sportieve rijmodus veel vriendelijker is dan de ‘normale’ rijstand. 

Het gemak waarmee op de bochtige, maar bovenal smalle weggetjes bij tijd en wijle absurd hoge snelheden worden gehaald spreekt niet alleen boekdelen voor wat de vermogensafgifte betreft en het altijd beschikbare riante koppel, maar zegt ook alles over het gemak waarmee de Z H2 van het ene op het andere oor kan worden gegooid en de feedback die je van de semi-actieve vering krijgt. Alleen de remmen vallen wat tegen, de voorrem vergt meer handkracht dan ik had verwacht, maar dat kan ook een kwestie van nieuwigheid zijn: bij vertrek stond er net 100 kilometer op de klok. De zit is heerlijk actief en ook de windbescherming is prima voor elkaar (200+ km/u is echt goed te doen, mocht je ooit op de Duitse Autobahn rijden), het blok trekt fantastisch door Ja, ik weet dat 't platter kan, maar jongens, nogmaals... 8 graden. Vergeet niet dat ik al een vette slide heb gemaakt vanochtend hèhen ook de quickshifter met autoblipper voor het terugschakelen zonder koppeling is werkelijk op geen foutje te betrappen, maar wat de Z H2 echt onbetaalbaar maakt is het kanariepietje dat van zich laat horen als je van het gas gaat. Dát alleen al maakt de Z H2 uniek.

Als vlak voor de veerpont Hekelingen – Nieuw Beijerland het laatste blokje van de benzine-indicator oranje begint te knipperen als teken dat de bodem van de tank in zicht komt, worden we geconfronteerd met de keerzijde van de ‘van-dik-hout’ medaille: dorstig is een understatement, hoewel Frank Zoontjes dit na afloop met een “we hadden ze niet volgetankt” probeert recht te praten. Nu zal waarschijnlijk niemand wakker liggen van een verbruik van 1 op 10,9 wanneer je aan het knallen bent, maar wat wel stoort is dat volgens het display ik nog 60 restkilometers heb. Een collega heeft zelfs nog 80 restkilometers als zijn lampje begint te knipperen. De resterende veertig kilometer worden in een iets rustiger tempo afgelegd, waardoor ik deze trip met een gemiddeld verbruik van 1 op 11,6 afsluit en volgens het display nog meer dan 40 restkilometers heb.