Zoeken

Test: Kawasaki Z H2 SE

Conclusie

27 maart 2021

Een jaar na de lancering van de Z H2 heeft Kawasaki met de toevoeging van de twee letters SE haar vlaggenschip van de Z-familie nóg aantrekkelijker gemaakt. De Z H2 SE is gezegend met dezelfde ultieme combinatie van pure power en controleerbaarheid als het standaard model (een Streetfighter mag dan meer vermogen hebben, maar die vraagt om een zeer ervaren rijder, waar ik de Z H2 zelfs een Een sporter ademt door z'n neus. Hoe groter de neus, hoe beter de ademhaling en dus hoe beter de prestatiesoud vrouwtje zou toevertrouwen, zo vertrouwd als alles aanvoelt), maar heeft daarbovenop een nóg aantrekkelijker pakket met KECS semi-actieve vering met Skyhook technologie en (mits goed ingeremd) betere remmen in vorm van Brembo Stylema remklauwen, een Brembo remklauw en staalomvlochten remleidingen. 

Met een prijskaartje van € 23.249 (€ 21.049 BE) is de Z H2 SE weliswaar een flink stuk duurder dan de € 20.649 (€ 18.449 BE) kostende standaard Z H2, € 2.600 om precies te zijn, maar ergens is dat spotgoedkoop als je bedenkt dat het SE pakket een waarde vertegenwoordigd van € 4.925. Voor wie dat nog niet genoeg is, is er nog het Performance pakket met Euro5 Akrapovic Titanium slip-on, een buddyseat cover, fly screen en een tankpad voor het prijskaartje van € 1.399. Voor het geluid hoef je die Akra trouwens niet meer te doen, sinds Euro5 is het verschil tussen origineel en aftermarket nog maar minimaal en is de uitneembare dB-killer verleden tijd. 

 

Verslavend blok, stuurt veel lichter dan cijfers doen vermoeden, tractiecontrole werkt écht, kanariepietje

Aan/uit Road modus in knaltempo, lust een flinke borrel, zware voorrem (kan ook nieuwigheid zijn), Rockanje is écht geen Las Vegas