Zoeken

Test: Honda Rebel 1100 DCT

Op het lijf geschreven

22 juni 2021

Wat de CMX1100 Rebel op het lijf staat geschreven is de DCT semiautomatische transmissie, die ervoor zorgt dat de Rebel superrelaxt te rijden is. Net als bij eerdere DCT systemen geeft Honda je de keuze uit 3 opties (S1, S2 en S3), maar heeft de schakelkarakteristiek dankzij ride-by-wire (in Honda benaming: Throttle by Wire) nu aan de drie rijmodi gekoppeld, waardoor de benamingen S1, S2 en S3 zijn komen te vervallen en je dus de keuze hebt tussen Rain, Standard en Sport. Geloof me, iets platter dan dit en je zit met je schoen klem tussen de beugel en het asfaltNou kan het normaal gesproken van ons nooit sportief genoeg zijn, maar Powercruisers als de Diavel daargelaten slaat Sport bij een Cruiser als een lul op een drumstel en wat dat aangaat is de Rebel 1100 geen uitzondering. Tenzij je ‘m als een powercruiser rijdt is de gasreactie in Sport te fel, maar daarover later meer. In de Rain modus rijdt het blok eigenlijk het lekkerst, hoewel het vermogen dan wel geknepen is. De User-modus biedt gelukkig uitkomst: instellen als Rain met vol vermogen en het schakelpatroon op Standard blijkt het juiste devies om lekker te rijden, maar daarover straks meer. 

Eerst even terug naar de zit. Het zadel zit weliswaar aangenaam laag en ook houding tot het stuur is lekker relaxt, maar dat kan helaas niet van de voetsteunen worden gezegd. Door de bredere DCT koppeling heeft Honda de voetsteunen relatief ver naar buiten geplaatst en ook nog eens van hitteschilden voorzien om te voorkomen dat je schoenen het warme blok raken. Rechtuit prima, maar eenmaal de Rebel 1100 op een oor gelegd merk je dat de ruimte voor je voet toch echt aan de krappe kant is. Zo krap dat je niet anders kunt dan de voet van de steun halen, tenzij je elke week nieuwe schoenen wilt. Overbodig te zeggen dat achterrem of schakelpedaal bedienen dan een behoorlijke uitdaging is. Daarnaast heeft Honda zoals het een Cruiser betaamt de voetsteunen iets naar voren geplaatst, maar je 't mij vraagt niet ver genoeg. Ik heb dan ook de neiging om op langere afstanden mijn benen recht naar voren te strekken en op de voetsteunen te leggen.
Qua design lijkt de 1100 als twee druppels water op de 500, maar dan forser

DTC, dus een schakelpook ontbreekt. Nadeel is wel het bredere blok

De progressief gewonden achterveer is aan de stugge kant. Voorvork is instelbaar, maar daar viel niets te klagen

DCT, dus een handrem. We blijven het echter jammer vinden dat dat niet aan de startonderbreker is gekoppeld. Duozadel is trouwens afneembaar
De onnatuurlijke zit doet me denken aan Harley’s Street Rod 750, maar waar ik dat die fiets wél vergaf omdat ’t zo’n heerlijk scheurijzer was stoor ik me daar nu wel aan. 

Waarom vraag je je af? Simpel, de Street Rod is een heerlijk rebelse motor die al snel het slechtste in je naar boven haalt en een brede glimlach op je gezicht zet, zonder dat aanwonenden je ter plekke willen vierendelen voor je asociale rijgedrag. De Rebel 500 is van hetzelfde laken een pak en dus hadden we op voorhand gehoopt en verwacht dat de Rebel 1100 eenzelfde rebelse puber (maar dan groter) zou zijn, maar de motor ontpopt zich al snel als een volwassen, verstandige grote broer. Waar de 500 als échte puber aan alles en iedereen maling heeft, is het credo van de 1100 “doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg.” 

Nu is dat rustig rijden de Rebel 1100 weliswaar op het lijf geschreven. Het blok loopt als een zonnetje, het DCT past perfect bij het Cruiser-concept en ook sturen gaat de CMX verrassend goed af. Dankzij het lage zwaartepunt is de motor ondanks z’n gewicht van 233 kilo rijklaar (dat voor Cruiser begrippen trouwens verbluffend laag is, zet er maar eens een Harley langs) super gemakkelijk van het ene op het andere oor te leggen. Het enige wat de motor opbreekt om lange tijd sportief bochtjes te pikken is het chronische gebrek aan grondspeling. Maar toch, ondanks dat sturen de CMX1100 zeer goed afgaat word je er niet toe uitgedaagd vraag me af of je hier voor je plezier achterop zit, als ik naar dat bikini-zitje kijken heeft je verstandige alter ego de overhand. En dat is jammer, want daardoor loop je wel die brede grijns van oor tot oor mis. 

Totdat je besluit om die verstandige woorden van ‘Grote Broer’ totaal te negeren en met een dikke middelvinger besluit dat de tijd om volwassen en verstandig te worden nog lang niet is gekomen. Dán blijkt de Rebel 1100 echt nét zo leuk te zijn als z’n kleinere broertje. De keerzijde van het verhaal is echter dat de snelheden nu wel een flink stuk hoger liggen dan bij de 500, waardoor de kans nu wel aanwezig is dat die motorhater je het liefst van de motor afschiet. Dat wil zeggen, als ‘ie je ziet, want de motor maakt geen overdreven geluid en toeren, zowel bij op- als terugschakelen, waardoor de kans dik aanwezig is dat die gast die op 200 meter van je favoriete stuurweg woont geeneens merkt dat je zojuist keihard bent langs gescheurd. Het enige wat de Rebel onder dit soort condities opbreekt is het gebrek aan veerweg aan de achterkant, waardoor drempels een aanslag op je onderrug doen. Door op de steppen te gaan staan kan dat weliswaar worden ondervangen, maar doordat de steppen iets naar boven staan voelt dat wel onnatuurlijk aan.