Test: Honda Rebel 1100 DCT
Kleine jongens worden groot
Waar in de Amerikaanse cruiserwereld altijd de gouden regel ‘there’s no substitute for cubic inches’ is geweest, op z'n oud-Hollands vertaalt naar “een zware is je ware”, liet Honda in 2017 met de lancering van de CMX500 Rebel zien dat het ook anders kon. De CMX500 Rebel was het vierde model van het 500 twins platform, dat in 2012 als drieluik (CB500F, CBR500R en CB500X) op de markt was gezet. Hoewel de Rebel veel DNA overeen kwam met de andere drie twins hadden de verschillen haast nietCMX1100 Rebel is als de volwassen grote broer van de 500 groter kunnen zijn. De Rebel oogde als een rebelse puber en gedroeg zich ook zo, waardoor de fiets met name onder een jonge generatie motorrijders met open armen werd ontvangen. De Rebel was het levende bewijs dat aan minder juist veel meer lol te beleven was.
De Rebel 500 was voor Honda een schot in de roos. In 2019 was de Rebel de op twee na bestverkochte custom style motorfiets in Europa, met dank ook aan de custom scene die er de meest waanzinnige creaties van hadden weten te maken. Een vuurtje dat trouwens door Honda zelf was aangewakkerd door wereldwijd verschillende customisation projecten op te starten.
Het zal voor velen dan ook niet de vraag zijn geweest of, maar wanneer Honda de Rebel gezinsuitbreiding zou gaan krijgen. Een variant op basis van het NC750 platform lag voor de hand, niet in de laatste plaats omdat Honda dat platform (dat eveneens als drieluik NC700S NC700X en NC700D Integra was gestart) al eens met de futuristische comic con NM4 Vulta had uitgebreid. Het werd echter niet die 750 twin, maar de 1100 twin van de Africa Twin die het kloppend hart zou worden van de nieuwe CMX1100 Rebel, die volgens Honda de essentie heeft genomen van wat de Rebel 500 zo bijzonder maakt, en daar meer vermogen, meer karakter en de meest geavanceerde technologie aan heeft toegevoegd. Ontworpen voor rijders die op zoek zijn naar de volgende stap, of zij die de overstap willen maken naar een heel ander segment.
Tekst: Ed Smits
Fotografie: Peter Aansorgh