Zoeken

Test: Ducati SuperSport 950 S vs. Kawasaki Ninja 1000 SX

Groen of wit?

27 april 2021

Het weer wordt er maar niet beter op. Het Groene Hart van Nederlands is langzaam maar zeker in het Witte Hart aan het veranderen en als de indicator van de buitentemperatuur bij beide motoren aan het twijfelen wordt gebracht of er wel of niet een minteken voor het cijfer moet worden getoond besluiten we dat ’t mooi is geweest en wordt het tijd voor een Plan B. Maar ja, wat? Even bij een café Wit, of toch liever groen?naar binnen gaan om ons op te warmen aan een mok warme chocomel zit er in deze lockdown tijden al tijden niet meer in en dat is toch precies wat we nu het liefste hadden gedaan. “We kunnen ook naar mijn werk in Amsterdam”, zegt Paul die een fysiopraktijk bij een fitnesscentrum heeft. “Doen we daar even een bakkie om op te warmen en halen wel even een broodje op de hoek van de straat.”

Klinkt als een plan en dat is het ook, behalve dan dat TomTom me leert dat ook dat nog minstens een klein uurtje rijden is. Onder normale omstandigheden zou dat waarschijnlijk een stuk sneller hebben gekund, maar zestig per uur is onder deze omstandigheden al een hele uitdaging. Ons oorspronkelijke plan om zoveel als mogelijk de snelweg te mijden wordt in de prullenbak gegooid, maar ja… eerst maar eens die snelweg zien te vinden dan. Paul volgt de aanwijzingen van Google Maps in z’n headset op, maar navigeren zonder scherm blijkt niet handig wanneer je in the middle of nowhere aan het rijden bent.
Panigale invloeden zijn overduidelijk. TFT display is mooier en uitgebreider dan de Ninja, eveneens met Bluetooth

Hier beduidend minder knopjes en dat is het intuïtieve niet ten goede gekomen. Om de haverklap de tripmeter per ongeluk gereset omdat we met de winterhandschoen een knopje raakten wat niet had gemoeten

Slank is 'ie absoluut, laat dat maar aan Italianen over
Zeker niet wanneer je de verkeerde kant op bent gegaan. In plaats van een vriendelijk “keer om indien mogelijk” past Google continue de route aan, waardoor we over een overdaad aan drempels kriskras door de dorpjes worden gestuurd die blijkbaar nog over best grote woonwijken blijken te beschikken. Maar ’t kan natuurlijk ook zijn dat we meer dan eens door dezelfde straat zijn gestuurd. Ondanks Pinlock begint m’n vizier steeds meer te beslaan, waardoor me dat ten dele ontgaat. Wie zei ook alweer dat motorjournalist het mooiste beroep van de wereld is?

Vanuit het zadel van de Duc kijk ik jaloers hoe Paul de Ninja 1000 SX met speels gemak over de kronkelige weggetjes stuurt, rotondes als Koekiemonster slikt en drempels neemt alsof ze d’r niet zijn. Inmiddels heb ik de SuperSport in de Urban modus gezet, de rijmodus die het meest ingrijpend is en onder normale omstandigheden never nooit mijn voorkeur zou hebben, maar nu juist de lekkerste modus is omdat de gasreactie het vriendelijkst is en het vermogen en koppel op z’n soepelst wordt afgegeven. Het liefst had ik ook nog eens de vering volledig open gezet, maar ja, een gereedschapset onder het zadel is tegenwoordig nog een zeldzaamheid en wie rijdt Denk niet dat 't vandaag veel platter zal gaan dan diter nou met een schroevendraaier (of inbussleutel) op zak om vering af te stellen. Dan heeft elektronische vering (al dan niet semi-actief) op straat toch echt wel z’n voordelen. 

Nu is elektronische vering de Ninja 1000 SX ook vreemd, maar doordat de Showa elementen veel soepeler aanvoelen is aan boord van de Kawa geen enkele drang om ook maar iets aan de afstelling van de upside down voorvork en monoshock achter iets aan te passen. Datzelfde geldt ook voor de rijmodus. Net als Ducati geeft Kawasaki je de keuze uit 3 rijmodi (4 als je de Rider modus meetelt waarbij je motor naar eigen geur en smaak kunt afstellen), maar ook onder deze omstandigheden is met alle drie de opties prima te leven. Afgaand op de omstandigheden zou je ook bij de Ninja 1000 SX verwachten dat Rain Ik zal me nog eens als vrijwilliger opgeven voor zoiets, waar is erwtensoep met worst als je 't nodig hebtnu de beste keuze is, maar doordat het blok zo heerlijk soepel is en de gasreactie zijdezacht hoef het vermogen niet per sé worden afgeknepen, waardoor je ook met de Tour modus prima uit de voeten komt.

Het supersmeuïge karakter van de 1.043cc vierinlijn, volgens opgave goed voor een topvermogen van 142 pk bij 10.000 tpm en een maximum koppel van 111 Nm bij 7.000 tpm, maakt dat je de Ninja 1000 SX heerlijk schakellui kunt rijden, waardoor je de quickshifter met autoblipper ongemoeid kunt laten. Hoeft niet, met hetzelfde gemak kun je de quickshifter ten volle benutten wanneer je het onderste uit de kan wilt halen, maar als je ’t niet erg vindt bewaren we dat tot er betere tijden zijn aangebroken. En als je ’t wel erg vindt trouwens ook, een donkergrijze hemel met bij tijd en wijle serieuze sneeuwval en temperaturen van rond het vriespunt zijn nou niet bepaald uitnodigend voor een sportieve rijstijl. 

Ook de SuperSport 950 S heeft de luxe van een quickshifter met autoblipper, waardoor ook hier de koppeling in principe alleen nog maar nodig is om weg te rijden, maar heeft in tegenstelling tot de Ninja hier echt meerwaarde, vanwege het feit dat de 11° Testastretta lang niet zo schakellui te rijden is. Tenzij je besluit om alles in vierde versnelling te doen, want dat is de
Zeg het maar: Tour, of toch liever Sport

Smeuïge viercilinder lijnmotor, of karaktervolle 90° V-Twin

Remmen uit eigen huis of uit huize Brembo, vering van de firma Showa of Öhlins

Zeg nou zelf, dan spreken die Italiaanse onderdelen toch veel meer tot de verbeelding? Ongeacht of ze nou beter zijn of niet
versnelling waarmee het nog acceptabel is om 50 in de bebouwde kom te rijden, maar ook maar net. Het blok heeft eigenlijk nog het liefst dat je de toerenteller boven het cijfer 4 houdt. En hoewel er eigenlijk weinig op de versnellingsbak van de Duc valt af te dingen (hij schakelt licht en direct), merk je toch wel dat ‘ie een iets vlottere rijstijl dan vandaag eigenlijk wel wenselijk is. 

Als na tig bakken koffie de ledematen weer zijn ontdooid zetten we koers naar het buitengebied vlak boven Amsterdam, het gebied dat Paul als zijn broekzak kent. De route langs pittoreske, aan het IJsselmeer gelegen dorpjes en over smalle kronkelige wegen is echt waanzinnig vet, hoewel dat op de SuperSport vandaag zo niet voelt. De sportieve Öhlins krijgt de kinderkopjes niet geëgaliseerd en 40 km/u vindt de V-twin echt niet fijn, laat staan de 30 wat soms de maximum snelheid is. Op de kronkelige wegen voelt de Duc zich al veel beter in z’n element, maar de koude temperatuur breekt de Pirelli banden op, waardoor de motor geen partij is voor de Ninja 1000 SX. 

Totdat de laatste sneeuwbui is overgewaaid, de zon weer langzaam doorbreekt en de smalle kronkelweggetjes hebben plaats gemaakt voor bredere (tweebaans) wegen. Op papier komt de SuperSport 950 qua vermogen en koppel zwaar tekort, met een topvermogen van ‘slechts’ 110 pk bij 9.000 tpm en een maximum koppel van 93 Nm bij 6.500 tpm, maar als Paul de motor volledig uitmelkt op zijn eigen ‘thuiscircuit’ (“Ik rijd dagelijks deze route naar het werk”) moet ik verdomd m’n best doen om in het achterwiel van de fysiotherapeut te blijven en is het alle hens aan dek voor de 142 aanwezige paarden. Het mag dan nog lang geen hoogzomer zijn, maar op dit soort wegen voelt de SuperSport zich duidelijk veel beter in z’n element en kunnen z’n waanzinnig sportieve stuureigenschappen (dankzij ook de uitgebreide elektronica) ten volle worden benut.