Zoeken

Test: Mash X-Ride Classic

XT voor de straat

29 september 2020

Ze hadden het eigenlijk een jaar geleden min of meer al gezegd tijdens de lancering van de Dirt Track 6.5, de zesenhalf versie van de Dirt Track 125 die ons het jaar ervoor nog in positieve zin had verrast. De Dirt Track 6.5 was het eerste model dat werd aangedreven door een luchtgekoelde 650 eencilinder – 643,7 cc om precies te zijn – en Benelux importeur Desert Sled vonden we al briljant, maar dat was nog een neppert met z'n V-twinMoto Mondo verklapte toen al dat het niet bij dat ene model zou blijven. Groot geworden met supercool ogende retro café racers als de TT40 dachten wij meteen in die hoek en waren dan ook aangenaam verrast toen begin dit jaar op Het Salon in Brussel de X-Ride Classic z’n wereldprimeur had. Een motor die met een ander logo op de tank de reïncarnatie van de XT500 had kunnen zijn. Met dat verschil dat Mash het accent bij de X-Ride Classic duidelijk op geasfalteerde wegen had gelegd, getuige de keuze voor 17” wielen in plaats van de 21”/18” offroad combinatie van de XT500. 

Groot was dan ook onze verbazing toen tijdens de presentatie in het Zuid-Limburgse landhuis annex kasteel niet de XT, maar Honda’s Dominator als bron van inspiratie werd genoemd. Net als de Rubik’s Kubus en de Apple Macintosh, om maar eens een paar andere producten uit de jaren ’80 van de vorige eeuw te noemen. Alsof niemand het zou zijn opgevallen dat X-Ride Classic wel heel erg veel op de Yamaha XT500 lijkt. Een regelrechte retro-XT, maar dan aangepast aan de huidige tijd, getuige onder andere de radiale remklauw voor, of de fraaie koplamp met LED dagrijverlichting en X om de veelzijdigheid van de fiets te onderstrepen. Toch heeft Mash de hedendaagse techniek niet té nadrukkelijk aanwezig gemaakt, de fiets oogt veel minder opzichtig dan Ducati’s Desert Sled die net als deze X-Ride de legendarische XT500 als voorbeeld heeft gehad. 

We zeiden het al, X-Ride Classic is het tweede model dat wordt aangedreven door de lucht/olie gekoelde 643,7 cc ééncilinder, die z’n cilinderinhoud uit een boring x slag van 100 x 82 mm heeft gekregen en net als in de Dirt Track 6.5 wordt opgegeven voor een topvermogen van 40 pk bij 6.000 Nee, dichter dan dit kom je niet bij het oer-XT gevoel. En niemand bij Yamaha die denkt, als we...toeren per minuut en een maximum koppel van 45,1 Nm bij 4.500 tpm. Dat mogen op papier misschien geen indrukwekkende cijfers zijn als je het tegen 221 pk van een Panigale V4 R af zet, maar zie bij die Ducati maar eens die 221 paarden op straat daadwerkelijk te mobiliseren. Knappe jongen die dat lukt. 

De zesenhalf ééncilinder heeft een enkele bovenliggende nokkenas die twee inlaatkleppen en twee uitlaatkleppen bediend. De brandstofinjectie en ontsteking wordt geregeld door DELPHI en dat is bij het grote publiek misschien minder bekend dan Bosch, Siemens of Magneti Marelli, om maar eens een paar grote namen te noemen, maar mag onder andere Harley-Davidson tot z’n klanten rekenen en dat is toch zeker geen kleine jongen. Waar het overgrote deel van de motoren tegenwoordig van een zesbak is voorzien heeft deze ééncilinder ‘slechts’ vijf versnellingen – inderdaad, net als de XT500 dat eind jaren ’70 had.