Test: Mash X-Ride Classic
Retro XT voor betaalbare prijs
Tekst: Ed Smits
Fotografie: Pien Meppelink
XT voor de straat
Ze hadden het eigenlijk een jaar geleden min of meer al gezegd tijdens de lancering van de Dirt Track 6.5, de zesenhalf versie van de Dirt Track 125 die ons het jaar ervoor nog in positieve zin had verrast. De Dirt Track 6.5 was het eerste model dat werd aangedreven door een luchtgekoelde 650 eencilinder – 643,7 cc om precies te zijn – en Benelux importeur Desert Sled vonden we al briljant, maar dat was nog een neppert met z'n V-twinMoto Mondo verklapte toen al dat het niet bij dat ene model zou blijven. Groot geworden met supercool ogende retro café racers als de TT40 dachten wij meteen in die hoek en waren dan ook aangenaam verrast toen begin dit jaar op Het Salon in Brussel de X-Ride Classic z’n wereldprimeur had. Een motor die met een ander logo op de tank de reïncarnatie van de XT500 had kunnen zijn. Met dat verschil dat Mash het accent bij de X-Ride Classic duidelijk op geasfalteerde wegen had gelegd, getuige de keuze voor 17” wielen in plaats van de 21”/18” offroad combinatie van de XT500.
Groot was dan ook onze verbazing toen tijdens de presentatie in het Zuid-Limburgse landhuis annex kasteel niet de XT, maar Honda’s Dominator als bron van inspiratie werd genoemd. Net als de Rubik’s Kubus en de Apple Macintosh, om maar eens een paar andere producten uit de jaren ’80 van de vorige eeuw te noemen. Alsof niemand het zou zijn opgevallen dat X-Ride Classic wel heel erg veel op de Yamaha XT500 lijkt. Een regelrechte retro-XT, maar dan aangepast aan de huidige tijd, getuige onder andere de radiale remklauw voor, of de fraaie koplamp met LED dagrijverlichting en X om de veelzijdigheid van de fiets te onderstrepen. Toch heeft Mash de hedendaagse techniek niet té nadrukkelijk aanwezig gemaakt, de fiets oogt veel minder opzichtig dan Ducati’s Desert Sled die net als deze X-Ride de legendarische XT500 als voorbeeld heeft gehad.
We zeiden het al, X-Ride Classic is het tweede model dat wordt aangedreven door de lucht/olie gekoelde 643,7 cc ééncilinder, die z’n cilinderinhoud uit een boring x slag van 100 x 82 mm heeft gekregen en net als in de Dirt Track 6.5 wordt opgegeven voor een topvermogen van 40 pk bij 6.000 Nee, dichter dan dit kom je niet bij het oer-XT gevoel. En niemand bij Yamaha die denkt, als we...toeren per minuut en een maximum koppel van 45,1 Nm bij 4.500 tpm. Dat mogen op papier misschien geen indrukwekkende cijfers zijn als je het tegen 221 pk van een Panigale V4 R af zet, maar zie bij die Ducati maar eens die 221 paarden op straat daadwerkelijk te mobiliseren. Knappe jongen die dat lukt.
De zesenhalf ééncilinder heeft een enkele bovenliggende nokkenas die twee inlaatkleppen en twee uitlaatkleppen bediend. De brandstofinjectie en ontsteking wordt geregeld door DELPHI en dat is bij het grote publiek misschien minder bekend dan Bosch, Siemens of Magneti Marelli, om maar eens een paar grote namen te noemen, maar mag onder andere Harley-Davidson tot z’n klanten rekenen en dat is toch zeker geen kleine jongen. Waar het overgrote deel van de motoren tegenwoordig van een zesbak is voorzien heeft deze ééncilinder ‘slechts’ vijf versnellingen – inderdaad, net als de XT500 dat eind jaren ’70 had.
Klassieke eencilinder
Het eerste dat me opvalt als ik heb plaatgenomen op het fraai gepolsterde zadel van de X-Ride Classic is de ontspannen zit. De zithoogte is met 860 mm op papier aan de forse kant, maar in de praktijk voelt dat helemaal niet zo. Sterker, zonder bestudering van de technische specificaties zou ik de zithoogte niet op de 860 mm hebben ingeschat, zo gemakkelijk als ik ondanks m’n Bij Frankrijk denk je al snel aan de Franse slag, maar de vrolijke Frans zijn dekt de lading veel beter. Daar is geen woord Frans bij. Of spreek ik nou Beulemans Frans?korte benen contact met moeder aarde kan maken. Wat ongetwijfeld aan het smalle zadel te danken is. De voetsteunen zijn voor je gevoel direct onder je lichaam geplaatst, het stuur is lekker breed en niet al te ver naar voren, waardoor een ontspannen ‘ik kan de hele wereld aan’ zit is ontstaan.
Tot zover niets meer dan lof, maar dat wordt anders als voor het eerst de motor moet worden gestart. Geen idee of de retro-factor hier de doorslaggevende factor is geweest, maar de oldskool schakelaars aan het stuur zorgen voor de nodige verwarring. Waar bij nagenoeg elke motor de run-off schakelaar boven de startknop is geplaatst is dat bij deze X-Ride precies andersom. De run-off schakelaar functioneert als een schuifschakelaar, maar het meest verwarrend is nog wel dat de run-off in standje ‘off’ de startmotor wel ronddraait, maar de ééncilinder geen brandstof en vonkje tot ontbranding krijgt. Of zouden ze dat bewust hebben gedaan, om dat jaren ’80 gevoel nog aan te dikken toen run-off schakelaars alleen de ontsteking onderbraken en je als je met je maten op pad was altijd moest opletten of niet iemand voor de grap je run-off schakelaar had omgezet, in de hoop dat jij zou starten totdat je een ons woog, onderwijl jezelf afvragen waarom ‘ie niet starten wou.
Het tweede dat in negatieve zin opvalt is de kleine enkele ronde teller die Mash als dashboard heeft voorzien, een analoge toerenteller met daarin een klein LCD display. Zo klein dat ik bijna een vergrootglas nodig heb om te kunnen zien hoe hard ik aan het rijden ben. Een grotere teller is eigenlijk een must, twee grote tellers net als bij de oer-XT zou nog mooier zijn geweest, maar op z’n Niks mis mee, met die warme nazomerdagen. Net als deze Mash trouwensminst een grotere snelheidsaanduiding. Nu is het goede nieuws dat ze dat bij Mash zelf ook hebben ingezien, toen we hetopmerkten zeiden de Fransen dat de Euro5 versie voor volgend jaar een grotere teller zal krijgen met onder andere ook een tripmeter. Het enige dat nu in het digitale display wordt getoond is naast snelheid de odometer, het benzineniveau en een versnellingsindicator.
Eenmaal de, erm. aparte startknop onder de knie is een druk voldoend om de dikke ééncilinder tot leven te blazen, waarna een bescheiden roffel uit het uitlaatsysteem met dubbele voorbochten en dubbele boven elkaar geplaatste einddempers klinkt. De klappen klinken veel bescheidener dan die XT van veertig jaar geleden, maar dat is niet vreemd. Van Euronormen had toen nog nooit iemand gehoord. Dat de klappen mogen misschien bescheiden klinken, maar daarmee is zeker niet gezegd dat het ook bescheiden klappen zijn. De 40
Klassieke koplamp, maar wel met moderne verlichting. Teller had best groter mogen zijn en wordt dat ook
Een dikke ééncilinder, zoals het vroeger heel gebruikelijk was. Het zadel is fraai gepolsterd, het rekje past precies een kratje Palm op
Fraaie velgen en stoere banden, maar denk dat we toch de Kenda's zouden inruilen voor ander rubber paardenkrachten die in deze X-Ride Classic tot je beschikking staan zijn weliswaar vriendelijk van aard, maar nog altijd in staat om je naar hoogst illegale snelheden te brengen.
Maar eerlijk gezegd is dat wel zo’n beetje het laatste waar ik me vandaag op deze X-Ride Classic druk om maak. Om dat rijden van die hoogst illegale snelheden. De motor heeft veel meer een ‘relax, doe maar lekker rustig aan, we hebben alle tijd’ uitstraling. Hetzelfde gevoel dat je krijgt wanneer je bijvoorbeeld op een W800 of een van de Royal Enfield Twins aan het rijden bent. Ontspannen rijden met een dikke vette hoofdletter O, zoals vandaag op deze zonovergoten nazomer dag door het prachtige Zuid-Limburgse heuvellandschap, en genieten van de dikke klappen onder je. Het blok pakt van onderuit mooi op, maar voelt zich het best in z’n element wanneer je te naald van de toerenteller tussen de 4 en 7 duizend toeren per minuut houdt. De gasrespons is daarbij echt zijdezacht, maar met ‘slechts’ 40 pk tot je beschikking hadden we ook niet anders verwacht. Bijkomend voordeel van die ‘slechts’ 40 pk – KTM weet uit een 690 ééncilinder al meer dan 70 pk te persen – is dat het blok vele malen soepeler is dan die ééncilinder uit Oostenrijk, en daardoor schakelluier te rijden isen tegelijkertijd minder smeekt om op toeren te worden gehouden. Inderdaad, helemaal in lijn met de relaxte retro uitstraling van de X-Ride.
Zo ontspannen als de ééncilinder z’n vermogen afgeeft schakelt ook de vijfversnellingsbak, die relatief lange schakelwegen heeft en daardoor met opschakelen het gebruik van de koppeling prefereert. Terugschakelen zonder koppeling gaat de bak daarentegen wel perfect af. Vlak over de grens en je waant je in een compleet andere wereldNu is de koppeling erbij pakken in principe geen probleem, per slot van rekening is dat de manier waarop je eigenlijk hoort te schakelen, maar een iets lichtere bediening zou dan wel lekker zijn geweest. De koppeling voelt nu precies als een jaren ’80 koppeling, het tijdperk dat de bron van inspiratie voor deze X-Ride is geweest.
Waar de ééncilinder geen klap verkeerd geeft, zijn we minder gecharmeerd van de stuureigenschappen, maar we zijn er wel van overtuigd dat datvolledig op het conto van de Kenda banden kan worden geschreven. De banden met hoog noppenprofiel dragen weliswaar bij aan de coole retro-looks van de fiets, maar zouden zeker niet mijn eerste keuze zijn voor wat stuureigenschappen betreft. Net als elke noppenband komen ook deze Kenda’s het best tot hun recht als je agressief instuurt, maar dat staat haaks op de ontspannen rijstijl die je eigenlijk voor ogen hebt. Nu zou je dat misschien kunnen ondervangen door met de bandenspanning te gaan spelen, maar daaraan ontbrak het ons ditmaal de tijd.
Nu moet wel worden gezegd dat we daar gaandeweg de route, die ons ook over de landsgrenzen in het minstens zo mooie Belgische heuvellandschap bracht, aan wenden. De eerste kilometers voelden onwennig aan, voornamelijk in krappe bochten zoals bijvoorbeeld rotondes, maar naarmate de kilometers vorderden hadden we er steeds minder moeite mee. Maar toch, we denken niet dat op het moment dat de banden aan vervanging toe zijn, we voor dezelfde bandenkeuze zouden gaan. Setje normaal rubber en 100% te weten dat die keuze met een heerlijke stuurfiets wordt beloond, een motor die mooi neutraal stuurt en de lijn volgt die jij hebt ingezet. Ongeacht of je dat op sportieve wijze of juist super ontspannen doet.
Conclusie
Beter goed gejat dan slecht verzonnen moeten ze ongetwijfeld in Frankrijk hebben gedacht toen het idee werd geopperd om een offroad look-a-like in retro-styling te ontwikkelen. Ze hadden dat spel al eerder met Café Racers en Scramblers gedaan met modellen als de Von Dutch Du vin, du pain et du... Mash. Hoezo niet, da's toch ook Frans?en TT40 Café Racer, en dus waarom niet met een offroad. En áls je dan voor een retro-offroad besluit te gaan dan is er geen beter model dat je als voorbeeld kunt nemen dan de Yamaha XT 500.
Ducati deed enkele jaren geleden exact hetzelfde met de Desert Sled, maar als je 't ons vraagt dan heeft Mash met deze X-Ride Classic voor wat betreft dat oer-retro gevoel de snaar toch net een tikkie beter geraakt. Desert Sled heeft weliswaar de looks van de XT, maar niet het rijgevoel omdat 'ie voor dat retro gevoel té gelikt is - en bovendien geen ééncilinder maar een 800 V-twin als aandrijving heeft. Dat is wel anders bij de X-Ride, waarbij je net als bij de XT de klappen van een ééncilinder onder je voelt, die bij deze Mash een stuk vetter zijn dan bij die Yamaha uit de vorige eeuw.
Tuurlijk, een beetje A2 motor met minder cilinderinhoud gaat daar qua topvermogen overheen, maar delft qua koppel wel het onderspit. En zoals Jay Leno ooit zei: "Horsepower sells, but Torque gets you going." Nu is dat "gets you going" met 45 Nm koppel nog steeds relatief, maar het past wel perfect in dat retro-klassieke plaatje. Neem plaats op de X-Ride Classic, ga rijden en sluit in je gedachten je ogen, en het is alsof je met de Teletijdmachine van professor Barabas naar 1977 bent teruggegaan en op een meer straatgericht versie van de XT bent gestapt. En het mooie aan de X-Ride Classic is dat dit oer-XT retro gevoel je bij de dealer geen rib uit je lijf kost. De X-Ride Classic gaat bij ons in Nederland voor € 6.899,- over de toonbank (inclusief btw, FPM en alle onvermijdbare kosten, in België is dat slechts € 5.899,- en is daarmee het levende bewijs dat motorlol, retrolol en ééncilinderlol niet duur hoeft te zijn.
Eencilinder zonder stress, ontspannen zit, XT-look-a-like
Schakelaars op het stuur misschien iets te retro, Kenda banden, kilometerteller best klein
Technische gegevens
Merk/model | Mash X-Ride Classic |
Motor | |
Type | Staande eencilinder |
Koelsysteem | lucht |
Cilinderinhoud | 644 cc |
Boring x slag | 100 x 82 mm |
Compr. verh. | 8.8:1 |
Klepaandrijving | SOHC, 4 kleppen |
Ontsteking | elektronisch |
Starter | elektrisch |
Benzinetoevoer | Delphi injectie |
Smering | wet sump |
Vermogen | 40 pk @ 6.000 tpm |
Koppel | 45,1 Nm @ 4.500 tpm |
Transmissie | |
Aantal versnellingen | 5 |
Eindoverbrenging | ketting |
Koppeling | nat, meervoudige plaat, kabelbediend |
Chassis | |
Frame | Enkelvoudig wiegframe |
Wielbasis | 1.470 mm |
Balhoofdhoek | n.o. |
Naloop | n.o. |
Vering voor | Telescoop, niet instelbaar |
Vering achter | Monoshock, veervoorspanning instelbaar |
Veerweg voor | n.o. |
Veerweg achter | n.o. |
Voorrem | enkele 320 mm schijf, radiale 4-zuiger remklauw |
Achterrem | enkele schijf 240 mm, 2-zuiger remklauw |
Voorband | 120/70 R 17" Kenda |
Achterband | 150/60 R 17" Kenda |
Afmetingen | |
Lengte | 2.080 mm |
Breedte | 870 mm |
Hoogte | 1.200 mm |
Zadelhoogte | 860 mm |
Gewicht | 169 kg droog |
Tankinhoud | 13 liter |
Reserve | n.o. |
Gegevens | |
Rijbewijsklasse | A2 |
Garantie | 2 jaar |
Adviesprijs NL | € 6.899,00 |
Adviesprijs BE | € 5.899,00 |
Importeur | Moto Mondo |
www.mash-motors.nl |