Zoeken

Test: Mash X-Ride Classic

Klassieke eencilinder

29 september 2020

Het eerste dat me opvalt als ik heb plaatgenomen op het fraai gepolsterde zadel van de X-Ride Classic is de ontspannen zit. De zithoogte is met 860 mm op papier aan de forse kant, maar in de praktijk voelt dat helemaal niet zo. Sterker, zonder bestudering van de technische specificaties zou ik de zithoogte niet op de 860 mm hebben ingeschat, zo gemakkelijk als ik ondanks m’n Bij Frankrijk denk je al snel aan de Franse slag, maar de vrolijke Frans zijn dekt de lading veel beter. Daar is geen woord Frans bij. Of spreek ik nou Beulemans Frans?korte benen contact met moeder aarde kan maken. Wat ongetwijfeld aan het smalle zadel te danken is. De voetsteunen zijn voor je gevoel direct onder je lichaam geplaatst, het stuur is lekker breed en niet al te ver naar voren, waardoor een ontspannen ‘ik kan de hele wereld aan’ zit is ontstaan. 

Tot zover niets meer dan lof, maar dat wordt anders als voor het eerst de motor moet worden gestart. Geen idee of de retro-factor hier de doorslaggevende factor is geweest, maar de oldskool schakelaars aan het stuur zorgen voor de nodige verwarring. Waar bij nagenoeg elke motor de run-off schakelaar boven de startknop is geplaatst is dat bij deze X-Ride precies andersom. De run-off schakelaar functioneert als een schuifschakelaar, maar het meest verwarrend is nog wel dat de run-off in standje ‘off’ de startmotor wel ronddraait, maar de ééncilinder geen brandstof en vonkje tot ontbranding krijgt. Of zouden ze dat bewust hebben gedaan, om dat jaren ’80 gevoel nog aan te dikken toen run-off schakelaars alleen de ontsteking onderbraken en je als je met je maten op pad was altijd moest opletten of niet iemand voor de grap je run-off schakelaar had omgezet, in de hoop dat jij zou starten totdat je een ons woog, onderwijl jezelf afvragen waarom ‘ie niet starten wou. 

Het tweede dat in negatieve zin opvalt is de kleine enkele ronde teller die Mash als dashboard heeft voorzien, een analoge toerenteller met daarin een klein LCD display. Zo klein dat ik bijna een vergrootglas nodig heb om te kunnen zien hoe hard ik aan het rijden ben. Een grotere teller is eigenlijk een must, twee grote tellers net als bij de oer-XT zou nog mooier zijn geweest, maar op z’n Niks mis mee, met die warme nazomerdagen. Net als deze Mash trouwensminst een grotere snelheidsaanduiding. Nu is het goede nieuws dat ze dat bij Mash zelf ook hebben ingezien, toen we hetopmerkten zeiden de Fransen dat de Euro5 versie voor volgend jaar een grotere teller zal krijgen met onder andere ook een tripmeter. Het enige dat nu in het digitale display wordt getoond is naast snelheid de odometer, het benzineniveau en een versnellingsindicator. 

Eenmaal de, erm. aparte startknop onder de knie is een druk voldoend om de dikke ééncilinder tot leven te blazen, waarna een bescheiden roffel uit het uitlaatsysteem met dubbele voorbochten en dubbele boven elkaar geplaatste einddempers klinkt. De klappen klinken veel bescheidener dan die XT van veertig jaar geleden, maar dat is niet vreemd. Van Euronormen had toen nog nooit iemand gehoord. Dat de klappen mogen misschien bescheiden klinken, maar daarmee is zeker niet gezegd dat het ook bescheiden klappen zijn. De 40
Klassieke koplamp, maar wel met moderne verlichting. Teller had best groter mogen zijn en wordt dat ook

Een dikke ééncilinder, zoals het vroeger heel gebruikelijk was. Het zadel is fraai gepolsterd, het rekje past precies een kratje Palm op

Fraaie velgen en stoere banden, maar denk dat we toch de Kenda's zouden inruilen voor ander rubber  
paardenkrachten die in deze X-Ride Classic tot je beschikking staan zijn weliswaar vriendelijk van aard, maar nog altijd in staat om je naar hoogst illegale snelheden te brengen. 

Maar eerlijk gezegd is dat wel zo’n beetje het laatste waar ik me vandaag op deze X-Ride Classic druk om maak. Om dat rijden van die hoogst illegale snelheden. De motor heeft veel meer een ‘relax, doe maar lekker rustig aan, we hebben alle tijd’ uitstraling. Hetzelfde gevoel dat je krijgt wanneer je bijvoorbeeld op een W800 of een van de Royal Enfield Twins aan het rijden bent. Ontspannen rijden met een dikke vette hoofdletter O, zoals vandaag op deze zonovergoten nazomer dag door het prachtige Zuid-Limburgse heuvellandschap, en genieten van de dikke klappen onder je. Het blok pakt van onderuit mooi op, maar voelt zich het best in z’n element wanneer je te naald van de toerenteller tussen de 4 en 7 duizend toeren per minuut houdt. De gasrespons is daarbij echt zijdezacht, maar met ‘slechts’ 40 pk tot je beschikking hadden we ook niet anders verwacht. Bijkomend voordeel van die ‘slechts’ 40 pk – KTM weet uit een 690 ééncilinder al meer dan 70 pk te persen – is dat het blok vele malen soepeler is dan die ééncilinder uit Oostenrijk, en daardoor schakelluier te rijden isen tegelijkertijd minder smeekt om op toeren te worden gehouden. Inderdaad, helemaal in lijn met de relaxte retro uitstraling van de X-Ride. 

Zo ontspannen als de ééncilinder z’n vermogen afgeeft schakelt ook de vijfversnellingsbak, die relatief lange schakelwegen heeft en daardoor met opschakelen het gebruik van de koppeling prefereert. Terugschakelen zonder koppeling gaat de bak daarentegen wel perfect af. Vlak over de grens en je waant je in een compleet andere wereldNu is de koppeling erbij pakken in principe geen probleem, per slot van rekening is dat de manier waarop je eigenlijk hoort te schakelen, maar een iets lichtere bediening zou dan wel lekker zijn geweest. De koppeling voelt nu precies als een jaren ’80 koppeling, het tijdperk dat de bron van inspiratie voor deze X-Ride is geweest.

Waar de ééncilinder geen klap verkeerd geeft, zijn we minder gecharmeerd van de stuureigenschappen, maar we zijn er wel van overtuigd dat datvolledig op het conto van de Kenda banden kan worden geschreven. De banden met hoog noppenprofiel dragen weliswaar bij aan de coole retro-looks van de fiets, maar zouden zeker niet mijn eerste keuze zijn voor wat stuureigenschappen betreft. Net als elke noppenband komen ook deze Kenda’s het best tot hun recht als je agressief instuurt, maar dat staat haaks op de ontspannen rijstijl die je eigenlijk voor ogen hebt. Nu zou je dat misschien kunnen ondervangen door met de bandenspanning te gaan spelen, maar daaraan ontbrak het ons ditmaal de tijd.

Nu moet wel worden gezegd dat we daar gaandeweg de route, die ons ook over de landsgrenzen in het minstens zo mooie Belgische heuvellandschap bracht, aan wenden. De eerste kilometers voelden onwennig aan, voornamelijk in krappe bochten zoals bijvoorbeeld rotondes, maar naarmate de kilometers vorderden hadden we er steeds minder moeite mee. Maar toch, we denken niet dat op het moment dat de banden aan vervanging toe zijn, we voor dezelfde bandenkeuze zouden gaan. Setje normaal rubber en 100% te weten dat die keuze met een heerlijke stuurfiets wordt beloond, een motor die mooi neutraal stuurt en de lijn volgt die jij hebt ingezet. Ongeacht of je dat op sportieve wijze of juist super ontspannen doet.