test: Aprilia Tuono V4 1100 Pikes Peak racer
Survive, and win
Motorracen is inherent aan gevaar – maar er is geen gevaarlijkere race op deze planeet dan de jaarlijkse Pikes Peak bergklim in Colorado, die voor het eerst in 1016 plaatsvond en daarmee het op een na oudste motorsport event in de Verenigde Staten is na de Indy 500, en het oudste event met motoren. 12,42 mijl in lengte (in metrische afstanden is dat 19,99 km), met een gemiddelde stijging van 7,2% slingert het 156 Vergeleken met dit is de Isle of Man TT 'a walk in the park'. bochten tellende circuit, dat pas in 2011 volledig is geasfalteerd, langs de berg omhoog tot een hoogte van 4.302 meter – de hoogste piek in het zuidelijke gedeelte van de Rocky Mountains.
De race begint op een hoogte van 2.743 meter (voor je idee, da’s ongeveer de top van de Stelvio) en wordt dus compleet verreden op een hoogte die mensen naar adem doet snakken – wat ook voor de motoren geldt. En hoewel er talloze pogingen worden ondernomen om in de bochten vangrails en zelfs Airfences te voorzien zijn er nog steeds ontelbare onbeschermde afgronden waar elke fout wordt bestraft met een duik naar een zekere dood. Zelfs rijden over de relatief smalle weg naar de piek op een straatfiets, zoals ik heb gegaan, is een behoorlijk ontmoedigende ervaring. Van de gedachte hier te racen lopen de rillingen me over de rug – en ik spreek als tienjarige ervaringsdeskundige van de Isle of Man TT, met 4 top 10 finishes op mijn naam.
Wat me nog trotser – en opgeluchter – maakte om op zaterdag 30 juni van afgelopen jaar te vernemen dat de 36-jarige Rennie Scaysbrook eindelijk zijn vierjarige ambitie had gerealiseerd tot King of the Mountain te worden gekroond. Dat deed hij door Pikes Peak te winnen op een Aprilia Tuono V4 1100 Factory, na drie jaar op rij met een KTM op de tweede plaats te zijn geëindigd. Hij was daarmee de eerste Pikes Peak kent hoogte- en dieptepunten. Na 4 jaar eindelijk als winnaar worden afgevlagd, om vervolgens te vernemen dat je grootste rivaal is verongeluktAustraliër die het event zou winnen en daarbij ook nog eens het ronderecord verpletterde met 4,662 seconden naar 9’44,963. Scaysbrook bereikte daarmee zijn primaire doel om de andere fabrieksondersteunde machines van Ducati, BMW en KTM achter zicht te houden. Tragisch genoeg liet zijn grootste rivaal voor de overwinning, viervoudig winnaar Carlin Dunne die eveneens 36 jaar oud was, het leven in een crash in de allerlaatste bocht op het prototype van de nieuwe Ducati Streetfighter V4, die in de Exhibition klasse was ingeschreven. Begrijp je nu waarom ik opgelucht was dat Rennie de race had overleefd?
Dat is omdat de jonge – hey, in ieder geval in mijn ogen – Aussie min of meer lid is van de Cathcart familie sinds hij als 11-jarige jongen bij ons in Engeland kwam wonen. Mijn vriendschap met zijn vader Jim (de eerste Aussie die in het AMA 500MX kampioenschap reed en teamgenoot was van Mike Hailwood tijdens zijn rentree in motorracen in 1977/1978) leidde ertoe dat ook Rennie en ik beste vrienden werden, en nu collega’s. Ik was dan ook in eerste instantie geschokt toen ik vernam dat hij Pikes Peak wilde gaan racen en zelfs KTM North America had overtuigd hem te ondersteunen door een 1290 Super Duke ter beschikking te stellen. Horror maakte echter plaats voor aanbidding toen Rennie op de pole position kwalificeerde tegen voormalig winnaars als Jeremy Toye en Carlin Dunne, die een echte mentor was geweest in zijn PP leercurve. Daarna kwam de opluchting, nadat hij met 5 seconden voorsprong was gecrasht, maar wel verder had kunnen racen en als vierde was gefinisht, op 27 seconden van winnaar Bruno Langlois op de Kawasaki Z1000.
Het betekende echter ook dat Rennie geen andere optie had dan het jaar daarop terug te keren. KTM begon er de voordelen van in te zien en zette een tweemans team op met fabrieksondersteuning met hun eigen rijder Chris Fillmore, die met een verpletterend ronderecord de race won, met Toch is dit een van de gaafste en meest uitdagende races ter wereldRennie tweede en een 1-2 voor KTM. In 2018 hoopte hij dat driemaal scheepsrecht zou zijn met de Super Duke, maar verloor de race aan Carlin Dunne op de fabrieksondersteunde Ducati Multistrada met een miniem verschil van 0.692 seconde, het kleinste verschil ooit in de geschiedenis.
“Dat was pijnlijk,” zegt Rennie. “Dus stond het als een paal boven water dat ik in 2019 terug zou komen om Carlin te verslaan. Maar om dat te realiseren moest ik van merk switchen en met Aprilia in zee gaan, omdat KTM dit jaar geen nieuwe machine voor me wilde bouwen, omdat ze de 2020 Super Duke in de pijnlijn hadden. Ik was dus een beetje om me heen aan het kijken toen Shane Pacillo van Aprilia me vroeg om te lunchen en me vroeg of ik interesse had om Pikes Peak met een Tuono V4 1100 Factory te doen. Mijn antwoord was kort maar krachtig: “Natuurlijk!”
Tekst: Alan Cathcart
Fotografie: Kevin Wing, Larry Chen (Pikes Peak event)
Win on Sunday…
De in Californië woonachtige Pacillo is PR & Event Manager van Piaggio Americas, dat van Latijns Amerika tot Canada strekt, en had met enige jaloezie toegezien hoeveel publiciteit zowel Ducati als KTM hadden gegenereerd met het succes van Pikes Peak. “Racen zit in het DNA van Aprilia,” zegt hij, Rennie Scaysbrook (li) en Aprilia USA PR man Shane Pacillo (re)“en de Amerikaanse markt heeft zoveel mogelijk significante evenementen nodig hier in ons Westelijk halfrond, net als in Europa. Dus ik stelde mijn bazen hier en in Italië voor om Rennie te ondersteunen en zij vonden het een goed idee. Rennie vond het zelfs beter – dus we moesten presteren!”
Rennie had een helder beeld hoe hij met de Aprilia zou gaan winnen, en dat betekende dat Jeremy Toye als crew chief moest worden ingehuurd. De 38-jarige Toye wordt gezien als een van Amerika’s beste straatracers ooit, na twee keer de Isle of Man TT te hebben geracet, op het podium van de Macau GP te zijn gefinisht en in 2014 Pikes Peak te hebben gewonnen op een eigenbouw Kawasaki. “Ik wilde Jeremy in mijn team voor Pikes Peak omdat ik wist dat hij weet wat je nodig hebt om te winnen,” zegt Rennie. “Ik wilde vooral zijn input op het rijwielgedeelte, omdat ik dacht dat we de KTM in 2018 te stug hadden afgesteld.
Helemaal standaard is 'ie niet meer, maar nog wel standaard genoeg om in de productie-klasse in te mogen schrijven.
Het uitlaatsysteem is het enige wat je als 'raceonderdeel' zou kunnen tellen. De gesmede wielen en Öhlins vering is afkomstig van een RSV4 RF, de ECU is door Aprilia Racing geherprogrammeerd
Ondanks de hogere vering van de RSV4 kwam 'ie op Pikes Peak nog steeds grondspeling te kort
Dus dit jaar wilde ik de andere kant opgaan en maakte van de Aprilia een gemakkelijkere machine. Ik dacht dat met iets minder koppel dat een V4 heeft ten opzichte van een V-twin, om ‘m dan sneller door de bochten te jagen het beter zou zijn om ‘m iets meer als een straatmotor te laten aanvoelen.”
Dus werd een compleet nieuw 2019 model Tuono V4 1100 Factory naar Toye’s werkplaats in San Diego verscheept, waar hij tot een PP racer werd omgebouwd met verschillende onderdelen van een RSV4 Factory. Aprilia besloot om niet met de straatlegale Superbike te racen, omdat de Heavyweight Division in Pikes Peak is voorbehouden aan productiemotoren die standaard met een eendelig stuur worden geleverd – een Naked dus, zoals de Tuono. De enige klasse waar clipons wel zijn toegestaan is de Exhibition Prototype klasse, wat in feite een open raceklasse is waar van alles en nogwat aan mee kan doen, variërend van fabrieksprototypes en eigenbouw specials tot regelrechte Superbikes. Marketingtechnisch levert het echter alleen iets op wanneer je de Heavyweight Division raceklasse wint.
De 1.078cc 65° V4 van de Tuono bleef compleet standaard, buiten het complete Akrapovic titanium uitlaatsysteem uit de Aprilia aftermarket catalogus. Na veel experimenteren koos het team uiteindelijk voor een veel kortere 15/54 eindoverbrenging, waar 15/42 standaard is. Dat is ongeveer de gearing die stuntrijders kiezen, maar Rennie had er een goede reden voor. “Tijdens een bandentest die we eerder aan het begin van de maand hadden gedaan had ik zoiets van – jezus wat is dit ding traag!” zegt hij. “We wisten dat we exact 170 pk aan het achterwiel hadden, maar dat was op zeeniveau. Op een hoogte van 6.000 voet (ca. 1.800 mtr) waren dat er nog 160 bij de eerste mapping, maar toen kregen we issues met de benzine. NEen Tuono is op zich al supervet, nooit gedacht dat daar nog een overtreffende trap van zou zijnadat we de mapping hadden aangepast hadden we nog ongeveer 8 pk ingeleverd. Op de racedag zelf hadden we het vermogen weer tot 162 teruggebracht, maar daar hebben de jongens wel serieus hard voor moeten werken. Dus besloten we om de overbrenging in te korten, zodat de eerste drie versnellingen de motor direct zou reageren, om de bocht uit te kunnen knallen. Het werkte – ik denk dat ‘ie nu nog 225 km/u loopt als je geluk hebt, maar daar ben je wel rap!”
Aan het rijwielgedeelte heeft Toye de meeste tijd besteed. Allereerst door Aprilia’s Naked hotrod te transformeren tot een racer door montage van een Attack Performance rem/schakel set en een SharkSkinz replica RSV4 zitje en kuip, die daarna is gespoten en gewrapt in een toepasselijk tricolor kleurschema door Syndicate Racing in Denver, Colorado. Toye heeft vervolgens het stuur tien graden naar beneden gedraaid, na eerst iets van het onderste klemdeel af te hebben gehaald.
Daarna begon het echter werk. Toye monteerde de 5mm langere volledig instelbare 43mm Öhlins NIX30 voorvork en TTX35 achtershock van een RSV4 Factory. Even werd overwogen om de cartridge kit te monteren, maar dat bleek niet nodig te zijn. “Mijn grootste vraagteken met de Aprilia was dat we niet genoeg grondspeling zouden hebben,” zegt Rennie, “vooral de olieopvangbak onderkuip waarmee we reden. In Pikes Peak is het niet verplicht, maar ik wilde het hoe dan ook voor de veiligheid. Je levert wat aan grondspeling in, maar met de langere vering – de TTX achtershock is ook nog eens 10mm langer – was dat deels weer opgelost. Er zijn een aantal flinke golvingen die de onderkant van de motor behoorlijk schaven wanneer je daarover rijdt, dus moet je de motor zoveel mogelijk rechtop houden en er zelf zoveel mogelijk naast hangen om de schade te beperken. Zelfs de KTM kwam hier grondspeling te kort en die is een flink stuk groter dan de Aprilia.” RSV4 RF Met een motor als deze heb je geen blauwe pillen meer nodig. Wat. Een. Fiets.gesmede wielen werden gemonteerd, waarbij om het 6 inch achterwiel een 200/60 17 Pirelli Diablo Superbike slick werd gemonteerd. “We waren aan het overwegen om met carbon wielen te rijden, maar dat was uiteindelijk niet nodig omdat het gewichtsverschil tussen de carbon en Aprilia wielen behoorlijk klein was,” zegt Ronnie. “Het was een zorg minder.”
Met de langere vering werd het probleem van grondspeling opgelost, wat voornamelijk was ontstaan doordat Rennie had gekozen voor een zachte veerafstelling. Ik ontdekte dat voor mezelf toen ik enkele maanden na zijn overwinning op de 4,99 km lange 12-bochten tellende Buttonwillow Raceway in de Central Valley van Californië nabij Bakersfield met de racer kon kennismaken, die hij en Shane Pacillo voor me hadden meegebracht. Op enkele kunstmatig aangelegde heuvels na, met elk en blinde apex op de top, is het terrein zo vlak als een biljart en is daarmee haast het tegenovergestelde van Pikes Peak, net als het weer dat met 40 graden in een brandende zon om af te knappen is.
Beste straatmotor die er is
Nu moet ik bekennen dat ik enorm gecharmeerd ben van de Tuono V4 1100 Factory, die in mijn ogen zo uit de krat de beste straatmotor is die je voor geld kopen kunt, na honderden kilometers met de fiets te hebben gereden in verschillende delen van Italië en d’r een paar circuitdagen mee te hebben gedaan. Dus kon ik me goed voorstellen dat Scaysbrook & Co. zich niet druk hoefden te maken Geloof me, op deze hoogtes heb je nooit teveel vermogenover het tunen van de motor, maar alleen het maximale voordeel te halen uit het breed uitgesmeerde koppel en z’n honger naar toeren. Wat in eerste instantie best een pittige uitdaging voor het team bleek te zijn, zo legt Rennie uit.
“In onze Race modus met de standaard ECU openden de gaskleppen niet op de manier zoals ik wilde,” zegt hij. “Ik ging op het gas, maar accelereren deed ‘ie gewoon niet op de manier zoals ik verwachtte, en we hebben ons daarover suf gepiekerd. Vooral in de middensectie, omdat het daar gewoon als een dragrace is en je direct gang nodig hebt.” Aprilia probeerde ons te helpen door vanuit Italië verschillende mappings te mailen, maar het was allemaal giswerk, dus voor de derde dag vloog de Italiaanse fabriek kalibratie engineer Nicola Marcato in teneinde het probleem op te lossen. Wat ‘m lukte.
“Nicola kwam met een vette bloedrode Marelli ECU die het kleine iPhone-achtige standaard ding verving,” straalt Rennie. “Hij plugde het in op donderdagochtend, de derde trainingsdag, en het veranderde de motor compleet – binnen 100 meter had ik zoiets van, oké, oké, nu zijn we d’r. Geen luxe motorhomes en VIP hospitalities. Dit is racen puurDit was precies waar ik naar had gezocht. Hij finetunede het voor ons vlak voor de race en kopieerde daarna dezelfde mapping naar de standaard ECU, omdat die Marelli ECU weer mee terug naar Italië moest. Ik denk dat ‘ie nu dus nog hetzelfde zal zijn als waarmee ik heb geracet.”
Rennie bevestigde dit met een handjevol shakedown rondjes over het circuit, daarbij tegelijkertijd de nieuwe set superzachte Pirelli Diablo Superbike slicks voor me te scrubben. “Grote dank aan Oscar Solis, de road race manager van Pirelli in Amerika, hij was er altijd om ons te helpen en bekommerde zich perfect om de banden zodat wij ons dar niet druk om hoefden te maken. Hij bleef met nieuw rubber komen om te proberen, voordat ik mijn uiteindelijke beslissing nam om voor een SC0 voor en achter te gaan.” Eenmaal in het zadel voor de eerste van mijn drie 20-minuten sessies op de racer merk ik dat het iets hogere zadel (840mm in plaats van 825mm) de Tuono
Zeg nou zelf, het heeft wel iets wel van de RSV4 X
Wat je bij de voetsteun mist is links bij het stuur terug te vinden. Het is even wennen, maar je hebt er wel voordeel mee
een ruimere zit geeft dan de standaard versie die ik vlak ervoor had gereden om het circuit te leren kennen. In combinatie met het vlakke standaard stuur dat iets naar beneden is gedraaid heeft dat er wel voor gezorgd dat je op het rechte stuk beter achter de stroomlijn weg kunt kruipen, terwijl je gemakkelijk de motor op een oor kunt leggen, vooral door krappe bochten – zelfs bij deze hoge temperaturen.
Het betaalt zich echter helemaal uit om indien mogelijk in een rechte lijn te remmen, dan relatief laat naar de apex te sturen om zoveel mogelijk ruimte te hebben in de bocht voor een goede bochtensnelheid. Dat is omdat bij remmen onder hellingshoek, met name remmend naar de apex van de bocht, de Tuono zich wil oprichten en rechtdoor wil gaan. Wat je vervolgens weer moet compenseren door aan de binnenkant een goede tik aan het stuur te geven en je kont in het zadel te verplaatsen. Beter is het om dit te vermijden. De remmen zijn echter ongekend, dankzij het beste van Brembo: twee 330mm zwevende schrijven in combinatie Voor geen goud zou ik 't 'm nadoen. En dat uit de mond van iemand die 4x een top 10 finish heeft gehaald op het eiland Man. met radiale vierzuiger M50 Monobloc remklauwen, een radiale rempomp, stalen remleidingen en het standaard Bosch ABS uitgeschakeld. Een enkele vinger op de remhendel is genoeg om de Aprilia hard van zesde naar derde versnelling af te remmen op weg naar de eerste blinde bocht op top van het heuveltje in Buttonwillow, waar de vertrouwenwekkende handling van de Tuono me ronde na ronde tot op de millimeter nauwkeurig de perfecte lijn laat kiezen, na deze van de lokale circuitexperts te hebben geleerd. Super, jongens!
Ondanks de antihop koppeling had ik daar net even dat beetje extra motorrem door terug te tikken naar z’n drie, voordat ik het korte heuveltje op ging in dezelfde racemodus als die Rennie in Pikes Peaks heeft gebruikt. Dat is waar de unieke mapping die Nicola vanuit Italië had meegenomen echt goed tot z’n recht komt en als je eenmaal hebt geleerd daar het maximale uit te halen is het zeer effectief. In feite komt het erop neer dat vanaf de begrenzer bij 12.500 toeren (die ik dankzij z’n ultrakorte gearing elke ronde twee keer aantikte) tot 9.000 toeren je nagenoeg geen motorrem hebt, waarna tot pak ‘m beet 4.000 toeren (lager dan dat wil je niet gaan om weer sterk en soepel te kunnen accelereren) er sprake is van een constant sterker wordende motorrem. Niet alleen helpt dit de motor af te remmen, maar het helpt je ook richting de apex van de bocht, waarbij de antihop klaar staat om in te grijpen indien het nodig is om te voorkomen dat het achterwiel gaat klapperen. Bovendien is er een klein beetje instabiliteit wanneer je op de remmen leunt, doordat de voorkant als gevolg van de zachte veerafstelling induikt, hoewel dat geen invloed heeft op de koers die je hebt ingezet.
Het fantastische blok van de Tuono is in de Pikes Peak winnende racer net zo’n juweeltje als ik aan gewend ben geraakt tijdens mijn verschillende ritten in Italië met de standaard fiets. Zodra de toerenteller het cijfer 5 is gepasseerd begint de V4 serieus vermogen te leveren en pakt ’t blok sneller op. In de Sport modus die Rennie in de race gebruikte wordt de V4 vanaf 7.000 toeren explosief – Zo'n pion geeft je wel een beetje een straatgevoel, alsof er elk moment een straatwerker kan overstekenen dat is het enige juiste woord – en met het maximum koppel geleverd bij 9.000 toeren merkte ik dat het voorwiel in tweede versnelling bochtuit nog steeds als een jekko de lucht in wil gaan. Dat waren momenten dat ik blij was dat de stuurdemper prima op z’n taken was berust. Rennie moet de wheeliecontrole haast wel hebben uitgeschakeld en de tractiecontrole op level 1 hebben gezet.
Hou vervolgens de versnelling vast en je wordt bij 10.000 toeren nog eens extra verrast door een serieuze extra punch in top end power dat je naar voren lanceert terwijl de V4 op de toerenbegrenzer afstormt. Je kunt niet anders dan enorme waardering opbrengen voor de soepele manier waarop de perfect afgestelde quickshifter met autoblipper voor terugschakelen zonder koppeling z’n werk doet. Geaccentueerd door een opmerkelijk geluid dat als altijd enorm verslavend is.
De vierde versnelling van de Pikes Peak gearing was bijzonder effectief op Buttonwillow, dankzij het uitgesmeerde koppel kon ik ‘m een groot deel van het binnenveld in die versnelling houden zonder dat dit ten koste van drive ging. In eerste instantie moest ik mezelf dwingen om alles minstens een versnelling hoger te doen dan ik gewend was, vanwege z’n korte eindoverbrenging, maar de flexibiliteit van de Tuono en het uitgesmeerde koppel dat bij 9.000 toeren piekt bij 122 Nm, maakt het echter veel minder belangrijk in welke versnelling je zit. Doorjagen tot in de begrenzer betaalt zich echter wel uit, omdat er in de vijfcijferige regionen absoluut meer vermogen is.
De zachte vering van de Tuono speelde alleen op wanneer er hard werd geremd, de gewichtsverplaatsing was iets om rekening mee te houden. De manier waarop de diverse hobbels en bobbels van Buttonwillow door de soepele vering werden geabsorbeerd deden me Mogen ze best wel eens een introductie organiseren, leuk baantje dit...begrijpen waarom Rennie deze afstelling verkoos op het door vorst beschadigde asfalt van Pikes Peak. Ik probeerde bewust zijn duimrem te gebruiken en was daar behoorlijk van onder de indruk – het is een slimme manier om het voorwiel aan de grond te houden wanneer je bochtuit accelereert, maar het meest efficiënt was het nog wanneer ik de duimrem nog voor de voorrem bediende. Door eerst achter te remmen wordt de achterveer iets ingedrukt, waardoor bij de voorrem daarna het gewicht van de motor zich minder naar voren verplaatst. Met als resultaat een meer gebalanceerd geheel bij benadering van de bocht, wat het uiteindelijk gemakkelijker maakt om bochtensnelheid vast te houden. Tegen het eind van mijn derde en laatste sessie begon ik het onder de knie te krijgen. Wordt vervolgd.
Wordt vervolgd
Dat “wordt vervolgd” geldt helaas niet voor het verhaal van de Pikes Peak winnende Aprilia. Na de tragische dood van Carlin Dunne heeft de wedstrijdleiding besloten dat er in 2020 geen motorrace zal zijn. De kans zit er dus in dat Rennie Scaysbrook de houder van het snelheidsrecord voor twee wielen zal blijven, #BEARACER ten voeten uiten Aprilia een zeer historisch merk. Piaggio vloog de racer naar Europa voor de EICMA in Milaan begon november afgelopen jaar, want het was al een tijdje geleden dat Aprilia iets had gewonnen om trots op te zijn.
De grote verrassing is echter dat Aprilia het succes niet heeft omgezet in een gelimiteerde replica van de Pikes Peak winnende machine, zoals Ducati al sinds jaar en dag doet met de Multistrada Pikes Peak. Mochten ze ’t wel doen, dan heb ik alvast de naam: Aprilia Tuono V4 1100 Pikes Peak Final Edition. Zeker weten dat 'ie binnen no-time uitverkocht zal zijn, net als de RSV X afgelopen jaar.
Technische gegevens
Merk/model | Aprilia Tuono V4 1100 Factory Pikes Peak racer |
Motor | |
Type | 65° V-4 cylinder |
Koelsysteem | vloeistofkoeling |
Cilinderinhoud | 1.078 cc |
Boring x slag | 81 x 52.3 mm |
Compr. verh. | 13.5:1 |
Klepaandrijving | 4 kleppen per cilinder, DOHC |
Ontsteking | Aprilia Racing Magneti Marelli APX2 ECU |
Starter | elektrisch |
Benzinetoevoer | injectie, 4 Weber-Marelli 48-mm throttle bodies met elke een enkele injector, met Power Commander |
Smering | wet sump, geforceerd |
Vermogen | 170 pk @ 11.000 tpm op zeeniveau aan het achterwiel |
Koppel | n.b. |
Transmissie | |
Aantal versnellingen | 6, cassette type versnellingsbak, quickshifter met autoblipper |
Eindoverbrenging | ketting 15/54 eindoverbrenging |
Koppeling | natte meervoudig platen, kabelbediend, anti-hop |
Chassis | |
Frame | Twin-spar aluminium frame met vertikaal instelbare positionering motorblok, Sachs stuurdemper |
Wielbasis | 1.450 mm |
Balhoofdhoek | 24,7° |
Naloop | 99,7 mm |
Vering voor | Öhlins NIX30 43 mm upside down, volledig instelbaar |
Vering achter | Öhlins TTX36 monoshock met piggyback reservoir, volledig instelbaar |
Veerweg voor | 125 mm |
Veerweg achter | 130 mm |
Voorrem | dubbele schijf 320 mm, Brembo M50 Monobloc 4-zuiger radiale remklauw, ABS uitgeschakeld |
Achterrem | enkele 220 mm schijf, Brembo 2-zuiger remklauw, duimrem bediening aan het stuur, ABS uitgeschakeld |
Voorband | 120/75R420 Pirelli Diablo Superbike om 3.5" Aprilia RSV4 RF gesmede velg |
Achterband | 200/60-17 Pirelli Diablo Superbike om 6.00" RSV4 RF gesmede velg |
Afmetingen | |
Lengte | n.b. |
Breedte | n.b. |
Hoogte | n.b. |
Zadelhoogte | 840 mm |
Gewicht | 170 kg rijklaar, exclusief benzine (51%/49% gewichtsverdeling) |
Tankinhoud | n.b. |
Reserve | n.v.t. |
Eigenaar | Piaggio Group Americas Inc., Californië, USA |