Dubbeltest: BMW R 1250 GS "40 Years Edition" en R 1250 GS Adventure
Best koud
Het is best koud, als ik in de ochtend in het zadel koers zet naar het westen. De handvatverwarming is zalig en gemakkelijk te bedienen via de knop op de rechter stuurhelft. Het ruitje draai ik omhoog. Het buldert nauwelijks, maar het zou wat meer bescherming mogen bieden tegen de koude wind. Verder zit ik prinsheerlijk, terwijl ik de dijken afrag richting Tiel. En wat opvalt is hoe gemakkelijk deze boxer stuurt. Hij weegt 249 kg rijklaar met volle tank en ik heb me altijd afgevraagd waarom mensen menen Je hebt kolossaal en dan dan heb je de R 1250 GS Adventure. Het postuur van een olifant, maar zo rijdt 'ie niet dat je hiermee offroad zou kunnen rijden. Maar ik begin het te snappen. Het zwaartepunt lijkt enorm laag te liggen. Hoewel je ontegenzeggelijk met een omvangrijke motorfiets onderweg bent, zwiert hij met speels gemak elke bocht door en is zelf keren op een smalle weg een peulenschil. Meestal hoef ik er geen poot voor uit te steken. Letterlijk. Op de dijken blijkt verder dat de Beemer gemakkelijk afdraait en heel precies op de apex van de bochten te mikken is. Ik hoef er niet voor tegen het stuur te blijven drukken, niet in langzame en niet in snelle bochten, terwijl de machine strak blijft aanvoelen, al dan niet vanwege de standaard aanwezige stuurdemper.
Dynamic Esa
De R 1250 GS is een echt bochtenmonster, waarop je niet moe wordt. Dat komt door de zithouding en het gemakkelijke stuurgedrag. De machine blijft heel neutraal en het gaat zo gemakkelijk, dat je er al snel vertrouwen in hebt. Daarbij helpt de – voor een allroad – behoorlijk stugge vering. De machine heeft Dynamic Esa, wat wil zeggen dat de veervoorspanning en de demping automatisch worden geregeld. Ik kan nog kiezen voor de stand “Road” in plaats van Dynamic. Dat lijkt niet heel veel verschil te maken. De veerwegen zijn met 190 mm voor en 200 mm achter best riant, toch wordt heel precies doorgegeven wat er zich tussen rubber en asfalt afspeelt. Een paar onverharde boeren-landwegen bewijzen dan ook het gravel geen problemen oplevert: je hebt behoorlijk goede controle over de machine. En het helpt dat de radiale stoppers van deze motor ook goed te doseren zijn, terwijl de machine door het telelever-systeem praktisch geen duikneiging heeft. Dat houdt hem strak bij het aanremmen van bochten en dat vergroot het vertrouwen.
ShiftCam
Het sterkste punt van deze R 1250 GS is echter het motorblok. Wat een heerlijk blok is dat. Bij de oude lucht/oliegekoelde blokken had ik nogal eens wat moeite om de coördinatie van de droge platenkoppeling goed te krijgen. Dat probleem was met de eerste watergekoelde versies, die over een natte platenkoppeling beschikten, al verdwenen. De koppeling is soepel te bedienen en uitstekend te doseren. Een hele vooruitgang. Maar het kan nog beter: bij dit blok zijn de prestaties nogmaals naar een hoger
Ingetogen ten voeten uit bij de Adventure
Serieus, het stuurt veel gemakkelijker dan z'n afmetingen doen vermoeden. Hoewel, manoeuvreren blijft natuurlijk lastig wanneer je niet al te groot bent
Adventure, en dus beschermbeugels rondom
niveau getild dankzij de ShiftCam-technologie. In het kort komt het erop neer dat een constructeur normaal moet kiezen: of hij kiest een nokkenastiming die bij hoge toeren goed werkt, maar dan verliest de motor veel koppel bij lage toerentallen. Kiest hij voor een noktiming die bij lage toerentallen goed werkt, dan loopt de motor bij hoge toerentallen “dood” en verliest hij topvermogen. De ShiftCam inlaatnokkenassen hebben een dubbele set nokken: een set voor lage en een set voor hoge toerentallen. Bij hoge toerentallen en vol gas schuift de motor de snelle nokken boven de kleppen, bij lage toerentallen draait-ie op de “tamme” nokken.
Koppel
Het resultaat van deze ShiftCam-technologie – en de grotere cilinderinhoud – ten opzichte van het oude niet-Shift-Cam-model is goed te zien. De motor is 4% zuiniger, terwijl het vermogen is toegenomen van 125 pk @ 7.750 tpm naar 136 pk @ 7.750 tpm. Het maximum koppel is gestegen van 125 Nm @6500 tpm naar 143 Nm @ 6.250 tpm, het wordt dus ook nog 250 tpm eerder geleverd. Ook kon het stationair toerental door de gelijkmatigere motorloop het 100 toeren dalen, terwijl de emissies zijn verbeterd en het geluid - althans volgens BMW - nog mooier is geworden. En met name dat koppel, dat is op de secundaire wegen van het land van Maas en Waal goed te merken. Je kunt in de derde versnelling nog moeiteloos wegrijden, terwijl je in de vijfde versnelling vanaf 1200 tpm gewoon volgas kunt wegtrekken zonder dat het blok klappert of protesteert. Dat gaat dan natuurlijk niet heel snel, maar vanaf 1600 tpm gaat dat al sneller en boven de 2000 tpm is hij dan gewoon vlot. In de lagere versnellingen brult het geval er als een bezetene vandoor als je het gas helemaal opendraait. Maar het mooiste is de gasaanname. Die is enorm soepel en perfect te doseren, wat ook weer bijdraagt tot de perfecte controle in de bochten en dus aan het vertrouwen, Dat maakt weer dat je met deze motor gewoon stevig durft te sturen.