A2 test: Kawasaki Z400 versus Triumph Street Triple S A2
Street Triple S A2
Met beide motoren bij mij thuis geparkeerd en vooruitlopend op de directe confrontatie samen met onze Belg van Motornieuws.be, die we graag een helpende hand toesteken nu recreatief motorrijden in België verboden is, neem ik als eerste de sleutel van de Triumph Street Triple S voor een ‘rondje om de kerk’ van 116 kilometer tot aan de pomp, over Waal- en Lekdijk, provinciale wegen en landwegen binnendoor, Wat een verschil met de vorige A2, amper nog te merken dat 'ie geknepen is30 kilometer zones binnen de bebouwde kom en een klein stukje snelweg, waar de topsnelheid van de fiets kan worden gecheckt, om van beide motoren onder dezelfde condities een gedegen indruk op te doen.
Het eerste dat me opvalt als ik heb plaatsgenomen op de Street Triple S en de motor heb gestart is dat je amper verschil merkt dat hier een ‘afgeknepen’ motor staat. Of, zoals het vaak klinkt: gecastreerd. Uit de onder het blok geplaatst uitlaatsysteem met korte einddemper klinkt Triumphs welbekende driecilinderklank die als Nile Rodgers Chic in de oren klinkt. Ook bij een korte draai aan het gas voelt de S A2 als een gewone Street Triple S aan. Eenmaal op pad wordt me snel duidelijk waarom dat is; tot pak ‘m beet 6.000 toeren per minuut voelt de 660cc triple net zo sterk als de 70 kW versie. Nu was dat bij z’n voorganger, die xx jaar gelden bij ons op de redactie stond, ook het geval, maar Triumph heeft het karakter van de triple duidelijk verfijnd.
Onderin en nog meer in het middengebied heb ik geen enkel moment het gevoel met een gecastreerde motor aan het rijden te zijn. Wat nog eens wordt bevestigd als een voor me rijdende Honda Magna 1100 rijder met duo z’n stinkende best doet om mij een poepie te laten ruiken en steevast bochtuit de kraan tegen de stuit opendraait, maar tot zijn frustratie moet toezien dat die vermaledijde Triumph in zijn spiegel maar niet kleiner worden wil.
Het grote verschil met de vorige A2 zit ‘m echter in het gebied tussen pakweg 6.000 toeren en de begrenzer, die in het vijfcijferige gebied een einde aan de pret maakt. Waar je bij die voorganger bovenin duidelijk voelde dat het vermogen was afgeroomd merk je dat bij deze 2020 Tel daarbij op dat 'ie qua looks amper van een RS is te onderscheiden en je hebt je aankoopargumentversie veel minder nadrukkelijk. Ten opzichte van vol vermogen mis je weliswaar die krachtsexplosie bovenin, maar de vermogensopbouw voelt wel heel natuurlijk aan. Alsof je met een CB500 aan het rijden bent, maar dan een CB met meer longinhoud en dientengevolge meer kracht onderin.
Toch zijn de momenten dat de tellernaald van het fraaie display boven het cijfer 7 uitkomt een zeldzaamheid, het overgrote deel van de tijd rijden we in het gebied tussen 4 en 7. Voor m’n gevoel ben ik echt supernetjes en superrustig aan het rijden, maar wordt op de Lekdijk tot tweemaal toe met een tegemoetkomend fietser geconfronteerd die hevig gebarend me wil laten weten daar echt anders over te denken. Terwijl een snelle blik op het display me leert dat dát echt overdreven is. Ja, 60 is hier de norm, maar om 80 km op de klok als asociale snelheid te bestempelen lijkt mij overdreven. Zal wel iets met coronaspanning te maken hebben.
Wat sturen betreft is de Street Triple S net zo mooi in balans als het 660 triple blok. De zithouding is lekker sportief, een beetje als een Supersport met een breed stuur, maar voelt heel natuurlijk aan. Het brede stuur ligt lekker in de hand en ook het zadel laat niets te wensen over.
Bij Triumph weten ze elke keer weer de koplampunit nét dat beetje te verfijnen. Display is klassiek en overzichtelijk
Bediening aan het stuur én bij het display. Enkel die ene sticker op de tank verraadt dat het een A2 'fietsje' is
Mooie donkere sound uit de standaard uitlaat. Blok heeft een geweldig middengebied. Remmen is weinig op aan te merken
Geen straf om hier de hele dag mee op pad te moeten
Vanuit dat zadel heb je zicht op een ‘oldskool’ display wat uit een combinatie van een analoge toerenteller met digitaal display bestaat en in het huidige TFT-tijdperk best wel verfrissend is. Net als de bediening die op het stuur is geplaatst, om te scrollen door het uitgebreide display of om een andere rijmodus te selecteren, maar daarover zo meteen meer.
Eerst terug naar die stuureigenschappen: de Street Triple S is met speels gemak over de bochtige dijkwegen te sturen, volgt elke ingezette lijn mooi op en is – mocht er ineens een tegenligger opduiken – probleemloos op andere gedachten te brengen. De Showa vering is weliswaar in lijn met het sportieve karakter van de fiets, maar weet desondanks de oneffenheden in het wegdek goed te absorberen, waardoor het echt geen minpunt is dat deze (buiten de veervoorspanning achter) niet instelbaar is. Ook de 320mm schijven met Nissin remklauwen zijn goed op hun taken berust.
Naarmate de rit vordert raak ik meer en meer onder de indruk van deze 2020 Street Triple S, die – we zeggen het nog maar eens - totaal niet als een gecastreerde motor aanvoelt. Sterker, wat afwerking en uitrusting betreft doet ‘ie totaal, maar dan ook totaal niet onder voor een ‘volwassen’ fiets. We sommen het nog meer eens voor je op: serieuze vering, dito remmen (met stalen leidingen), waanzinnig mooi design, compleet display met bediening aan het stuur en als kers op de taart ook nog eens twee rijmodi en tractiecontrole. Dat laatste is in 35 kW trim totaal overbodig (we voelden geen verschil tussen Rain en Road), Wordt nooit saai, dit. Van mij mogen we nog wel effe doorgaanmaar in 70 kW zal dat waarschijnlijk wel nuttig(er) zijn. Ook qua topsnelheid doet de Street Triple S A2 het helemaal niet verkeerd, moeiteloos tikt de motor bij het opdraaien van de snelweg de 170 km/u aan, maar dan is de puf er wel uit.
Als aan het eind van de rit de Street Triple S weer wordt afgetankt volgt toch een kleine teleurstelling: ondanks het bescheiden tempo met een gemiddelde snelheid van 63 km/u bleek de 660cc triple best dorstig te zijn. Dorstiger in ieder geval dan we hadden verwacht. We noteerden een verbruik van 1 op 18 en gezien a) het tempo en b) 35 kW hadden we eerder een waarde boven de 20 verwacht. De tweede tankbeurt stelde met een verbruik van 1 op 15,4 zelfs nog meer teleur, dat we ons gingen afvragen of dit het gevolg is van een 'zware' motor afknijpen naar 35 kW - dat je dus wél het gewicht hebt van een zware, maar niet de pk's.