Test: Kawasaki W800 Street
Facelift met behoud van silhouet
Kawasaki heeft deze vierde generatie van de W een moderne twist gegeven. Hetzelfde silhouet en daarmee nog steeds de klassieke lijnen, maar dan aangepast aan de huidige tijd. Nu zou daar he-le-maal niets mis mee zijn geweest en zou Kawasaki de spijker verdomd goed op z'n kop hebben geslagen - zet 'm voor de grap naast een Triumph Street Twin en je zou denken dat dezelfde ontwerper aan 't werk is geweest, ware het niet dat dit niet een moderne interpretatie van de oer-W (zoals bijvoorbeeld de Scrambler van Ducati is), maar een vernieuwde versie van de W800 zoals 'ie in 2011 Mocht je vinden dat ik lag als een boer die kiespijn heeft, dat heb ik ookop de markt werd gezet. En dát is precies het probleem. Ik bedoel, zet 'm naast een 'oude' W800 en je begrijpt wat ik bedoel. Aan de pluszijde hebben de groene jongens wat aandacht voor detail en ergonomie aangaat ontzettend goed over deze Street nagedacht. De zit is dankzij het brede, omhoog en naar je toe gedraaide stuur comfortabeler dan de oude W en geeft je - dankzij dat stuur - echt het gevoel op een jaren ’60 Scrambler te hebben plaatsgenomen (een hoge uitlaat zou dat plaatje compleet hebben gemaakt), de dubbele tellers met minuscuul digitaal display waaruit alleen het meest essentiële afleesbaar is – odo, trip en tijd – zijn het toonvoorbeeld van hoe dit bij een retro-klassieker hoort te zijn, de ronde koplamp met geïntegreerde LED-dagrijverlichting is een mooi voorbeeld van hoe modern en klassiek in harmonie met elkaar kunnen zijn, maar het meest ik ben misschien nog wel gecharmeerd van iets simpels als de schakelaars op het stuur: eenvoud ten voeten uit, klassiek ogend maar wel modern aanvoelend.
Tot zover de plussen, over naar de minnen. Te beginnen bij het design van de Street dat een strakkere, meer industriële styling heeft waar ik persoonlijk minder van ben gecharmeerd. Zet 'm naast z'n voorganger en je begrijpt wat ik bedoel. Het prachtig vormgegeven driedimensionale blinkend chromen logo op de tank, de sierlijke letters 800 op het zijkapje, het vele chroom (spatborden, spiegels, stuur, koplamphouders, uitlaten) en het gepolijste motorblok van de oude W hebben het veld geruimd voor plakletters
Bij een retro-klassieker horen gewoon old-skool tellers. En een ronde koplamp
Een eenvoudige schakelaars aan 't stuur, die wel modern mogen aanvoelen (en dat stiekem ook doen)
en matzwarte onderdelen, wat in mijn ogen ten koste van het retro-gevoel is gegaan. Of anders gezegd: te modern. Nu is er niets waar meer over te twisten valt dan smaak, maar toch.
Dat te modern kan in zekere zin ook van het motorblok worden gezegd. Aan de cilinderinhoud van 773 cc heeft Kawasaki niet getornd, de boring x slag van 77 x 83 mm evenmin en ook het topvermogen van 48 pk is gelijk aan z’n voorganger, maar wordt nu wel 500 toeren eerder bij 6.000 toeren per minuut afgegeven. Net als het koppel, dat met 63 Nm bij 4.800 tpm maar marginaal afwijkt van de 60 Nm @ 2.500 tpm van de oude W, maar toch voelt het blok totaal, of beter gezegd, radicaal anders aan. Waar z’n voorganger aanvoelde als een trekker die langzaam op gang moet komen gaat de Street behoorlijk rap van z’n plek, maar heeft – in mijn ogen helaas – een totaal ander geluid. De W800 klinkt als een boxer en dat is best opmerkelijk, zeker als je bedenkt dat Kawasaki geen aanpassingen aan de lay-out heeft gedaan (het was een 360° twin en dat is ‘ie nog steeds) en we het geluid van de W nooit eerder met een Boxer hebben geassocieerd.