Test: Harley-Davidson Fat Boy
Conclusie
Natuurlijk is het een poserbike. Natuurlijk is het negentig procent ‘Kijk Mij Nou’ en tien procent ‘Heritage’. De overdaad aan chroom en oversized onderdelen als het superdikke stuur, de voorvork inclusief overkapping, het koplamphuis, de dikke banden en niet te vergeten de kenmerkende wielen, maar so what? Daar is de Fat Boy nou juist voor. Niet voor niks is dit de motor die al sinds z’n eerste ontwerp klaar is voor het witte doek. Over vergezichten en mijmeringen... Laat iemand een Harley tekenen en tien tegen één dat hij de lijnen van een Fat Boy krabbelt. Die ene is dan waarschijnlijk ‘Captain America’ van Easy Rider.
Zeg je midlifecrisis, dan zeg je niet alleen Mazda RX7 maar nog veel harder Fat Boy. Dan zeg je meer poetsen dan rijden, dan zeg je hak-teen schakelen omdat anders je Nubuckleren schoenen slijtplekken krijgen (niet standaard meegeleverd), dan zeg je ‘Nou… mijn papa rijdt ook motor hoor. Toevallig!’… die ene keer per jaar naar de boulevard en vijftien kilometer Distinguished Gentlemans Ride. Maar meer dan ooit geeft de Fat Boy een heel grote middelvinger aan iedereen die daar een probleem mee heeft. Jij rijdt met een Fat Boy, iedereen die daar wat van zegt is gewoon jaloers en terecht. En het rijdt nog goed ook.
Naar buiten die knie! Naar buiten!
114 Cubic Inches, baby! Hasta la vista, baby! Image, baby!
werken voor je geld, poetsen of rijden wordt een echt dilemma, ongevraagde referenties naar een film als je stilstaat