Test: Arch KRGT-1
Verfijnd gedetailleerd
Tijd om het been over deze ingetogen-ogend maar verfijnd gedetailleerde hedendaags moderne powercruiser te gooien. Het eerste wat opvalt is hoe slank de motor is – van achteren gezien is de hele motor niet breder dan het achterwiel. Voor Big Twin begrippen voelt de KRGT-1 dan ook slank en levendig als je op het 706 mm hoge zadel plaatsneemt. Je voelt meteen dat je diep in de motor zit, waardoor het voelt alsof je er deel van uitmaakt in plaats van op een minimalistisch zadel te zitten dat bij elke hobbel in de Je moet er wél wat voor doen, maar dat scheelt je meteen een abo op de sportschoolweg de klappen keihard aan je ruggenwervel doorgeeft dankzij de behoorlijk korte veerweg van de old-school vering. Nee, op de Arch neem je plaats op een zeer goed gevoerde zetel, onmiskenbaar de meest comfortabele cruiser zit die ik tot op heden heb mogen ervaren – ik zou me erg goed kunnen voorstellen hier lange afstanden mee te doen. De manier waarop je benen ver naar voren steken is ook behoorlijk relaxt, met goed gevormde versmallingen in de tankdelen voor mijn knieën en het vlakke Rizoma stuur mooi naar achteren gedraaid, net genoeg om een redelijk sportieve maar nog steeds ontspannen zithouding voor US Cruiser begrippen te realiseren.
Druk op de startknop en geniet van de roffel die uit de uitlaat klinkt die voor aftermarket Harley begrippen nog best beschaafd is als je het gas opentrekt – opvallend is trouwens dat de motor stationair bij 1.000 toeren behoorlijk trilt. Op het moment dat je echter de ietwat stug schakelende Baker versnellingsbak in eerste versnelling zet (de Bandit koppeling is gelukkig wel enorm licht te bedienen, ondanks het enorme koppel dat moet worden overgebracht) verdwijnen de trillingen als ijskappen op de Noordpool. Op alleen weer terug te komen als je de 124 ci S&S motor bijna in z’n begrenzer van 5.800 toeren trekt. Met het enorme koppel onderin en de 6 versnellingsbak hoef je daar echter normaal gesproken nooit te komen. Melk de motor op koppel helemaal uit en je bent blij dat de motor zo’n ontzettend lange wielbasis heeft, zodat het voorwiel netjes aan de grond blijft terwijl je naar het volgende stoplicht wordt gekatapulteerd. Rijdt de motor in de 1.500-3.500 Kratje bier erbij en we zijn uren zoethappy zone en de KRGT-1 levert absoluut verleidelijke performance die soepel en tegelijkertijd direct is. Zorg er alleen voor dat je hebt geschakeld voordat de enorme 1.016 cc cilinders bij 4.000 toeren weer beginnen te tintelen en kom zeker niet boven de 4.500 toeren uit wanneer de slaghamertrillingen de vullingen uit je kiezen trillen. De S&S motor is aan de voorkant weliswaar mooi in rubber opgehangen, maar aan de achterkant strak in het frame gemonteerd en bovendien is ook de achterste cilinder via bussen aan het ruggengraatframe gemonteerd. Hij trilt, maar alleen als je ‘m op toeren jaagt.
Een drieversnellingsbak zou eigenlijk al genoeg zijn geweest, dankzij het onvoorstelbare koppel dat in het gebied van 2.400 naar 2.600 toeren van 80 naar 150 Nm schiet - in slechts 200 toeren per minuut. 100 km/u snel in z’n zes is volgens het enige duffe item van deze verder prachtige fiets 2.200 toeren per minuut. Het MotoGadget display met rood-op-zwart LED matrix display is verwarrend om af te lezen en de toerental aanduiding komt niet verder dan de helft vanwege het laagtoerige karakter van de fiets. Wat deze motor verdient is een veel stijlvoller TFT kleurenscherm zoals je tegenwoordig meer en meer op dure motoren ziet. Een versnellingsindicator is de KRGT-1 ook vreemd en dat is heel erg handig bij een koppelkanon als dit – je bent al snel de tel kwijt en dus op zoek naar de niet bestaande zevende versnelling. Zelfs al zou je niet voor TFT gaan, dan heeft MotoGadget nog erg mooie analoge tellers die de Arch veel beter zouden staan.
Ik geef toe dat ik was verrast hoe goed de KRGT-1 stuurt, gezien z’n lome geometrie en vooral de megalange wielbasis en dat statement van een dikke achterband die ik op een erg klein schaamrandje na verrassend goed wist te gebruiken zonder daarbij met mijn hakken of voetsteunen over het asfalt te schrapen. Enkel de uitlaat maakte een keer lichtjes contact, wat op zich een compliment is aan de goed doordachte bouw. Het was de eerste keer dat ik met Michelin Custom banden reed, Echt, 124 Pokémon al? Geloof ik niks van, laat eens ziendie ronder van vorm is dan veel van z’n concurrenten en dus niet ineens de bocht invalt als je op het randje zit. De truck om de Arch te laten sturen is ervoor te zorgen dat je altijd op het gas door de bocht gaat, ga midden in de bocht van het gas en de massa wordt meteen naar de buitenkant van de bocht geduwd als in terminaal onderstuur. Geef daarentegen weer gas en de motor valt naar binnen en neemt precies de koers die jij hebt uitgezet. Natuurlijk – je kunt ook gewoon relaxt met de motor cruisen op een nonchalante manier, maar als je er voor gaat zitten (waar het naadloos stijve rijwielgedeelte om vraagt) dan raakt de motor van z’n à propos zonder een stevige had aan het gas – puur vanwege z’n geometrie. Volgens Gard wordt momenteel gewerkt aan een fiets die compacter is, met 26° balhoofdhoek en veel minder naloop, wat een verbetering zou moeten zijn. Eenmaal aan het stuurkarakter gewend is het momenteel echter geen probleem meer.