Test KTM Adventure 1050
Natuurlijk!
Inhoudsopgave |
---|
Test KTM Adventure 1050 |
Hetzelfde, maar toch anders |
En het is te merken |
Natuurlijk! |
Conclusie |
Technische gegevens |
Nou wil het ‘toeval’ dat de SMT niet meer in het gamma zit en de 1050 plots wel, maar dat komt goed uit. Niet de Adventures onderling, de grootste overeenkomst zit hier. En dan valt plots een boel op z’n plaats: de banden met wegprofiel, het ruitje, de koffermogelijkheid en het rijgedrag, allemaal identiek of vergelijkbaar maar significant beter. SMT had geen ABS? De 1050 nu wel. Geen traction control? Nu wel. Mappings? Idem. Anders gezegd: een SMT anno 2015 had er zo’n beetje zo bij gestaan. En dat is dan nog maar de onderkant van een heel nieuwe klasse…
Hoe meer ik me berust in die gedachte, hoe fijner ik rondrij met de 1050. Het idee is geworteld, ik opereer ernaar, ik kom er niet meer van af. En begin de machine nog wat harder te smijten, want ach: het kán toch immers. Een Vlaamse collega deelt me een week naderhand nog mee dat hij op de 1050 met een idee bleef zitten van ‘Heb ik nou gister met de 1290 gereden of was dat de boordcomputer’, doelend op het veel meer zélf moeten rijden en opnieuw een compliment neerleggend op het adres van de Super Adventure. Hij heeft deels gelijk, maar op die manier gezegd doe je de kleine Adventure tekort. Het is gewoon een gaaf ding. Voor KTM kan het de instapper zijn, in werkelijkheid is ‘ie dat allerminst.