Zoeken

Test: Kawasaki Supernaked Z-familie

Tornado op wielen

25 mei 2015
Inhoudsopgave
Test: Kawasaki Supernaked Z-familie
Tornado op wielen
Z250SL
Z300
Z800
Z1000
Conclusie
Technische gegevens

Kawasaki Z250SL

Terwijl ik me opmaak voor de trip naar Rotterdam, waar de fotoshoot is ingepland, valt het me op hoeveel overeenkomsten de vier modellen hebben, nu ze mooi naast elkaar staan opgesteld. De dikke Z1000 steekt er misschien nog het meest bij af, dankzij de Sugomi-saus waarmee Team Green deze laatste -vorig jaar geïntroduceerde- uitvoering heeft overgoten. Van voren gezien lijken de 3Kawasaki Z80000 en 800 als twee druppels op elkaar, maak van die 3 een 8 en je houdt ongetwijfeld alleen optisch al menig motorrijder voor de gek. Laat staan dat je op een bochtige dijk lekker met de 300 aan het knallen bent en de rest al snel het nakijken geeft, maar daarover later meer.

Terug naar de Z familie die inmiddels best wel een rijke historie heeft. Voor de Oer-Z moeten we meer dan veertig jaar terug in de tijd – het jaar 1972 was het jaar dat de Z1 voor het eerst het levenslicht zag. De letter Z was gekozen omdat deze als laatste letter van het alfabet representatief staat voor het meest extreme – net als de Z van Zorro, het cijfer 1 stond voor nummer een in de wereld. De Z1 was de eerste productiefiets met dubbele bovenliggende nokkenassen in een viercilinder lijnmotor – techniek die destijds alleen op fabrieksracers was te zien. Met een topvermogen van 82 pk en een topsnelheid van meer dan 210 km/u was de Z1 een motorfiets voor échte mannen met haar op hun ballen.

Het is opmerkelijk hoe, meer dan 40 jaar na dato, Kawasaki dat oergevoel vast heeft weten te houden in de huidige Z-generatie. Waar het er tegenwoordig haast op lijkt dat zonder elektronica motorrijden een schier onmogelijke opgave is, zijn de groene engineers tegen die stroming ingegaan en hebben ze de Z1000 puur weten te houden. “Je moet het ding gebruiken waar je ‘m voor koopt. Geen kinderachtig gedoe, maar gewoon een stuk knallen op zondag. Dan heb je helemaal geen tractiecontrole nodig,” zo citeerden we Team Green anderhalf jaar geleden nog tijdens de introductie van die laatste Z1000. En met die ene zin is het eigenlijk allemaal gezegd: de huidige Z is misschien niet meer dat verschrikkelijke pk-kanon wat z’n oervader destijds wel was, die eer is vorig jaar naar de 1290 Super Duke R gegaan, maar het is wél een fiets die ontzettend veel lol biedt als je ermee speelt. Zin in een wheelie? GKawasaki Z1000ewoon het gas vol erop en in eerste of tweede versnelling wordt het voorwiel vanzelf richting luchtruim gelanceerd. Het grappige is dat dit voor alle vier de fietsen geldt: zelfs de kleine tweeënhalf, die slechts 28 paarden ter beschikking heeft, is na enig oefenen op het achterwiel te zetten.

Nog zo’n opmerkelijk punt: de slechts 150 kg rijklaar wegende Z250SL (148 kg voor de versie zonder ABS) – waarbij dat laatste voor SuperLight staat, voelt een flink stuk forser aan dan de Z300. Terwijl op papier de zithoogte van beide fietsen met 785 mm gelijk is. Kreeg ik bij de 300 met gemak beide voeten plat aan de grond, met de 250 was dat al een stuk lastiger. Best een volwassen fiets dus, die tweeënhalf, maar dat ding valt weer in het niet bij de Z800, die met z’n 834 mm zithoogte vervolgens als Mount Everest aanvoelt. Terwijl ook die zithouding al heel snel is gewend. En net als bij het 250 versus 300 verhaal voelt ook de Z1000 vergeleken met de Z800 een stuk compacter aan. Wat ditmaal aan de hand van de technische specs te verklaren is: het zadel van de dikke duizend is 19 mm lager op 815 mm geplaatst.

Kawasaki Z300