Vergelijk BMW K1600 GTL Exclusive en Ducati 1199 Panigale R
Conclusie
Wat zou jij kopen? Afgaand op dit verhaal waarschijnlijk toch de BMW. Hoewel ook die uiteindelijk z’n meerdere heeft moeten vinden in Moeder Natuur is de BMW qua snel voelbaar effect duidelijker z’n geld waard dan de Ducati. Maar wat hebben we geleerd? Dat het soms niet altijd even eerlijk is. Heeft de zescilinder nog de kans gekregen z’n sterkste punten te laten zien, veel verder dan de belofte van de Ducati kwamen we niet. Dus is daarmee de Panigale dan het meest ‘weggegooid geld’? Zou ik niet zeggen. Want áls je de kans krijgt is het ook werkelijk bijna de meest extreme fiets d
ie je kopen kunt in 2014. Luxe en exclusief en dan nog een schepje er bovenop. Dus wil je de uliteme circuitfiets, neem dan de Panigale R. Dat kan ook gezegd worden van de BMW, maar dan qua toereigenschappen. Het ding is luxer dan luxe en inderdaad: de ultieme toermachine en een stuk luxer dan z’n directe afgeleide.
Maar dan komen we op een ander punt, want zijn deze motoren ook zoveel béter dan ze meer kosten? Ten opzichte van hun ‘gewone’ tegenhangers? Dat is een lastige vraag. Zouden wij acht en een half duizend euro goed kunnen praten met een elektrische sluiting van koffers hier en een aluminium tank daar? Daar hebben wij het ook moeilijk mee. Maar niemand zal je voor die keus zetten, dat doe je zelf veel beter. Je hebt het of je hebt het niet. En geef toe, daar gaat het in deze prijsklasse al lang niet meer over. Ook de gewone uitvoering is al duur genoeg, maar ben je er gevoelig voor of ben je in de markt, dan is gewoon ook maar zo ‘gewoon’. Er zijn mensen die dit soort motoren kopen. Zij hebben het lange lootje getrokken en zijn niet bang dat aan de wereld te laten zien. Is niks mis mee. Zouden wij het doen? Misschien. Het flauwe antwoord is: als we een dergelijk budget zouden hebben, zouden we een goedkopere motor kopen en een aanhanger erbij. Of stallen op het vakantieadres. Maar als we zouden moeten kiezen tussen déze twee… tja, daar vraag je wat. Dat ligt maar net aan de omstandigheden, zoals we maar al te duidelijk gemerkt hebben. Vanuit onze luie stoel kunnen we wel zeggen ‘doe mij de Duc maar’ en dat zou ik ook het liefst roepen. Maar als ik dan weer wakker word ben ik weer terug op de bewoonde wereld en zal het moeten doen met wat ik heb.