Test: Honda Goldwing F6C
Laag bij de grond
Of het beeld dat mensen zich via een beeldscherm makkelijker negatief uiten dan onder vier ogen nou klopt of niet, echt laag bij de grond is er in dit verhaal maar één, het zadel van de F6C. Met nog geen 735mm zadelhoogte is moeder aarde dichtbij. Bedenk daarbij dat de zadelhoogte tov de originele Goldwing is gekrompen, terwijl de grondspeling juist is gegroeid. Het brede stuur en dikke handvatten dragen bij aan het gevoel van macht, maar ook dat van groot en zwaar. Op deze motor voel ik me klein. Op het moment dat je de motor rechtzet om het standaard in te kunnen klappen wordt dit gevoel nog even versterkt. Het dode gewicht en het formaat van de motor doen je afvragen of het uberhaupt wel mogelijk is dit apparaat door een bocht te sturen. Vergeleken met die ervaring maakt de eerste keer starten minder indruk. De zescilinder boxer draait vanaf de eerste slag zijdezacht. Alleen het wat diepere kenmerkende boxergeluid verraadt dat je hier niet met een gemiddelde motorinhoud van omnabij de 800 cc van doen hebt. Wat dat betreft past het motorkarakter goed bij de rest van de motor: groot en zwaar zonder schreeuwerig te zijn. Wat ook niet schreeuwt om aandacht is het het kleine digitale display met daarop alleen basale, maar praktisch informatie. De snelheid, het toerental, verbruik en een benzinemeter. Door op wat knoppen te drukken zoek ik naar de instellingen van het motormanagement en de tractioncontrol om er snel achter te komen dat deze functies er niet op zitten. Iets dat me in eerste instantie vreemd aandoet. Er zijn motoren met een stuk minder koppel dan 167Nm die deze accessoires wel aan boord hebben. Maar goed, er was een tijd dat hier niet eens over werd nagedacht dus vooruit met die zwart-chrome 341 kilo wegende geit.