Test: MV Agusta Brutale RR
Alle remmen los
Inhoudsopgave |
---|
Test: MV Agusta Brutale RR |
Beestachtig (mooi) |
Koppelbeest |
Alledaagse omvang |
Alle remmen los |
Conclusie |
Technische gegevens |
Op het rijgedrag van de Brutale is gelukkig weinig aan te merken. De voorvork - 50 mm Marzocchi - is volledig instelbaar. Compressie is instelbaar in de linker vorkpoot, rebound in de rechter, en veervoorspanning in beide. De achterschokbreker van Sachs is ook volledig instelbaar, en heeft als extra instelbare high en low speed compressie. Sachs staat nou niet echt bekend als de Öhlins onder de veringfabrikanten, m
Geen Öhlins, maar op de volledig instelbare Sachs hadden we niks aan te merken. Over de Brembo remmen met instelbaar ABS niets dan lof
Ahh, echt waar, hij moet terug? Da's nou jammer...
Oog voor detail heet dat, de LED-strip dagrijverlichting in de koplamp verwerkt. Zelfs de voetsteun is met een excenter naar eigen smaak aan te passen, de protectie van de achterbrug had beter gekundaar in deze configuratie doet de vering het gewoon goed. Ik voel bij legale snelheden niet de neiging om met de knoppen te gaan spelen, want de standaardinstelling is dan voor mij een goed compromis tussen comfort en strak sturen. Voor wat hogere vitessen brengt een toefje extra low speed compressie achter en rebound voor en achter wat meer stabiliteit in het geheel, met name tijdens het rijden over hobbels in het wegdek terwijl je op een hellingshoek rijdt.
Voor normaal straatgebruik op redelijk strak asfalt is de stuurdemper mijns inziens niet nodig, maar tijdens het rijden over zeer hobbelig wegdek voelde ik toch de aandrang om hem een paar klikjes strakker te zetten, aangezien de motor niet echt stabiel zijn lijn hield over bobbels en oneffenheden, en de neiging kreeg tot een lichte vorm van slaan met het stuur.
Zitkuil
Zo comfortabel als de vering is, zo vervelend wordt het zadel op den duur. De eerste pakweg honderd kilometer voelt het zadel stevig en fijn gevormd aan. De zit is íets voorover, met de benen in een redelijk sportieve hoek. Dat gaat de goede kant op, denk ik. Naarmate de kilometers vorderen echter, transformeert het zadel van een ondersteunende compagnon tot een soort zitkuil. Het is door het ontwerp nauwelijks mogelijk om tijdens een rit te gaan verzitten. En dat breekt me sneller op dan me lief is. Ik heb niet echt een dikke reet (zegt mijn vriendin althans) dus mensen met wat meer billenvet (Ed?) hebben hier wellicht minder last van. Een ander dingetje dat me dwars zit, letterlijk, is de dikke eenzijdige swingarm. Met de hak van mijn laars raak ik deze regelmatig. Niet heel erg, maar de protectie van dit kunststuk had beter gekund.
RRemmen!
De motor is wendbaar en heeft een vrij neutraal stuurkarakter. Dat komt omdat hij niet extreem licht stuurt, waardoor het geheel niet zenuwachtig op richtingwijzigingen reageert. Op oneffen wegdek blijft de motor mooi in balans.
De topklasse vierzuiger Brembo monoblocs grijpen heel consistent aan en hebben een goede bite op de 310 mm zwevende remschijven. Ondanks de droge, warme rijomstandigheden van de test is het niet heel moeilijk om verschillen te vinden tussen de standaard- en racemodus ABS. Zo kan ik het achterwiel niet van de grond remmen met ABS op de standaardsetting, terwijl dat wel lukt met ABS in de racemodus en met ABS uitgeschakeld. Voor de harde remmers onder ons is dus een van deze twee modi aan te raden, waarmee je de oogbollen uit je hoofd remt. ABS in de normale stand grijpt wat aan de vroege kant in, maar ach, beter iets te vroeg dan te laat. Tijdens harde remacties word je geholpen door een zeer goed functionerende anti-hopkoppeling (en door de elektronisch geregelde motorrem, ook een leuk speeltje van MV Agusta). Niets op aan te merken!