Introductie Bridgestone BT-016 Pro en R10 Racing
Proeven is leren
Inhoudsopgave |
---|
Introductie Bridgestone BT-016 Pro en R10 Racing |
De theorie.... omdat het moet |
De praktijk... omdat het kán |
Proeven is leren |
Het toetje... mét sterretjes |
Het lastige van een dergelijke introductie is vaak het gebrek aan referentie. De concurrentie is afwezig en vaak is in het geval van een vernieuwd model ook het oude type niet aanwezig, ‘want het gaat nu om de nieuwe’. Ook is zoals nu het aantal sessies beperkt en om die dan op te souperen aan oud nieuws is zonde. Tot slot komt het ook maar zelden voor dat meerdere motoren zijn voorzien van verschillende banden, dus je moet wat. Dat is ook de voornaamste reden achter een vergelijkende bandentest; dan heb je gecontroleerde omstandigheden en kun je sommige variabelen vastzetten, zoals de motor en de afstelling ervan. In dit geval hebben de behulpzame mensen van Motorsportschool Holland dat gedaan; van de motoren die klaarstaan zjin er vier identiek: de ZX-6R’s waar de marshalls normaliter mee rond rijden. Weliswaar niet volledig standaard meer, maar wel allemaal identiek en door dezelfde persoon afgesteld. Dit maakt het mogelijk om achtereenvolgens een sessie op BT-016 te rijden en daarna dit nog eens over te doen op een bijna identieke motor voorzien van R10. Een redelijk unieke kans die met twee gehandschoende handen aangegrepen wordt.
Zo blijken ineens alle geclaimde verschillen echt tot uiting te komen, zonder dat daarvoor een risico genomen hoeft te worden of een grens opgezocht. Dit lijkt toch normaal; je weet pas hoeveel grip je hebt als je de grens bereikt en op een tweewieler is dat niet de meest ideale situatie. Bovendien is alles relatief; waar je zelf denkt niet harder te kunnen, word je twee tellen later ingehaald door een vele malen snellere coureur…. die óók niet op zijn gelaat gaat.
De goede eigenschappen van de nieuwe 016 even terzijde gelaten is het vooral de R10 die zich hiermee bewijst. Rijd je naar volle tevredenheid je ronden op de 016 zonder het idee te hebben ze te pushen, eenmaal op de R10 blijkt dat het nog vele malen beter kan. Met chirurgische precisie is de motor op lijn te krijgen en eenmaal daar aangekomen zal niets of niemand je er vanaf krijgen. De grip lijkt eindeloos, de stabiliteit complementeert deze nog eens zodat je snaarstrak een stúk meer gas geeft, zonder dat de motor een kant op gaat, anders dan de richting die je zelf op wilt gaan. Meer grip betekent eerder het gas erop en plots begrijp je waarom je een raceband monteert in plaats van een wegband. Keerzijde van de medaille is echter dat de grip zichtbaar zijn tol eist; terug in de pits blijkt dat de R10 duidelijk meer tekent dan de 016, die er uit ziet alsof er slechts een stevig stukje kwiek getoerd is. Het is dat we beter weten. De R10 daarentegen is perfect geschikt voor psychologische oorlogvoering bij je buren als je eenmaal terug bent op je plekje in het paddock. Wel grappig om te zien is dat het circuit overduidelijk rechtsom draait; de rechterzijde van de band is sterker getekend dan de linkerzijde. En tot slot is zo ook het effect van goede vering en afstelling te zien als eenmaal de motoren met standaardvering vergeleken worden met de Kawa’s van de Motorsportschool. Leerzaame twee sessies zo.
Wegband versus circuitband, veel duidelijker kunnen we het niet maken. Wel leuker, stukken leuker