Test: Honda VFR1200F vs. BMW K1300S
Ice Road Sports
Inhoudsopgave |
---|
Test: Honda VFR1200F vs. BMW K1300S |
Zuidpool expeditie |
Ice Road Sports |
Erwtensoep, zegt u? |
Conclusie |
Technische gegevens |
Terwijl langzamerhand het gevoel weer in mijn ledematen aan het terugkomen is moet ik terugdenken aan Vincent’s reactie ten tijde van de redactievergadering. “Als jij zo graag de sneeuw met die twee fietsen wilt opzoeken, dan ga je maar zelf. Ik heb mijn portie het afgelopen jaar al gehad,” daarbij refererend aan zijn avontuur met de 1400 GTR en R1200GS richting winters Winterberg. En dan te bedenken dat we oorspronkelijk zelfs met deze motoren richting Oostenrijk hadden willen rijden. Maar goed, wie verzint ook dat we voor het eerst in achttien jaar een échte winter voor onze kiezen zullen krijgen. Geen prachtig avontuur dus met twee (groot)toeristische sportievelingen die hun hand niet zouden hebben omgedraaid voor die klus, maar een oer-Hollandse test op eigen bodem, waarbij ditmaal het gebied rond de Betuwe en het land van Maas en Waal toneel stond voor de confrontatie.
Hoe ik ook probeer de eerste discussies over vermogen, gewicht en vrieskou levend te houden, na de tweede bak koffie ontkom ik er niet aan te doen wat we voor deze dag hebben ingepland, en dat is rijden, zoveel mogelijk rijden. Per slot van rekening zijn we er dit jaar redelijk vroeg bij en daar zullen we van moeten profiteren. Ik geef Peter de sleutels van de VFR en verheug me al op mijn eerste kennismaking met de BMW, niet in de laatste plaats vanwege de handvatverwarming waarmee deze K1300S is uitgerust en wat trouwens niet de enige accessoire is op deze fiets is. BMW dealer Simaco heeft ons zondermeer verwend met een wel heel erg luxe exemplaar voorzien van ESA, ASC en TPC, een quickshifter en de eerder genoemde handvatverwarming, maar daarover later meer. De VFR1200F daarentegen had de pech - ten tijde van de test - als uniek en enig in Europa rijdend exemplaar voor wat betreft accessoires nog maagdelijk te zijn, hoewel Honda wel een uitgebreide lijst voor de fiets heeft samengesteld. En dus moesten we het stellen zonder handvatverwarming, die trouwens wel in de accessoirecatalogus is opgenomen. Het enige niet originele onderdeel wat op de VFR prijkt is een achterspatbord wat nog vlug was gemonteerd, om de motor nog enigszins schoon te houden.
Soundgarden
Eenmaal beide motoren tot leven zijn geroepen valt meteen op hoe totaal anders deze twee fietsen klinken. Nu is dat enigszins wel te verwachten als je een V4 tegenover een vier-in-lijn zet, maar dat is niet het enige wat ons qua geluid opvalt. Meer nog dan dat ‘concept gevolge’ verschil is de beleving van beide fietsen: daar waar de VFR klinkt als een zeer ingetogen, bescheiden misdienaar is de BMW als een rebelse tiener die enthousiast op zijn elektrische gitaar aan het rammen is. Een korte draai aan het gas is voldoende voor de Beemer je te laten weten er ondanks het ijskoude weer behoorlijk zin in te hebben. Het is dat voor het enkelzijdig opgehangen achterwiel een joekel van een einddemper prijkt, geblinddoekt zou je zeker denken met een ‘Laser’ uitvoering te maken te hebben. Nog voordat we ook maar een meter hebben gereden heeft de BMW al zijn eerste punten verdiend.
Het eerste wat opvalt zodra we richting Waaldijk rijden is hoe totaal anders de zithouding van de BMW is ten opzichte van de VFR. Daar waar de Honda een redelijk neutrale zithouding heeft met voor mijn gevoel net iets te hoge voetsteunen is de zithouding op de BMW beduidend ruimer, maar met net wat meer druk op de polsen. Hoewel de motor afgetankt 254 kilo op de weegschaal brengt - en daarmee zoals gezegd 13 kilo lichter is dan de VFR - is van dat gewicht niets te merken zodra de wielen aan het rollen zijn. Net als bij die VFR trouwens. Je zou door de gewichtstrend van huidige supersport generatie haast denken dat motoren van dit kaliber zich als een olifant in een porseleinwinkel laten sturen, maar niets is minder waar. Waarmee niet is gezegd dat je extra gewicht van pak ’m beet vijftig kilo (of nog meer bij de Honda) ten opzichte van die Supersport zult merken.
Zeker in combinatie met de langere wielbasis van 1.585 mm vraagt de K1300S toch redelijk wat handkracht om in de bocht te worden gelegd, maar eenmaal op een oor is de fiets zo koersvast als TGV trein met TomTom begeleiding.
Op dat vlak is het echter de VFR1200F die ons aangenaam weet te verrassen, de motor is gezegend met stuureigenschappen om het ondanks het winterse weer toch redelijk warm van te krijgen. De motor stuurt zo ontzettend neutraal en met veel vertrouwen, dat die dertien extra kilo’s amper te merken zijn. Sterker, zou je niet beter weten dan zou je denken dat ie net zo zwaar is als de BMW, en dat is zondermeer een compliment aan het adres van de VFR. Dankzij het vertrouwen wat de Honda ons weet te geven kunnen we, ondanks de voor Nederlandse begrippen extreem lage temperaturen, op de bochtige en met regelmaat verraderlijk gladde dijk er een behoorlijk tempo op na houden. Toch voelt de motor minder sportief dan de K1300S, die op papier zelfs een 40mm langere wielbasis en 4° minder steile balhoofdhoek heeft. En dat mag op z’n minst toch wel opmerkelijk worden genoemd; daar waar Honda met de VFR1200F claimt een motor te hebben ontwikkeld die als een straatgerichte variant op het huidige Supersport segment moet worden gezien is het juist de BMW die op dit vlak met de punten gaat lopen. En dan zijn we nog geeneens écht aan het sturen. Een langzaam doorbrekende zon vertelt mij dat ook dát deze dag nog wel eens zou kunnen veranderen.